25.01.2014 Views

Bekijk het PDF bestand.

Bekijk het PDF bestand.

Bekijk het PDF bestand.

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

lijdend voorwerp. Het deelwoord is dan perfectief, d. w. z. de<br />

handeling die <strong>het</strong> uitdrukt, wordt voorgesteld als volkomen bereikt.<br />

Dit is in <strong>het</strong> Katwijksch in de vaktaal nu en dan nog <strong>het</strong><br />

geval. Het gezegde staat dan niet in een „voltooiden", maar in een<br />

„onvoltooid" tegenw. of verleden tijd : De skuite hadde soms<br />

mit slecht weer de kaele rāēp ervoor epaaid (lagen met „de reep<br />

zonder netten" uitgepaaid, dwz. buiten boord) een verbinding<br />

ongeveer gelijk aan : ze hadde de rāēp uit. Ik hep at ook foor<br />

m'n oogen-ezien, dat was an barrak, hij hadde kolen-alaen (hij<br />

had kolen „in", als lading). Deze verbinding is volkomen<br />

gelijk aan die met den infinitief : „'t Paerd dattie op stal staen<br />

hāai...". Opmerkelijk is hier ook de woordschikking, gelijk aan<br />

die in Noordoostelijke dialecten. Een echte zeemansuitdrukking<br />

met hebben -+- deelwoord in de hier bedoelde verbinding is : Daer<br />

hāad-ie at land an azien hoor ! — Ik heb ar at land an azien.<br />

(Hieruit de algemeene kortere vorm : 't land hebben). Ook is<br />

Katw. : Wattie der an azien hāat, dat weet ik iet (= wat hij<br />

daar voor bezwaar in ziet). Een speciale vakterm is ook evist<br />

hebbe voor : opvisschen, oppikken wat ronddrijft in zee. Het<br />

Katw. : „Hij hadde-n-an slooup avischt" beteekent : „Toen<br />

vischte hij een sloep op". In dit geval kan nu een „dubbel-voltooide<br />

tijd" worden geconstrueerd : De bemanning van een bornschuit<br />

was na 't zinken van de schuit te water geraakt en dreef<br />

en zwom in zee... „in toen hadde ze'n slooup evist e h ā a d in<br />

kwamme ze an de wal". Dit is een perfectieve onvoltooid verleden<br />

tijd : toen kregen ze een sloep te pakken, terwijl er tevens mee<br />

wordt bedoeld, en dat is <strong>het</strong> „voltooide" in de voorstelling, „ze<br />

hadden die sloep vroeger opgepikt", nl, voor dat zij er mee aan<br />

den wal kwamen. Een ander geval is dit : tijdens een storm breekt<br />

<strong>het</strong> steunende „mikje" waarop in rustpositie de mast ligt. Dat<br />

mikj e moet worden vervangen, anders kan men de mast niet<br />

ophijschen : „We hadde 'n mikje vast-ebonnen-ehāad, in toe hēwe<br />

dat in-ezetted". Men zou kunnen „vertalen" : „We hadden<br />

nog ergens 'n reserve-mikje vastgesjord zitten (en toen we dat<br />

hadden losgemaakt) hebben we dat (in de plaats van <strong>het</strong> gebrokene)<br />

ingezet". We constateeren ook hier weer den buitengemeen<br />

„korten" taalvorm van den vertellenden vakman, die weet :<br />

„sapienti sat".<br />

De verbinding met <strong>het</strong> deelwoord als bepaling van gesteldheid<br />

is ook nog aannemelijk in de staande uitdrukking : Dat wull-ik<br />

169

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!