Basis Zorgprogramma - Efp
Basis Zorgprogramma - Efp
Basis Zorgprogramma - Efp
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
<strong>Basis</strong> <strong>Zorgprogramma</strong><br />
Het is aanbevelenswaardig dat FPC’s over een aparte resocialisatieafdeling beschikken. Dit betreft<br />
een vorm van zorg tussen de intramurale en transmurale zorg in. Een dergelijke afdeling kan helpen<br />
de hospitalisatie die een langdurig verblijf in een FPC nu eenmaal met zich meebrengt iets terug te<br />
brengen. Deze afdeling is zo ingericht dat zij meer vrijheid biedt en meer een beroep doet op de<br />
eigen verantwoordelijkheid. Een aparte resocialisatieafdeling maakt de resocialisatie niet alleen<br />
geleidelijker, maar ook flexibeler. Een misstap in de transmurale fase hoeft dan namelijk niet per se<br />
terugplaatsing naar de behandelafdeling in te houden. Dit strookt ook met de principes van het<br />
Good Lives Model. Overigens hoeft het gebruik van de resocialisatieafdeling geen wet van Meden en<br />
Perzen te zijn. De situatie van de individuele patiënt is hier bepalend.<br />
Condities voor resocialisatie<br />
De relatie met de therapeut<br />
Ook in de resocialisatiefase is een duurzame en open relatie tussen sociotherapeut en patiënt van<br />
belang. Zo vinden de patiënten de resocialisatie doorgaans zwaarder dan verwacht. Zij hebben zich<br />
tijdens hun langdurige verblijf in de inrichting volledig aangepast aan de regels en het leven daar,<br />
en zijn zodoende gehospitaliseerd geraakt. Als het inrichtingskader ruimer wordt of geheel wegvalt,<br />
kan dat angst en onzekerheid oproepen. Ze lopen dan gevaar te vervallen in riskant gedrag. Een<br />
duurzame en open werkrelatie tussen therapeut en patiënt is nodig om het gedrag en de<br />
ervaringen van de patiënt buiten de inrichting – en dus buiten bereik van de therapeut – te kunnen<br />
bespreken.<br />
Wil de patiënt betrouwbare informatie over zijn gedrag geven, en tijdig melden dat er terugval<br />
dreigt, dan moet er sprake zijn van vertrouwen. Dit is ook noodzakelijk omdat de patiënt weet dat<br />
terugval doorgaans resulteert in beperkende maatregelen, wat hem ervan zou kunnen weerhouden<br />
open te zijn. Het is dan aan de therapeut dit tot onderwerp van gesprek te maken (onder anderen<br />
Bloom, Williams, Rogers & Barbur, 1986; EFP, 2003; Nedopil & Banzer, 1996; Serin, Voung & Briggs,<br />
2003). Als de relatie goed is, kan de therapeut bovendien subtiele veranderingen in het gedrag van<br />
de patiënt eerder en beter signaleren (onder anderen Bloom et al, 1986; EFP, 2003; Nedopil &<br />
Banzer, 1996; Serin et al, 2003).<br />
Samenwerking met ketenpartners<br />
Als het doel van de behandeling een vorm van terugkeer in de maatschappij is, zijn de forensische<br />
zorginstelling, de reclassering, de GGZ en de gemeente belangrijke partners in de zorgketen. Het is<br />
belangrijk vooral de reclassering tijdig, conform behandelingsplan en afspraken, bij de resocialisatie<br />
te betrekken. DForZo heeft in dit verband een pilot-programma geïnitieerd, Forensisch<br />
Psychiatrisch Toezicht (FPT), om de samenwerking tussen de FPC’s en de reclassering beter te<br />
structureren. Deze pilot loopt, zoals het zich nu laat aanzien, zo goed dat er steeds minder<br />
proefverlof komt. Het ligt ook in de rede dat binnenkort alle uitstromende patiënten in het FPT<br />
terechtkomen. Overigens loopt de precieze invulling van het FPT nu nogal uiteen en zal er meer<br />
standaardisering komen.<br />
Voor een goede start en een goed verloop van de resocialisatie maken de verschillende partijen die<br />
verantwoordelijk zijn voor de zorg, begeleiding en nazorg onderling sluitende afspraken, alvorens de<br />
77