Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
heid: hoe meer woorden leerlingen kennen, des te beter kunnen<br />
zij lezen. Een leerling in groep 3 moet minimaal 3.000 woorden<br />
kennen om te leren lezen en schrijven. Deze woorden zijn opgenomen<br />
in de BAK: de Basiswoordenlijst Amsterdamse Kleuters.<br />
Het vervolg daarop, de Woordenlijst Amsterdamse Kinderen<br />
(WAK), bevat een kleine 10.000 woorden voor leerlingen uit<br />
groep 3 t/m 8. Aan de hand van deze lijst, die ook digitaal beschikbaar<br />
is, kunnen leerkrachten woorden selecteren en bijhouden<br />
welke vorderingen de leerlingen maken.<br />
Leerlingen die naar havo/vwo willen doorstromen moeten<br />
aan het eind van groep 8 over een woordenschat van minstens<br />
15.000 woorden beschikken. Samen voorzien de BAK en de WAK<br />
daar voor een belangrijk deel in, maar daarnaast moeten ze van<br />
elders – bijvoorbeeld uit leesboeken – ook nog minstens 2.000<br />
woorden oppikken. Een simpel rekensommetje leert dat leerlingen<br />
om een woordenschat van 15.000 woorden te bereiken, verdeeld<br />
over acht leerjaren waarin ze veertig weken lang gedurende<br />
vijf dagen les krijgen, zo’n negen tot tien woorden per dag<br />
moeten leren! Leerlingen met een geringere woordenschat zullen<br />
een vmbo-advies krijgen.<br />
Enige jaren geleden kregen Amsterdamse leerkrachten een<br />
week lang een microfoon omgehangen, waarbij alles wat ze in<br />
die week tegen hun leerlingen zeiden werd opgenomen en uitgeschreven.<br />
Het bleek dat in dit taalaanbod zo’n 8.000 verschillende<br />
woorden voorkwamen. Ook werden alle leerboeken die<br />
op school in gebruik waren gescand. Daarin kwamen ruim<br />
10.000 verschillende woorden voor, voor een deel overlappend<br />
met het taalaanbod van de leerkrachten. Daarnaast werden alle<br />
prenten- en leesboeken van de schoolbibliotheek gescand. Het<br />
aantal verschillende woorden daarin was veel en veel groter<br />
(Schrooten & Vermeer, 1994). Leerlingen die hun woordenschat<br />
willen uitbreiden moeten dus niet alleen goed naar hun leerkracht<br />
luisteren en de leerboeken doornemen, maar daarnaast<br />
veel lezen en – zolang ze dat zelf nog niet kunnen – veel worden<br />
voorgelezen.<br />
115<br />
Leerkrachten in het basisonderwijs slagen er over het algemeen<br />
wel in om leerlingen het technisch lezen aan te leren, dat wil<br />
zeggen het aanbrengen van de koppeling tussen klank en letterteken<br />
en het lezen van losse woorden. Voorwaarde is daarbij<br />
wel dat leerlingen de betekenis van de afzonderlijke woorden<br />
kennen om zinnen en teksten te kunnen interpreteren. Omdat<br />
het technisch lezen bij de meeste leerlingen geen problemen<br />
oplevert, gaat men vaak al snel over op begrijpend lezen. Leer-