22.08.2013 Views

Zorgboek diabetes type 1 - Bvvde

Zorgboek diabetes type 1 - Bvvde

Zorgboek diabetes type 1 - Bvvde

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

De ongeboren baby kan te langzaam groeien. Dit komt vooral voor bij zwangere vrouwen die<br />

al heel lang <strong>diabetes</strong> hebben en hierdoor ook problemen met hun bloedvaten hebben.<br />

Soms is de ongeboren baby te zwaar. Dit overgewicht wordt veroorzaakt door een te grote<br />

hoeveelheid onderhuids vet bij de baby, omdat hij of zij te veel glucose van de moeder krijgt.<br />

Soms is er te veel vruchtwater. Hierdoor kan een te vroege geboorte optreden. Soms is het<br />

nodig de bevalling voortijdig op te wekken. Een gevolg hiervan kan onder andere zijn dat de<br />

longen van de baby nog niet helemaal ontwikkeld zijn.<br />

De baby kan na de bevalling een hypo krijgen: een te lage bloedglucose. De toevoer van<br />

glucose via de moeder valt na de geboorte opeens weg, zodat de bloedglucose bij de baby<br />

te snel kan dalen. Om deze reden wordt de baby direct na de geboorte zorgvuldig in de gaten<br />

gehouden, vaak in een couveuse.<br />

In een enkel geval kan de ongeboren baby komen te overlijden. Gelukkig komt dit niet vaak voor.<br />

Welke problemen kunnen er voor de moeder zijn?<br />

In het begin van de zwangerschap kunt u vaker last hebben van een hypo. Dit komt omdat<br />

de bloedglucose gaat schommelen, zodat de behoefte aan insuline steeds wisselt. Ook om<br />

deze reden is het nodig de bloedglucose zo scherp mogelijk te reguleren.<br />

Uw ogen worden vaker gecontroleerd, omdat de schommelingen in de bloedglucose een<br />

ongunstig effect op de ogen kunnen hebben.<br />

Extra controle van de schildklier is noodzakelijk, omdat blijkt dat de kans op een ontsteking<br />

van de schilklier groter is bij zwangeren met <strong>diabetes</strong>.<br />

De bevalling verloopt meestal normaal<br />

Als de zwangerschap goed verloopt wordt gewacht tot de bevalling spontaan op gang komt,<br />

tussen de 38e en 40e week.<br />

U krijgt altijd het advies om in het ziekenhuis te bevallen. De bevalling wordt dan meestal<br />

ingeleid. Als het kind duidelijk te groot is, wordt een keizersnede overwogen.<br />

Tijdens de bevalling wordt meestal een infuus aangesloten om de bloedglucose te reguleren.<br />

Glucose en insuline kunnen dan toegediend worden als het nodig is. De bloedglucose zal<br />

tijdens de bevalling vaak gecontroleerd worden. Nadat de baby is geboren is zal het infuus<br />

verwijderd worden. De insulinebehoefte zal afnemen en de insulinedosis zal teruggebracht<br />

worden naar het niveau van voor de zwangerschap. Als voor de zwangerschap tabletten<br />

werden gebruikt, zullen deze meestal na de bevalling weer gebruikt kunnen worden.<br />

Ook tijdens borstvoeding is een goede regulering van de bloedglucose belangrijk U kunt<br />

gewoon borstvoeding geven. Wel geldt dat een goede regulering van de bloedglucose<br />

belangrijk is. Dit kan moeilijk zijn in deze periode, omdat u ook de zorg voor de baby hebt.<br />

Een bijzonder geval: zwangerschaps<strong>diabetes</strong><br />

Soms ontstaat <strong>diabetes</strong> tijdens de zwangerschap. Deze vorm van <strong>diabetes</strong> ontstaat in de<br />

tweede helft van de zwangerschap en verdwijnt na de bevalling doorgaans weer.<br />

Vaak treedt deze vorm van <strong>diabetes</strong> bij elke zwangerschap opnieuw op. De kans om na een<br />

zwangerschap op oudere leeftijd een blijvende <strong>diabetes</strong> te ontwikkelen is groter dan bij vrouwen<br />

die geen zwangerschaps<strong>diabetes</strong> hebben doorgemaakt. Dit <strong>type</strong> <strong>diabetes</strong> komt bij ongeveer<br />

vier procent van de zwangerschappen voor.<br />

Tijdens elke zwangerschap ontstaan schommelingen in de bloedglucose. Hormonen van de<br />

zwangere vrouw gaan namelijk het effect van insuline tegen, en er gaat glucose vanuit het<br />

moederlijk bloed naar het ongeboren kind (de foetus). Omdat de alvleesklier meer insuline<br />

maakt, kunnen deze schommelingen in de bloedglucose in de hand worden gehouden.<br />

Bij sommige vrouwen lukt dit net niet. Hierdoor raakt de bloedglucose ontregeld en ontstaat<br />

zwangerschaps<strong>diabetes</strong>. Zwangerschaps<strong>diabetes</strong> wordt hiel verder niet beschreven.

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!