14.09.2013 Views

Rekenen voor peuters - Toetswijzer

Rekenen voor peuters - Toetswijzer

Rekenen voor peuters - Toetswijzer

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

toelaatbaar kan worden geacht een unidimensionaal model <strong>voor</strong> de drie deelvaardigheden te<br />

gebruiken. Dit brengt ons op een probleem dat direct met de toetspraktijk heeft te maken.<br />

Bij het schatten van de modelparameters wordt maar ten dele gebruik gemaakt van de<br />

informatie die in de data aanwezig is. Voor het OPLM bij<strong>voor</strong>beeld gebruiken we alleen de<br />

randtotalen van de gegevenstabel: van elk item het aantal keren dat het correct is beantwoord<br />

en van elke leerling zijn score op de toets (ongewogen bij het Raschmodel en gewogen in het<br />

OPLM). De overblijvende informatie wordt dan gebruikt om het model (statistisch) te toetsen:<br />

als de parameters (redelijk) nauwkeurig geschat zijn, kunnen allerlei eigenschappen van de<br />

datamatrix worden <strong>voor</strong>speld, en deze <strong>voor</strong>spellingen kunnen worden vergeleken met de<br />

werkelijke eigenschappen van de datamatrix. Een <strong>voor</strong>beeld: <strong>voor</strong> alle leerlingen met een<br />

bepaalde score op de toets (bij<strong>voor</strong>beeld 25) kan men <strong>voor</strong>spellen welke proportie van die<br />

leerlingen een bepaald item (bijv. item 1) correct heeft beantwoord, en deze <strong>voor</strong>spelde<br />

proportie kan men vergelijken met de proportie in de data, die men kan vinden door een<br />

simpele telling. Het probleem is echter dat er talloos veel verschillende <strong>voor</strong>spellingen<br />

kunnen worden gemaakt, en dat de overeenkomst tussen data en <strong>voor</strong>spelling soms<br />

minder goed zal zijn dan men zou willen, puur door toeval. Het heeft dus weinig zin om<br />

hap snap enkele <strong>voor</strong>spellingen eruit te pikken en de overeenkomst met de data te<br />

beoordelen. Het is wel zinvol om weloverwogen de <strong>voor</strong>spellingen te kiezen vanuit<br />

theoretische of didactische overwegingen en te overwegen wat men zou moeten of<br />

kunnen doen in geval de overeenkomst tussen data en <strong>voor</strong>spellingen niet goed is.<br />

Profielanalyse zoals hier verder zal worden uitgewerkt past in deze opvatting. Een profiel is<br />

een rijtje deelscores op bepaalde categorieën van items, maar men kan in principe de<br />

categorizering definiëren zoals men wil. Men zou inhoudelijke categorieën kunnen bepalen<br />

(zoals meetkunde, breuken, getalsrelaties, etc.), maar men kan ook andere categoriedefinities<br />

hanteren, zoals de even genummerde items tegenover de oneven genummerde, om maar een<br />

dwaas <strong>voor</strong>beeld te noemen. Een goede categorisering is geen psychometrisch of statistisch<br />

probleem, maar een inhoudelijk probleem, en het is aan de inhoudelijke medewerkers<br />

hierover na te denken en een verantwoorde keuze te maken. In het genoemde <strong>voor</strong>beeld van<br />

de rekenitems (in deeldomeinen) zou men een aantal overwegingen kunnen aanvoeren <strong>voor</strong><br />

de gekozen categorisering:<br />

• Het bestaan van aparte methoden <strong>voor</strong> de genoemde onderdelen;<br />

• De noodzaak van bepaalde psychologische vaardigheden <strong>voor</strong> sommige onderdelen<br />

(zoals ruimtelijk inzicht <strong>voor</strong> meetkunde);<br />

• Het bestaan van didactische praktijken waarbij onderdelen ook echt bloksgewijs<br />

worden onderwezen;<br />

• De mogelijkheid van (partiële) incompetentie van (sommige) leerkrachten, etc.<br />

De eigenlijke profielanalyse bestaat dan uit drie onderdelen:<br />

• Het berekenen van het verwachte profiel met gebruikmaking van de parameters van<br />

het meetmodel;<br />

• De vergelijking van individuele geobserveerde profielen met dit verwachte profiel.<br />

Bij deze vergelijking kan men verschillende standpunten innemen:<br />

o Als de afwijking tussen geobserveerde en verwachte profielen erg groot is <strong>voor</strong><br />

zeer veel leerlingen kan men de validiteit van het meetmodel in twijfel gaan<br />

trekken, en eventueel een herziening en/of uitbreiding van het meetmodel<br />

overwegen. Dit is eigenlijk een taak die behoort tot het monitoren van het hele<br />

systeem.<br />

6

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!