Leerlijn Ga met een blauw paard - Huis van Gedichten
Leerlijn Ga met een blauw paard - Huis van Gedichten
Leerlijn Ga met een blauw paard - Huis van Gedichten
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
Lesopbouw:<br />
Les 1<br />
Stap 1 - Introductie (klassikaal ) - 15 minuten<br />
Leg het doel <strong>van</strong> deze lessenreeks uit: kennis en inzicht verwerven in vormen in poëzie, rijm,<br />
ritme en het verband daar<strong>van</strong> <strong>met</strong> muziek. Vraag leerlingen naar eigen inzichten daarover.<br />
Welke vormen horen ze als ze muziek luisteren?<br />
Voegt rijm juist wel of juist niet iets toe aan <strong>een</strong> tekst?<br />
Neem de tijd om <strong>met</strong> elkaar daarover uit te wisselen en zoek <strong>een</strong> goed moment om over te<br />
gaan naar het luisteren naar liederen.<br />
Stap 2 - Luisteren 1 (klassikaal) – 20 minuten<br />
Laat leerlingen naar <strong>een</strong> klassiek lied luisteren. Laat daarna <strong>een</strong> Nederlandstalige versie <strong>van</strong><br />
dat lied horen. Geef <strong>van</strong> beide versies de tekst. Bespreek <strong>met</strong> elkaar welk lied mooi of lelijk was<br />
en waarom. Bespreek de beide teksten. Welke vormelementen zijn er herkenbaar: rijm,<br />
herhaling, ritme?<br />
Praktijkvoorbeeld:<br />
In <strong>een</strong> vmbo- klas lazen leerlingen gedichten uit <strong>een</strong> werkbundel, als inspiratie voor <strong>een</strong><br />
schrijfles. Een <strong>van</strong> de teksten in de bundel was De Elfenkoning / Der Erlkönig <strong>van</strong> Goethe. Dat<br />
werd in bijna alle <strong>van</strong> de negen klassen door <strong>een</strong> leerling gekozen en voorgelezen. Het drama<br />
uit de tekst sprak de leerlingen sterk aan. Een jongen koos juist die tekst voor <strong>een</strong> rap.<br />
Ongetwijfeld was het ook het strakke <strong>met</strong>rum <strong>van</strong> de vertaling die hem daar toe bracht. Hij<br />
maakte er <strong>een</strong> krachtige performance <strong>van</strong>. De dames klasgenoten eindigden boven op de tafels<br />
zwaaiend en joelend, de jongens stonden op <strong>een</strong> afstandje mee te doen.<br />
Iets vergelijkbaars gebeurt soms <strong>met</strong> de tekst <strong>van</strong> <strong>een</strong> lied <strong>van</strong> Volumia, Afscheid. ('Zeg dat je<br />
niet hoeft te gaan schat. Dat je aan mij echt genoeg had.') Hoe oud dat nummer ook is, het<br />
wordt uit volle borst meegezongen, het wordt stiekem uit werkbundels gescheurd, er worden<br />
regels uit gebruikt voor eigen gedichten, het wordt zachtjes achter in de klas gezongen.<br />
Stap 3 - Uitleg (klassikaal) – 15 minuten<br />
Geef leerlingen uitleg over dichtvormen. Behandel rijmschema´s: kwatrijnen, terzines,<br />
distichons. <strong>Ga</strong> in op het verband <strong>met</strong> bollywood (de tweeregelige), blues (de vierregelige), de<br />
rai (het 'ik m<strong>een</strong>'-vrije vers). Behandel de voordelen <strong>van</strong> rijm: de klank, de noodzaak om iets te<br />
vinden dat onverwacht en passend is. Bespreek ook de mogelijke nadelen <strong>van</strong> rijm: woorden<br />
die er all<strong>een</strong> maar om de klank staan. <strong>Ga</strong> in op rijmschema´s: het <strong>een</strong>voudige aabbcc rijm en<br />
complexere schema´s die zorgen voor samenhang in klank maar die minder opzichtig zijn. Zie<br />
voor informatie 4.4 Dichtvormen.<br />
Stap 4 - Korte schrijfopdracht (individueel) – 25 minuten<br />
Geef elke leerling twee dobbelstenen en <strong>een</strong> saai artikel. Vraag ze om te gooien <strong>met</strong> de<br />
dobbelst<strong>een</strong>. Het gegooide aantal ogen staat gelijk aan het aantal verder te lopen woorden. Tel<br />
<strong>van</strong>af de titel, woord voor woord. Gooi je <strong>een</strong> drie, dan kies je het derde woord, gooi je <strong>een</strong><br />
acht, dan kies je het achtste woord. Gooi weer, en tel verder <strong>van</strong>af het woord dat je koos. Blijf<br />
gooien en doortellen totdat je 12 woorden bij elkaar gedobbeld hebt.<br />
Met die twaalf woorden maken leerlingen twee schrijfopdrachten:<br />
1. Maak <strong>met</strong> behulp <strong>van</strong> maximaal vijf erbij gekozen steunwoorden <strong>een</strong> gedichtachtige tekst<br />
die nergens over hoeft te gaan, de woorden mogen in elke gewenste volgorde staan en<br />
mogen zo vaak gebruikt als je wilt.<br />
2. Maak op basis <strong>van</strong> die tekst <strong>een</strong> vierregelige rijmende tekst, waarbij de eerst en de laatste<br />
regel op elkaar rijmen en de tweede en de derde ook. Vertel (nogmaals) dat dit ´omarmend<br />
rijm´ heet.<br />
Geef huiswerk op: leerlingen moeten <strong>een</strong> niet-Nederlandstalige song kiezen en de tekst<br />
meebrengen. Elke taal is goed, mits de leerling die begrijpt.<br />
64