Rekenen voor peuters - Toetswijzer
Rekenen voor peuters - Toetswijzer
Rekenen voor peuters - Toetswijzer
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
Tabel 6.3 Gemiddelde inter-item-correlaties in de toets<br />
Categorie<br />
rk.1<br />
rk.2<br />
rk.3<br />
rk.1 0.30 0.21 0.23<br />
rk.2 0.21 0.21 0.22<br />
rk.3 0.23 0.22 0.25<br />
Doordat de data verzameld zijn met een onvolledig design en we daarom niet alle inter-item-correlaties<br />
kennen, is het toepassen van een factoranalyse lastig. Een factoranalyse door middel van het<br />
minimaliseren van de residuen (MinRes; Harman & Jones, 1966) is wel mogelijk bij onvolledige designs,<br />
maar levert niet altijd stabiele resultaten op, met name in het geval van zo genoemde ‘Heywood cases’<br />
(Harman & Fukuda, 1966). Dit laatste bleek het geval te zijn bij <strong>Rekenen</strong> <strong>voor</strong> <strong>peuters</strong>.<br />
Longitudinale vaardigheidstoename<br />
Wat men zou mogen verwachten in de rekenvaardigheid van <strong>peuters</strong> is dat deze toeneemt naarmate de<br />
kinderen ouder worden. De vaardigheid zou dus toe moeten nemen tussen de leeftijdscategorie (P1) en de<br />
leeftijdscategorie (P2). In tabel 6.4 zijn de gemiddelden van de geschatte vaardigheid gegeven <strong>voor</strong> de<br />
twee leeftijdscategorieën, evenals de standaarddeviaties. De gemiddelde vaardigheid blijkt van afname tot<br />
afname duidelijk toe te nemen; de effectgrootte is gelijk aan .780.<br />
Tabel 6.4 Vaardigheidsverdelingen <strong>Rekenen</strong> <strong>voor</strong> <strong>peuters</strong><br />
Normeringsmoment Gemiddelde vaardigheid Standaarddeviatie<br />
P1 41.23 9.22<br />
P2 49.10 10.99<br />
Op basis van bovenstaande analyses kan het volgende geconcludeerd worden:<br />
– Met de nieuwe itembank en de daaruit <strong>voor</strong>tkomende toets meten we in voldoende mate één<br />
vaardigheid. We kunnen dus spreken van één onderliggende meetschaal en mogen één totaalscore<br />
rapporteren.<br />
– Met de nieuwe toets <strong>Rekenen</strong> <strong>voor</strong> <strong>peuters</strong> (2010) meten we dezelfde vaardigheid als eerder met de<br />
toetsen Ordenen en Ruimte (2000).<br />
– Items die inhoudelijk op elkaar lijken, hangen onderling iets sterker samen, maar over het algemeen<br />
niet veel hoger dan over de categorieën heen.<br />
– Met <strong>Rekenen</strong> <strong>voor</strong> <strong>peuters</strong> zijn we in staat om veranderingen in de rekenvaardigheid te meten.<br />
48