14.09.2013 Views

Rekenen voor peuters - Toetswijzer

Rekenen voor peuters - Toetswijzer

Rekenen voor peuters - Toetswijzer

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

geclassificeerd in een van vier categorieën: een overschrijdingskans niet groter dan 50%;<br />

tussen 25% en 50%; tussen 10% en 25% en kleiner dan 10%. De resultaten zijn weergegeven<br />

in Tabel 2. De rechterkolom geeft <strong>voor</strong> elk van de vier categorieën het verwachte percentage<br />

aan. De andere kolommen geven <strong>voor</strong> verschillende score-intervallen (aangegeven in de bovenste<br />

rij) de geobserveerde percentages aan. In elke kolom tellen de percentages op tot 100.<br />

Tabel 2. Percentages leerlingen in de Eindtoets Basisonderwijs 2006<br />

36-75 76-105 106-135 135-165 166-195 196-225 226-245 totaal verwacht<br />

47.09 46.34 43.80 44.17 43.81 44.42 45.06 44.53 50<br />

24.63 24.24 24.92 25.01 25.01 25.13 25.97 25.16 25<br />

16.20 15.84 16.20 15.94 16.39 16.49 16.58 16.32 15<br />

12.08 13.58 15.08 14.87 14.79 13.96 12.39 13.99 10<br />

Het is voldoende om naar de onderste rij in Tabel 2 te kijken om te zien dat er behoorlijk meer<br />

significanties op het 10% niveau zijn dan we op grond van het OPLM model mogen<br />

verwachten. Daaruit we moeten besluiten dat het model niet geldig is.<br />

Wat nu? Als we een beter model hadden (en een computerprogramma waarmee we de hele<br />

calibratie met een onvolledig design) konden overdoen, dan zou dat de aangewezen weg zijn:<br />

gebruik niet een slecht model als je een beter hebt. Maar het ziet er niet naar uit dat dit een<br />

realistische optie is; dus zullen we op een of andere manier een compromis moeten zien te<br />

vinden.<br />

Stel dat we in het geval van de individuele profielanalyse een profiel als atypisch hadden<br />

willen aanmerken bij een overschrijdingskans van 10% (dus bij een chi-kwadraatafstand<br />

groter dan 20 (of 19.5 <strong>voor</strong> de preciezen)). Dan zouden we (<strong>voor</strong> de populatie die aan de<br />

Eindtoets deelnam) dat niet doen in 10% van de gevallen maar in 14% (<strong>voor</strong>laatste kolom,<br />

onderste rij in Tabel 7). Als we dit te veel vinden dan moeten we de drempel hoger gaan<br />

stellen; als we dit nog aanvaardbaar vinden dan weten we dat we in meer dan 10% een<br />

boodschap zullen afgeven. Als we dit op een adequate wijze aan het onderwijsveld weten mee<br />

te delen, dan kan dit heel aanvaardbaar zijn.<br />

Er zit echter een klein addertje onder het gras. De gegevens <strong>voor</strong> Tabel 2 komen van de<br />

Eindtoets, maar de profielanalyse is in eerste instantie bedoeld <strong>voor</strong> het LVS en niemand weet<br />

of een soortgelijke tabel <strong>voor</strong> het LVS ook soortgelijke percentages als die in Tabel 2 zal<br />

opleveren, want we hebben geen gegevens van het LVS.<br />

Een aantal losse opmerkingen<br />

Het profiel dat we als <strong>voor</strong>beeld hebben behandeld (zie bijv. Figuur 3) heeft drie categorieën.<br />

De statistische analyse laat zien dat het geobserveerde profiel significant (op 10% niveau) van<br />

het verwachte profiel afwijkt. Deze uitkomst vertelt niet waaruit deze afwijking precies<br />

bestaat en waar (eventueel) het meeste aandacht moet worden aan besteed. Maar een visuele<br />

inspectie van de afwijkingen (bij<strong>voor</strong>beeld aan de hand van Figuur 4) laat hierover weinig<br />

twijfel bestaan. Omdat profielen ipsatief zijn (d.w.z. hun som is constant) is het aantal<br />

mogelijke ‘vormen van de afwijkingen’ redelijk beperkt, en lijkt de interpretatie behoorlijk<br />

eenvoudig. Wanneer echter het aantal categorieën toeneemt gaan de restricties die volgen uit<br />

de ipsativiteit steeds minder een rol spelen, en krijgen we een groeiend aantal mogelijke<br />

patronen van de afwijkingen tussen geobserveerd en verwacht profiel waarbij de interpretatie<br />

soms niet zo <strong>voor</strong> de hand liggend zal zijn. Het verdient daarom aanbeveling het aantal<br />

categorieën beperkt te houden. In de praktijk moeten we denken aan drie of vier.<br />

16

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!