Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
Zooiets „behoort" niet ; integendeel, men moet er vroolijk tegenin<br />
zijn. Naegelziek is een schip, dat lek is bij de klinknagels ; een<br />
vrijwel ongeneeslijke „ziekte". Moerziek is wel eens een jongen<br />
aan boord, die naar huis verlangt ; vele zeelui zijn de eerste dagen<br />
op zee landziek. Heftvast worden de netten en daardoor de<br />
schuit wanneer ze vast raken aan „hefte" (uitstekende deelen<br />
van wrakstukken op den zeebodem). Lijgierig is <strong>het</strong> schip, dat<br />
genegen is, om v ān den wind (naar de lij) te gaan (lij te maeke) ;<br />
dit kan een samenstelling zijn met gierig (begeerig) of met een<br />
van gieren (zwaaien, draaien) afgeleid bijv, naamwoord. Zāalklaer<br />
is <strong>het</strong> Katwijksche woord voor „zeilree". Handgauw is een man,<br />
die erg drukke gebaren maakt, of ook : vlug werkt bij 't kaken<br />
en <strong>het</strong> touwwerk.<br />
„Vergelijkende" samenstellingen zijn : harpstijf („harp" is<br />
de ronde kant van een sluiting, d. i, schalm waardoor een schroefbout<br />
wordt gedraaid), spaennieuw (splinternieuw), sliknat, stiendoot<br />
(slaen bijv.) ; ze vervlakken tot superlatieve bijv, naamwoorden<br />
: (166661, d o odgoed ; ook met d o o(d)s : d o oslief (weertje bijv.),<br />
doosbenauwd, doosbedaerd ; wonderstaarak, potdik(ke mist), pottebenauwd.<br />
Stikfol zal wel niet van <strong>het</strong> zelfst. naamwoord stik (stuk)<br />
zijn gevormd. Misschien is wēl een samenstelling van deze soort<br />
<strong>het</strong> oude woord jńzeboos : „'t Is jitzeboos" (<strong>het</strong> loopt de spuigaten<br />
uit).<br />
Een samengekoppeld bijv, naamwoord is : Anstik, anstikkent<br />
in de beteekenis „kapot" : vijf nette anstik ! Die is ook anstik(kent).<br />
Zelfs : Haelt tie anst ikkende nette mar op.<br />
Op de grens van bijwoorden :<br />
'n Toe-māon; teg. traliede māon (een volledig „toe" gevlochten<br />
mand).<br />
De inner-nette (die <strong>het</strong> dichtst bij <strong>het</strong> schip staan) I), de niternette,<br />
De innerhalve-vleet sting hāelemael Om (de helft bij <strong>het</strong><br />
schip), de uiterhalve-vleet.<br />
Hij lag aarach innelak (dicht bij den wal), 't innelakst (ook<br />
hierz) : indelakst). 'n lnnelake wind (de wind van den wal af),<br />
,00k : de wind-uittewal (maar ook nog bijwoord : We hadde de<br />
wind uittewal).<br />
I} Ook : de derste nette.<br />
2) De phonetische vorm luistert nauw naar de woordgeleding en de functie<br />
.van den superlatief! Zie blz. 99.<br />
69