You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
XI.<br />
HET BIJVOEGLIJK NAAMWOORD<br />
Het bijv, naamwoord heeft de gewone verbuiging. Soms is de<br />
verbogen vorm zonder rekking afgeleid : 'n grovve stem.<br />
Het bijw. van graad hāēl is ook in Katw. als een adjectief verbogen<br />
: de hāēle auwe tijd. Oude flexie vinden we nog in : met<br />
gemiender hand (met vereende krachten ; in den tekst van 1790 ;<br />
thans bij ouderen).<br />
De overtreffende ende trap komt nog vaak als naamwoordelijk gezegde<br />
voor : Piet fan Nelles die was toe de hoogste (degeen die<br />
<strong>het</strong> meest besomde ; bijwoordelijk : at hoogst). Aardig om de<br />
antiquiteit is : De skrik was at māest (<strong>het</strong> grootste, <strong>het</strong> ergste ;<br />
de sch āde was van geen belang) en daartegenover : De onkoste<br />
dat was at minst. 1Vlāēst (grootst) komt ook nog voor in : de māeste<br />
macht (de meerderheid). Een versterkte superlatief is alderbest,<br />
alderminst. De absolute superlatief (een zeer hooge graad) wordt<br />
op verschillende wijzen uitgedrukt : Uitgebrande olie was onze<br />
vettighāaid. Neen, at ferskil is te groot hoor ! (wel heel groot !).<br />
We waere toe zoo zuinach fan belang (heel zuinig).<br />
Over locale bijwoordelijke en bijvoeglijke comparatieve vormen,<br />
zie bij <strong>het</strong> bijwoord, verderop. Een bijzondere, verzwaarde vorm<br />
in bijwoordelijke functie is : Daer staet se skoonste best te praete<br />
(als of er geen werk was ; doodgemoedereerd). De superlatief<br />
wordt hier door een nieuw „suffix", nl. <strong>het</strong> „leege" best<br />
versterkt.<br />
ZELFSTANDIG GEBRUIKTE ADJECTIEVEN<br />
De schipper, de kapitein, heet „auwe". Wat sāat-tan auwe?<br />
Is tie auwe al om-boord? „De Auwste (meerv. auwstas)" is<br />
de oudste der lichtmatrozen ; de naam hangt af van <strong>het</strong> werk,<br />
niet van den leeftijd. Er kunnen dus meer dan een „auwstas"<br />
zijn : Wij vaere twie auwstes. Hij was al twie in twintach, maer<br />
hij voer nog voor auwste. Gijs was auwste, in ik jongste ('n jongen<br />
I14