Zorgboek diabetes type 1 - Bvvde
Zorgboek diabetes type 1 - Bvvde
Zorgboek diabetes type 1 - Bvvde
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
Tabletten<br />
Vooraf<br />
Merknaam en stofnaam<br />
Geneesmiddelen hebben twee namen: een stofnaam en een merknaam. De stofnaam is de<br />
naam van de werkzame stof. De merknaam is de naam die de fabrikant aan het tablet geeft.<br />
Omdat meerdere fabrikanten hetzelfde geneesmiddel kunnen maken, zijn er soms meerdere<br />
merknamen bij één stofnaam.<br />
We noemen eerst de stofnaam, zonder hoofdletter. De merknamen staan ertus sen haakjes<br />
achter, met hoofdletter. Soms wordt het tablet ‘merkloos’ op de markt gebracht; stof- en merknaam<br />
zijn dan hetzelfde.<br />
Als u meer wil weten over medicijnen<br />
Als u meer wilt weten over de medicijnen kunt u terecht op internet: www.apotheek.nl. U kunt<br />
ook bellen met de Geneesmiddel-Infolijn (van de KNMP, de overkoepelende organisatie van<br />
Nederlandse apothekers): 0900 - 999 88 00 (€ 0,20 pm).<br />
Soorten tabletten die de bloedglucose verlagen<br />
Tabletten die de bloedglucose verlagen worden gebruikt door mensen met <strong>type</strong> 2 <strong>diabetes</strong>. Niet<br />
alle mensen met dit <strong>type</strong> <strong>diabetes</strong> hebben deze tabletten nodig. Eerst wordt geprobeerd om de<br />
bloedglucose te reguleren door af te vallen. Pas als het niet lukt om zo de bloedglucose omlaag<br />
te krijgen worden tabletten gebruikt. Mensen met <strong>type</strong> 2 <strong>diabetes</strong> gebruiken alleen tabletten als<br />
hun lichaam zelf ook nog insuline kan maken.<br />
metformine<br />
sulfonylureumderivaten (SUD)<br />
thiazolidinedionen (TZD)<br />
ATP-afhankelijke kaliumkanaalblokkers<br />
nieuwe middelen: sitagliptine en exenatide<br />
Welke soort tabletten krijgt u?<br />
Een behandeling met tabletten wordt stap voor stap opgebouwd. Na iedere stap zal het effect<br />
op uw bloedglucose worden beoordeeld. Als uw bloedglucose daarna nog steeds te hoog is, zal<br />
de arts de volgende stappen nemen.<br />
Stap 1<br />
De eerste stap in het opbouwschema is metformine.<br />
Stap 1a<br />
Soms kan metformine niet worden gegeven omdat er een contraindicatie of een overgevoeligheid<br />
bestaat. In dat geval kan de arts een sulfonylureumderivaat als monotherapie voorschrijven.<br />
Stap 1b<br />
Als stap 1a onvoldoende effect heeft en er is sprake van een BMI i 27, een hart-of vaatziekte maar<br />
geen (aanwijzingen voor) hartfalen, dan kan een thiazolidinedione als monotherapie worden<br />
voorgeschreven. Hierbij gaat de voorkeur uit naar pioglitazon, omdat hiervan de effectiviteit is<br />
aangetoond; bij rosiglitazon is dat niet het geval. Daarbij komt dat er bij beide middelen twijfel<br />
bestaat over de langetermijnveiligheid (hartinfarct), maar met name bij rosiglitazon.<br />
Stap 2<br />
De tweede stap in het opbouwschema is metformine plus een tweede middel. Dit gebeurt als<br />
metformine als monotherapie onvoldoende effect heeft. Welk middel wordt toegevoegd, hangt<br />
af van uw gewicht en van eventuele bijkomende aandoeningen.