Basis Zorgprogramma - Efp
Basis Zorgprogramma - Efp
Basis Zorgprogramma - Efp
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
<strong>Basis</strong> <strong>Zorgprogramma</strong><br />
Doelgroep<br />
In beginsel bestaat de doelgroep van dit basis-ZP uit de patiënten van de forensisch psychiatrische<br />
centra (FPC’s) aan wie een strafrechtelijke maatregel is opgelegd wegens een of meer ernstige<br />
delicten (voorwaardelijke of onvoorwaardelijke TBS), Voor hen gelden bijzondere wettelijke regels<br />
voor risicotaxatie, verlof en beëindiging van zorg, Sommigen echter bevinden zich vanwege een<br />
civielrechtelijke maatregel in een FPC. In alle gevallen betreft het patiënten van 18 jaar en ouder<br />
met een hoog delictrisico als forensisch psychiatrische behandeling uitblijft. Doorgaans werken bij<br />
deze patiënten psychiatrische stoornissen en andere problematiek, zoals verslaving, op elkaar in bij<br />
het ontstaan van het delict of delictrisico. Onderdelen van het ZP zijn ook toepasbaar bij andere<br />
groepen forensisch psychiatrische patiënten.<br />
<strong>Zorgprogramma</strong> en veiligheid<br />
Omdat beveiliging van de samenleving de primaire opdracht is van een FPC, is veiligheid een<br />
integraal onderdeel van het zorgaanbod in het basis-ZP. Hierin onderscheidt de forensisch<br />
psychiatrische zorg zich dus van de algemene geestelijke gezondheidszorg (OGGZ). Op de korte<br />
termijn gaat het hier om het verblijf van de patiënt binnen een FPC, op de langere termijn om<br />
terugdringen van het recidiverisico door behandeling. In de FPC’s zijn behandeling en beveiliging<br />
geïntegreerd, en dus niet van elkaar te scheiden. Beveiligen is ook een noodzakelijke voorwaarde<br />
om te behandelen. De behandeldruk kan soms echter ontregelend werken. Dit kan tijdelijk het<br />
gevaar verhogen (GGZ Drenthe, 2004) en tot een spanningsveld binnen de behandeling leiden.<br />
Hieronder volgt een overzicht van wat beveiligde zorg inhoudt (zie ook GGZ Drenthe, 2004).<br />
De beveiliging richt zich op grond van de actuele forensisch psychiatrische diagnostiek per patiënt<br />
op de volgende drie manieren om gevaar te voorkomen.<br />
a. Fysieke preventie gaat vooral over beveiliging tegen direct gevaar met materiële en personele<br />
middelen. Het betreft bewaking en controle in engere zin, c.q.t de volgende zaken.<br />
<br />
<br />
<br />
<br />
De beveiliging die de gebouwen bieden met hun geslotenheid, overzichtelijkheid,<br />
indeling in compartimenten, barrières tegen uitbreken en separeerkamers.<br />
Beveiligingsapparatuur zoals elektronische controle buiten en binnen het gebouw, video,<br />
piepers en verlichting.<br />
Het aantal personeelsleden met specifieke beheersings- en de- escalatievaardigheden.<br />
De regelgeving voor de dagelijkse structuur.<br />
b. Sociale preventie, de beveiliging die voortvloeit uit een positieve relatie tussen patiënten en<br />
hulpverleners, en tussen patiënten onderling. Dit betreft de volgende punten.<br />
<br />
De kwaliteit van het personeel, waarbij het gaat om mogelijkheden voor de patiënten<br />
zich te hechten aan de behandelaars, respect, empathisch vermogen, betrouwbaarheid,<br />
9