14.09.2013 Views

Rekenen voor peuters - Toetswijzer

Rekenen voor peuters - Toetswijzer

Rekenen voor peuters - Toetswijzer

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

Tevens zijn in tabel 4.8 enkele percentielen opgenomen die gebruikt worden om kinderen te classificeren<br />

(zie de indeling in de groepen A tot en met E, paragraaf 2.3).<br />

Tabel 4.8 Kenmerken vaardigheidsverdelingen<br />

Moment<br />

N M SD P10 P25 P50 P75<br />

P1 779 41.23 9.22 29.39 34.99 41.22 47.45<br />

P2 732 49.10 10.99 35.01 41.68 49.10 56.51<br />

In figuur 4.3 worden de (cumulatieve) vaardigheidsverdelingen visueel weergegeven. We kunnen zien dat<br />

de gemiddelde vaardigheid van de kinderen toeneemt tussen de opeenvolgende metingen. Bovendien zijn<br />

de afstanden tussen de gegeven percentielen steeds tamelijk groot, wat betekent dat de toets bij driejarige<br />

<strong>peuters</strong> twee groepen kinderen kan onderscheiden die gemiddeld een half jaar in leeftijd verschillen.<br />

Figuur 4.3 Cumulatieve vaardigheidsverdelingen <strong>voor</strong> de normgroepen P1 en P2<br />

Cumulatieve frequentie<br />

1,00<br />

0,90<br />

0,80<br />

0,70<br />

0,60<br />

0,50<br />

0,40<br />

0,30<br />

0,20<br />

0,10<br />

0,00<br />

10 20 30 40 50 60 70 80<br />

Vaardigheidsscore<br />

Bij het schatten van de verdelingen is verondersteld dat de scores van de kinderen een normale verdeling<br />

volgen. Het is niet zeker of deze aanname verdedigbaar is. Daarom zijn twee controles uitgevoerd. Eerst is<br />

<strong>voor</strong> beide normeringscategorieën de mate van overeenstemming tussen de geobserveerde en de<br />

verwachte frequenties onderzocht. De resultaten lieten zien dat de scores van de kinderen op alle<br />

afnamemomenten redelijk goed beschreven kunnen worden door een normale verdeling. Figuur 4.4 geeft<br />

de vergelijking tussen de geobserveerde en verwachte frequenties op P1- en P2-moment visueel weer. De<br />

onregelmatige rode lijnen in figuur 4.4 zijn de frequentiepolygonen van de scores van alle kinderen die<br />

deelnamen aan het normeringsonderzoek. De vloeiende zwarte lijn is de <strong>voor</strong>spelling of verwachting van<br />

deze frequenties onder de veronderstelling van een normale verdeling. We zien dat de twee lijnen sterke<br />

gelijkenis vertonen.<br />

38<br />

P1<br />

P2

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!