Leerlijn Ga met een blauw paard - Huis van Gedichten
Leerlijn Ga met een blauw paard - Huis van Gedichten
Leerlijn Ga met een blauw paard - Huis van Gedichten
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
44<br />
Lage gebouwen hoge gebouwen<br />
Auto’s die door de straten scheuren<br />
Mensen die door de parken schreeuwen<br />
Niets is hier meer veilig<br />
Wat zullen we daaraan doen?<br />
Sommige leerlingen hebben moeite op gang te komen: geef hen individuele<br />
ondersteuning. Andere leerlingen gaan <strong>met</strong> zinnen associatief verder: vraag hen om<br />
die zinnen die ze maakten te bewaren (misschien kunnen ze die later nog gebruiken)<br />
maar vraag ze wel terug te gaan naar de opdracht.<br />
Als leerlingen de smaak te pakken krijgen, kunnen ze veel plezier beleven aan het<br />
maken <strong>van</strong> deze variaties, en doen ze <strong>een</strong> soepelheid op die ook op andere momenten<br />
in hun omgang <strong>met</strong> taal <strong>van</strong> dienst kan zijn.<br />
Stap 5 - Voorlezen (groep) - 15 minuten<br />
Vraag <strong>een</strong> aantal leerlingen om hun oorspronkelijke regel <strong>met</strong> variaties hardop te<br />
lezen.<br />
Les 3<br />
Stap 6 - Concentratie richten (klassikaal) - 15 minuten<br />
Start de les <strong>met</strong> het opnieuw uitdelen <strong>van</strong> de werkbundel. Misschien lezen leerlingen<br />
nieuwe gedichten, soms worden ook gedichten <strong>van</strong> de eerste keer <strong>een</strong> tweede keer<br />
gelezen. Dat kan toeval zijn; ook klinkt daar soms de liefde die de eerste les voor dat<br />
gedicht is ontstaan in door. Waarom leerlingen <strong>een</strong> gedicht de tweede keer kiezen<br />
hoeft niet uitgelegd. Soms kan het interessant zijn om dat wel te vragen. De veiligheid<br />
in de les kan <strong>een</strong> argument zijn dat niet te doen.<br />
Stap 7 - Schrijven (individueel) - 30 minuten<br />
Leerlingen hebben drie soorten notities: Wat er hoort bij de oude stad, wat er hoort bij<br />
de nieuwe stad, (les 1) en <strong>een</strong> regel waarop ze variaties maakten (les 2). Vanuit die<br />
notities gaan ze <strong>een</strong> gedicht schrijven. Ze gaan kijken welke woorden, flarden, regels<br />
bij elkaar passen / logisch of associatief. Soms is de bron ´Stad`nog zichtbaar<br />
aanwezig, soms verdwijnt het thema veel verder uit zicht, zoals in het gedicht <strong>van</strong><br />
Mohamed Ezamouri<br />
Een stuiterbal rolt rollend<br />
<strong>van</strong> het kozijn naar beneden<br />
Mensen die g<strong>een</strong> werk hebben<br />
kinderen die de bal pakken en ermee spelen<br />
De wereld wordt steeds mooier en de<br />
bal rolt steeds verder<br />
Een gedicht kan groeien door beelden die op het oog volstrekt niet bij elkaar passen<br />
samen te voegen. Het gedicht <strong>van</strong> Miloud Bouzariouh is <strong>een</strong> voorbeeld <strong>van</strong> niet<br />
passende beelden die spannend uitwerken als ze toch bij elkaar komen<br />
Ik zal mezelf door lange straten<br />
Slepen <strong>met</strong> benenwagens en auto’s<br />
Met afge<strong>met</strong>en passen zal ik in wolkenkrabbers klimmen<br />
Maar naderhand is het g<strong>een</strong> goed idee<br />
Wat zijn oude tijden kwakzalvers<br />
Wat zijn nieuwe tijden rioleringen<br />
Zo dicht bij en nog zo ver weg<br />
Ik zal mezelf, ik zal mezelf ach wat leg ik toch uit