Basis Zorgprogramma - Efp
Basis Zorgprogramma - Efp
Basis Zorgprogramma - Efp
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
<strong>Basis</strong> <strong>Zorgprogramma</strong><br />
patiënt de eerste stappen buiten de inrichting zet. Direct contact tussen de behandelaars van de<br />
verschillende instellingen is hierbij vanzelfsprekend cruciaal (onder anderen Eaves et al, 2000;<br />
Hodgins et al, 2005; Jenuwine et al, 2003; Lovell et al, 2005; Müller-Isberner, 1996). De kwaliteit van<br />
deze samenwerking is van grote invloed op het succes van de individuele trajecten. Die<br />
samenwerking omvat in elk geval overleg en afstemming tussen de betrokken partijen over:<br />
<br />
<br />
<br />
<br />
de mogelijkheden van de diverse vormen van resocialisatie,<br />
de afbouw van de zorg (wie verantwoordelijk is voor welke stappen in het proces),<br />
crisisafspraken,<br />
de verdeling van gezamenlijke verantwoordelijkheden.<br />
Geregelde informatie-uitwisseling zorgt ervoor dat men delictgevaar vroegtijdig kan signaleren (Van<br />
Gestel et al, 2006). Informatie-uitwisseling is ook nodig om passend te kunnen reageren op de<br />
riskante situaties die in het behandel- en risicomanagementplan zijn opgenomen (onder anderen<br />
Heilbrun & Peters, 2000; Jenuwine et al, 2003; Lovell et al, 2005). Structurele communicatielijnen<br />
tussen de verschillende partijen zijn dan ook belangrijk.<br />
Niet-forensische vervolginstellingen kunnen belangrijke expertise missen om forensisch<br />
psychiatrische patiënten op te nemen. Een FPC kan dan deze vervolginstellingen van de<br />
noodzakelijke expertise voorzien, bijvoorbeeld door scholing aan te bieden en hen te ondersteunen<br />
bij het risicomanagement. Door informatie uit te wisselen stemt men bovendien de intensiteit en<br />
de structuur van de zorg af op de individuele zorgvraag van de patiënt.<br />
Terugvalmanagement<br />
Als tijdens de resocialisatiefase blijkt dat een patiënt niet goed met zijn vrijheden om kan gaan en er<br />
terugval dreigt, moet er de mogelijkheid zijn hem terug te plaatsen in de kliniek. Om de veiligheid<br />
van patiënt en maatschappij te waarborgen legt de kliniek deze mogelijkheid al voor de<br />
resocialisatie vast. Er kunnen verschillende aanleidingen zijn een patiënt, al dan niet tijdelijk, terug<br />
te plaatsen. Voorbeelden zijn afspraken verbreken, financiële problemen (schulden), verbaal<br />
geweld of oplopende spanningen. De terugplaatsing vindt ook plaats bij ongeoorloofde afwezigheid,<br />
middelengebruik (Keune, Van Binsbergen & Van den Broek, 2006) of andere risicosignalen. De duur<br />
van de terugplaatsing hangt af van het delictrisico en de ernst van de aanleiding.<br />
Eventueel ingrijpen, zoals in het geval van een heropname, gebeurt gericht. Dat wil zeggen dat er<br />
een duidelijke relatie is tussen het gedrag waarop de ingreep volgt en het delictrisico. Daarnaast is<br />
de tijdsfactor van belang: maakt het vertoonde gedrag deel uit van een langdurige opbouw naar een<br />
delict of is een delict snel aanstaande? In het eerste geval hoeft men niet meteen in te grijpen,<br />
maar kan men contact opnemen met de patiënt en het gedrag wellicht nog bijstellen. In het laatste<br />
geval is onmiddellijk ingrijpen wel aan de orde. Hiertoe moet ook duidelijk zijn wie wat doet.<br />
De kliniek en de vervolginstelling maken hiertoe heldere afspraken over contact en samenwerking<br />
na plaatsing in de vervolgvoorziening. Directe bereikbaarheid en een gegarandeerde opname<br />
bieden de zekerheid op grond waarvan ontvangende zorgpartijen hun medewerking kunnen en<br />
78