Zorgboek diabetes type 1 - Bvvde

Diabetes: een verhoogde bloedglucose
De hoeveelheid glucose in het bloed wordt de bloedglucosespiegel of kortweg bloedglucose
genoemd. Mensen met diabetes hebben een verhoogde bloedglucosespiegel/bloedglucose. In
het vervolg zullen we steeds de term ‘bloedglucose’ gebruiken.
Verloop
De diagnose is meestal snel duidelijk
Als u te veel glucose in uw bloed hebt, krijgt u bepaalde klachten: dorst, veel plassen enzovoort.
Waarschijnlijk hebt u van deze klachten al langer last gehad. Vroeg of laat bent u daarom naar
de arts gegaan. Na enkele onderzoeken heeft de arts u verteld dat u diabetes hebt. Anders
gezegd: de arts stelde de diagnose diabetes.
Uw klachten verdwijnen door de behandeling
Nadat de diagnose is gesteld, wordt met de behandeling begonnen. Het doel van de
behandeling is om de verhoogde bloedglucose te verlagen, zodat de hoeveelheid glucose in het
bloed weer (min of meer) normaal wordt. Het is de bedoeling dat de bloedglucose op dit peil
blijft. Als dit lukt zullen uw klachten verdwijnen en hebt u in het dagelijks leven normaal
gesproken nauwelijks last van de diabetesklachten.
Na jaren kunnen nieuwe klachten (late complicaties) ontstaan
Op den duur (na jaren) kunnen er door diabetes ook nog andere klachten ontstaan. Dit worden
‘late gevolgen’ of ‘late complicaties’ genoemd. Deze klachten kunnen te maken hebben met de
ogen, de nieren, het hart en de bloedvaten, de zenuwen en de voeten.
Behandeling
Regulatie van de bloedglucose
Hoewel u in het dagelijks leven niet of nauwelijks klachten meer zult hebben, is het wel van
belang dat de behandeling door blijft gaan. Elke dag moet u proberen een normale hoeveelheid
glucose in uw bloed te hebben. Dit wordt het reguleren van de bloedglucose genoemd.
Aanpassen van de voeding
Uw voeding wordt waarschijnlijk aangepast. Gelet wordt onder andere op de hoeveelheid
koolhydraten (die als glucose in het bloed wordt opgenomen), de hoeveelheid vet en het tijdstip
van de maaltijden. Hierbij krijgt u hulp van een diëtiste.
U gebruikt medicijnen
Bij diabetes worden meestal medicijnen gebruikt. Mensen met type 1 diabetes gebruiken
insuline. Mensen met type 2 diabetes gebruiken bloedglucoseverlagende tabletten of insuline.
Nieuwe behandelingen
Er wordt onderzoek gedaan naar nieuwe behandelingen van diabetes. Deze behandelingen zijn
nog experimenteel. In de toekomst kunnen misschien alle mensen met diabetes baat hebben bij
deze behandelingen.
Insuline wordt gemaakt in de alvleesklier. Dit gebeurt in een bepaald deel van de alvleesklier,
de ‘eilandjes van Langerhans’. Bij veel mensen niet diabetes werken deze eilandjes niet
goed. Door deze eilandjes te transplanteren wordt geprobeerd de productie van insuline weer
op gang te helpen.
Sinds 2000 bestaat er een apparaatje dat onder de huid ingebracht wordt. Dit meet
voortdurend de bloedglucose. Over een aantal jaren hoopt men hier een insulinepomp aan te
kunnen koppelen. De toediening van insuline wordt dan voortdurend automatisch aangepast
aan de behoefte. Deze ontwikkeling wordt de kunstmatige bètacel genoemd.