Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
dat de bierskuit wel vaere zel" (in den ouden tijd werd <strong>het</strong> voor<br />
de bomschuiten benoodigde bier met een speciaal binnenvaartuig<br />
aangevoerd ; <strong>het</strong> was een heuglijk feit). De schrijver bedoelt<br />
klaarblijkelijk : We zullen de thuisreis aanvaarden. „'t Is hier<br />
geen Klaes Klaes, maer Gerrit, Gerrit". De eerste naam (dubbele<br />
roepvorm) is vermoedelijk de aanduiding van de rustig bij<br />
mooi weer zwemmende zeemeeuw ; de tweede die van de druk<br />
doende, onderduikende, zeekoet. De uitdrukking moet beteekenen<br />
: „Het komt er op aan : slecht weer en veel werk bij 'n<br />
slingerend schip". „We zijn op de neus eklopt" (we hebben <strong>het</strong><br />
verloren ; de anderen hebben meer gevangen dan wij op deze<br />
plaats). „Wat hāad de skipper weer an kruije te koop" (Wat heeft<br />
hij weer 'n praats, over de groote vangst die we zullen doen).<br />
„Elk staet as an presente kruisbei" (staat in goede stemming,<br />
attent). „Dat selle onze mantjes pere weze !" (Dat zal onze verrassing<br />
of zorg zijn). „Al dat lepel likken kan" (alien die maar<br />
kunnen).<br />
De uitdrukking „Ze is in d'r hoofd aworde" is een omschrij -<br />
ving door middel van <strong>het</strong> werkwoord „worden" in een bijzondere,<br />
eigenlijk de oude, beteekenis. Verschillende adjectieven van de<br />
cultuurtaal bestaan in <strong>het</strong> Kattaksch niet ; in dit geval omschrijft<br />
men liever dan <strong>het</strong> begrip „zwakzinnig" te noemen. Op zee<br />
spreekt men niet van een „dreigende" lucht, maar : „Hij h āai<br />
iet in de gaete hoe van alle kante verloopluchte op kwamme zette".<br />
In plaats van „dat is onzinnig" zegt men : Da's praet te grabbel !"<br />
Ook <strong>het</strong> begrip „zeldzaam" wordt omschreven : „Gevalletjies<br />
as-tat fan jou, komme iet feul voor". Evenzoo „gehoorzaam" :<br />
„Hij Mat te doen wat er azāad wordt !" Men is niet „intelligent",<br />
„snugger" of „geleerd" maar „bij de tijt", of „Hij hāat feul letters<br />
avrete". Men is niet „gehaat", maar : „Hij ontmoette overal vijanskop<br />
; ze hadde 'n hekel an 'm".<br />
Voor de eigenschap „lief" heeft men geen woorden. an heel<br />
aardige benadering van wat men in gedachten liefkoost is <strong>het</strong><br />
omschrijvend „oog". Men zegt, als overal, van den jonkman :<br />
„Hij hāat 'n ciogj e op s'n buurm āait" i). Maar (als in ouden tijd)<br />
zegt men bovendien : „Dat maaisje-n-is s'n „oach". En zelfs<br />
I) Een eigenaardige beteekenis heeft : „Heb je 'n mok op t'r?", nl. „Denk je<br />
dat ze <strong>het</strong> klaar zal spelen." Zoo ook : „Ik sie ar gien mok op." Vgl. Bezoen, O. Taaltuin,<br />
Jg. I 181.<br />
52