Table of Contents - VU-DARE Home

VIII. Bijkans ses jaren was ik
dus aan ’t Hoogeschool onderhouden,
en nu genegen en gereed
om mij metten eersten te laten
examineeren, of ik tot ’t Heilig
dienstwerk mogte bekwaam bevonden,
en toegelaten worden, en
ziet. Wat gebeurt er? D’ Heere
roept mij, eer ik Hem kende, Ja eer
ik nog konde spreeken! Een wettig
beroep van de Gemeente Gods te
Nieuw Albanij in Nieuw Nederland
word mij onverhoeds, op een’
morgen dat ik bij Professor Gerdes
op ’t Collegie was – op eene vriendelijkste
wijze aangeboden – en
door zijn HoogEerwaarden, eenen
mijner beste vrienden, zoo sterk
aanbevolen – dat d’ Heere mijn
herte neigde om ’t gereedlijk en
gewilliglijk aan te nemen,
Gewisselijk de Heere was aan die
plaatse, doch ik en wiste ’t niet.
IX. Dus opgeroepen, en de
goedkeuringe van mijn geachten
Vader schielijk verkregen hebbende,
wierde ik in weinig tijd
praeparatorie, zoowel als peremptorie
door de Theologische
Faculteit te Groningen
geexamineerd, en voor deeze
mijne gemeente be-vestigd, den 30
Maert 1760. Waarop ik, mijn
vader en vrienden voor ’t laatste
begroet, en mij weder na
Groningen hebbende begeven,
eindelijk, onder hunne en aller
mijner bekenden zegenwenschingen,
naar Amsterdam, en van
daar over de groote wateren naar
Nieuwyork vertrok, totdat ik na
veele zukkelingen, onder ’s Heeren
grootgunstige geleide te dezen
plaatse aankwam, den 13 October
1760.
10
VIII. So I spent almost six
years at the University, and now I
was well-disposed and prepared to
take the exams with the best, to
see whether I would be found
competent for the Holy Service
and be admitted, and see what
happened! The Lord called me
before I knew Him, yes, before I
could even speak! One morning,
with Professor Gerdes at the
College, I was unexpectedly
offered, in a most friendly way, a
legitimate call from the
Congregation of God in New
Albany in New Netherland. His
Highly Reverend, one of my best
friends, recommended acceptance
so strongly, that the Lord bent my
heart towards accepting it readily
and willingly, certainly the Lord
was in that place, but I did not
know it.
IX. Thus being called, and
having rapidly obtained permission
of my esteemed father, I was
examined quickly in preparatory as
well as in peremptory by the
Faculty of Theology in Groningen,
and confirmed for this my
congregation, on March 30, 1760.
After this I said goodbye to my
father and my friends for the last
time, and left again for Groningen.
Finally, with the good wishes from
them and all my acquaintances, I
left for Amsterdam, and from there
across the Great Waters to New
York, until, after many wretched
events, I arrived under the merciful
guidance of the Lord in this place,
on October 13, 1760.