25.01.2014 Views

Bekijk het PDF bestand.

Bekijk het PDF bestand.

Bekijk het PDF bestand.

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

zegt „hij" tegen zijn vrinden als hij haar ziet passeeren : „Daer<br />

gaet m'n aach", en hij duidt daarmee schuchter of overmoedig<br />

aan, dat zij wel eens z'n „m āait" zou ktinnen worden. En wanneer<br />

aan boord bij 't eten uit de gemeenschappelijke schotel A. wachtend<br />

op zijn beurt, speculeert op een mooi „blank vischje" voor<br />

zich, en B. <strong>het</strong> voor zijn neus wegkaapt, dan zucht A. : „Daer<br />

get ma' ooch !"<br />

Personen worden „omschreven" in bijnamen en scheldnamen.<br />

Ze zijn in Katwijk a/zee, waar <strong>het</strong> aantal familienamen gering<br />

is, zeer geliefd. Het is bezwaarlijk, hier ook maar een overzicht<br />

te geven ; <strong>het</strong> zou niet discreet zijn. We noemen alleen<br />

„Fetter" die in de dagen der Lombokexpeditie altijd over generaal<br />

Fetter redeneerde ; „Waerhāait" die al zijn uitingen bekrachtigde<br />

met een beroep op d ē „waarheid", die hij, op grond van<br />

zijn geloof, in pacht had. „'t Mangat", niet aldus genoemd naar<br />

een uitgang in <strong>het</strong> scheepsdek, maar „omdat hij liep als een getrouwde<br />

man". Algemeene scheldnamen zijn „'n pikeur" (een<br />

eigenwijze kenner van <strong>het</strong> vak), „auwe sjapeur" (guit, schalk),<br />

„auwe schierewiet" (iemand die „een beetje slim pienter" is),<br />

„benauwde half elf" (bangerd ; door <strong>het</strong> spookuur ?), „de duivel<br />

van Dort" (vogelverschrikker van uiterlijk, man of vrouw). De<br />

„duivel van Dort" is een goedaardige duivel. Volkomen onbegrij -<br />

pelijk is een vergelijkende omschrijving als : „zoo lui as Gijsje<br />

Mollebort".<br />

Een der folkloristisch interessante omschrijvingen is „'t Kopje"<br />

voor „de dag van aanteekenen voor <strong>het</strong> trouwen" en ook „<strong>het</strong><br />

partijtje 's avonds" van dien dag. Men kan al of niet „'n kopje<br />

geve"I). Vandaar dus mededeelingen als „Ze geve g ēen kopje"<br />

(„geen ontvangdag" als <strong>het</strong> ware) en „Ik mot op 't kopje bij Aane"<br />

( = Arentje). Aan de naaste verwanten en vrienden worden „bruidsuikers"<br />

vereerd : „Heb jij suiker shad?" „Neen ak". („ahad"<br />

is hier : ontvangen, zie blz. 174 vlg.).<br />

Handelingen, gebeurtenissen en toestanden worden in de yolkstaal<br />

lang niet altijd door een enkel werkwoord omschreven. In<br />

de eerste plaats zijn er werkwoorden, die zelden of alleen in een<br />

I) Deze uitdrukking sticht geen verwarring met de kat die „kopjes geeft". Daarvan<br />

zegt de Kattaker : „Die kat die doft." Zoo heet dan ook een mannetjesduif<br />

(om z'n kopbewegingen bij de „vrijage") 'n doffer. En een „dof" (= opstopper)<br />

in „Geeft 'm een dof" (ook van de schuit gezegd) zal wel „van 't zelfde" zijn.<br />

53

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!