2014_armoede_ongedeelde_stad_v2

Recommendations

Info

180 eigen leven en het percentage dat aangeeft (erg) gelukkig te zijn. Op die punten zien we echter een zekere stabilisatie tussen 2004 en 2012. Toenemende schuldenproblematiek De zorg om het rondkomen wordt onderstreept als we kijken naar de schuldenproblematiek in de stad. Waren er in 2002 ongeveer 9.000 huishoudens in een schuldhulpverleningstraject, in 2011 waren dat er ruim 15.000, oftewel ongeveer 3,5% van alle Amsterdamse huishoudens. 2 Het ging hierbij relatief vaak om minima: in 2011 behoorde iets meer dan helft van de huishoudens met schulden tot de minima. Huishoudens met schulden vormen een steeds grotere risicogroep als het gaat om armoede in de stad. Bovendien komen deze huishoudens steeds meer in de problemen: in de loop der jaren is zowel het gemiddeld aantal schulden als de gemiddelde schuldhoogte toegenomen (zie tabel 4). Oftewel: steeds meer Amsterdammers hebben steeds meer en steeds hogere schulden. Volgens landelijk onderzoek van Panteia heeft 17% van de Nederlandse huishoudens (een risico op) problematische schulden. Ongeveer 2% zit in een schuldhulpverleningstraject (een lager aandeel dan in Amsterdam), ongeveer 4% heeft schulden maar zit niet in een traject, en ongeveer 10% loopt het risico om problematische schulden te krijgen (Kerckhaert & De Ruig, 2013). De conclusie van dit landelijke onderzoek luidt dan ook dat er meer huishoudens met schulden zijn dan bekend is bij de hulpverlening, en dat het risico op schulden vrij groot is. Dat betekent voor gemeenten – die verantwoordelijk zijn voor de schuldhulpverlening – dat er potentieel veel meer mensen een beroep op hen kunnen doen voor een traject en/of in ernstige problemen kunnen komen door hun schulden. Preventie is daarom een noodzaak, volgens de Panteia-onderzoekers. De Amsterdamse aanpak van Eropaf! en Vroeg Eropaf! past daarin: dit zijn projecten om huisuitzettingen te voorkomen, door bij de eerste signalen van huurachterstand en andere schulden schuldhulpverlening in gang te zetten. Werkende minima Ook een andere groep kunnen we aanmerken als nieuwe risicogroep. Werkende minima, waaronder zzp’ers, waren tien jaar geleden nauwelijks in beeld als het ging om armoede. Armoedebestrijding gaat veelal uit van het doel mensen (weer) aan het
Tabel 4 Gemiddeld aantal schulden en gemiddelde schuldhoogte van personen in schuldhulpverleningstraject, 2007-2012 Gemiddeld aantal schulden Gemiddelde schuld (€) 2007 6,5 19.164 2008 7,3 20.478 2009 7,9 22.794 2010 9,3 27.541 2011 9,1 26.668 2012 11,0 29.000 Bron: KWIZ, 2013. 181 werk te krijgen. Toch laten diverse studies zien dat ook mensen met werk in armoede leven (Snel & De Boom, 2008; zie ook Nottelman & Slot, 2010). Ondanks hun deelname aan het arbeidsproces komt hun inkomen niet uit boven de armoedegrens. Dat ligt vaak aan het feit dat zij parttimewerk hebben, in combinatie met een laag loon en/of omstandigheden waardoor meer of ander werk (voorlopig) geen optie is. In Amsterdam verricht ongeveer een kwart van de minima tussen 18 en 64 jaar werk in loondienst. Van alle werkenden in loondienst in de hoofdstad behoort 6% tot de minima. Daarnaast leeft 18% van de zelfstandigen van een minimuminkomen. Het gaat om groepen met verschillende kenmerken. Werkende minima in loondienst zijn relatief vaak vrouw en jong. Ook zijn ze vaak alleenstaand, met of zonder kinderen. Kijken we bovendien naar de herkomst van werkende minima in loondienst, dan is 53% afkomstig uit een niet-westers land. Zelfstandigen met een minimuminkomen zijn daarentegen vaak man, van Nederlandse herkomst en gemiddeld wat ouder. Amsterdam kent vergeleken met het landelijke beeld relatief veel alleenstaanden en eenoudergezinnen. Juist deze groepen hebben een hoge armoedekans – zowel onder werkenden als onder niet-werkenden. Daarnaast kenmerkt de Amsterdamse arbeidsmarkt zich door veel starters. Werkende jongeren en lager opgeleiden hebben een hogere armoedekans, maar voor veel jongeren is dit geen blijvende situatie. Verder wordt er in Amsterdam meer parttime gewerkt en is het aanbod van flexibele contracten groter. In vergelijking met heel Nederland is er in Amsterdam tot slot een grote groep zelfstandigen met een hogere armoedekans: dat zijn zelfstandigen in de creatieve sector.
Page 2 and 3:
Deze publicatie is samengesteld doo
Page 5 and 6:
Voorwoord Armoede is een complex pr
Page 7:
Leren voor het leven 93 Naar betere
Page 10 and 11:
10 spectaculair bijgedragen aan de
Page 12 and 13:
12 gericht armoedeaanpak, maar om s
Page 14 and 15:
14 grote afstand tot de arbeidsmark
Page 19 and 20:
Heeft armoede nieuwe gedaantes Amst
Page 21 and 22:
Figuur 1 Amsterdam minima Nederland
Page 23 and 24:
Figuur 2 Verdeling minima naar inko
Page 25 and 26:
cluderen dat het gezicht van de Ned
Page 28 and 29:
28 Interview met Els Annegarn — N
Page 31 and 32:
Baltimore in de Bijlmer 31 Verhevig
Page 33 and 34:
naar 16,7% in 2012 (O+S, 2013a). Di
Page 35 and 36:
Ook de kosten voor gezondheidszorg
Page 37 and 38:
zuinigingen minder geld beschikbaar
Page 39 and 40:
arme mensen sociaal geïsoleerd rak
Page 41 and 42:
In dit soort gebieden versterkt nie
Page 44 and 45:
44 Armoede in de Vogelbuurt 1 De so
Page 47 and 48:
De ongedeelde stad onder druk 47 De
Page 49 and 50:
de lage inkomens in toenemende mate
Page 51 and 52:
Figuur 1 Geïndexeerde groei van de
Page 53 and 54:
Tabel 2 Aandeel minima in Amsterdam
Page 55 and 56:
Kaart 2 Armoede in Amsterdam in 201
Page 57:
Appendix 57 Tabel 4 OLS-regressiean
Page 61:
mogelijk. Of mensen die enorme schu
Page 64 and 65:
64 heidstoestand van deze groep het
Page 66 and 67:
66 ons om de relatie tussen individ
Page 68 and 69:
68 concentratie van mensen in lager
Page 70 and 71:
70 groepen. Enerzijds erkennen we,
Page 74 and 75:
74 Armoede in de Vogelbuurt 2 Papa
Page 77 and 78:
De lasten van de zorg 77 Vermaatsch
Page 79 and 80:
Naar welk soort wijken verhuizen cl
Page 81 and 82:
81 Nieuwe Pijp 15 34,5 1 Centrale M
Page 83 and 84:
Figuur 2 Percentage inwoners en per
Page 85 and 86:
Kleinschalige woonvormen en apparte
Page 87 and 88:
Verder doen lager opgeleiden in de
Page 90 and 91:
90 Interview met Annet Bos — Koke
Page 93 and 94:
Leren voor het leven 93 Naar betere
Page 95 and 96:
Nederland een redelijk gunstig beel
Page 97 and 98:
scheidingen, ‘foute’ leefstijle
Page 99 and 100:
Maar al deze interventies hebben we
Page 101 and 102:
De tweede soort betreffen ondersteu
Page 103 and 104:
Noten Literatuur 103 1 Een recent v
Page 105 and 106:
105
Page 107 and 108:
Gezellig een bakkie De Speelvogel b
Page 109 and 110:
Van een dubbeltje naar een stuiver
Page 111 and 112:
sociaal-economische status (SES), m
Page 113 and 114:
90% van de Amsterdamse leidsters er
Page 115 and 116:
heid: hoe meer woorden leerlingen k
Page 117 and 118:
haal ophangen. (…) Ik heb mijn va
Page 119 and 120:
Literatuur 119 Buisman, M., J. Alle
Page 121 and 122:
121
Page 123 and 124:
overgewicht en heeft hij geen gebit
Page 125 and 126:
Terugbetalen met vrijwilligerswerk
Page 127 and 128:
Tabel 1 Verplichte vormen van socia
Page 129 and 130: vrijwilligerswerk doet, kan diegene
Page 131 and 132: elofte van de overheid was immers e
Page 133 and 134: aan de kans op werk, is het van gro
Page 135 and 136: 135
Page 137 and 138: leven weer een positieve draai te g
Page 139 and 140: Schuldenvrij niet de enige optie 13
Page 141 and 142: constant in beweging is en iedere b
Page 143 and 144: deze nieuwe inzichten. Alle uitvoer
Page 145 and 146: Budgettrainingen Op papier houdt de
Page 147 and 148: enige manier om duurzame ondersteun
Page 149 and 150: Uiteraard gaat het daarnaast om de
Page 151 and 152: den op basis van hun gedrag en al w
Page 153 and 154: 153
Page 155 and 156: Ja, voor mij was het ook een nieuwe
Page 157 and 158: De kunst van het oversteken 157 Ple
Page 159 and 160: Misschien meer nog dan aan tijd en
Page 161 and 162: wijsheid van een kant-en-klare oplo
Page 163 and 164: heeft er geleid tot een benadering
Page 165 and 166: langs in een interview: ‘Als je a
Page 167 and 168: 167
Page 169: opgenomen op een gesloten afdeling
Page 172 and 173: Figuur 1 Aandeel klanten van de Soc
Page 174 and 175: Figuur 3 Verandering van de Amsterd
Page 176 and 177: Tabel 1 Percentage Amsterdammers, m
Page 178 and 179: 178 zijn in De staat van de stad VI
Page 182 and 183: 182 Conclusie In de afgelopen decen
Page 184 and 185: 184 Fotoverantwoording omslag Een d
show all

2014_armoede_ongedeelde_stad_v2

Create successful ePaper yourself

Delete template?

Save as template?