Zorgboek diabetes type 1 - Bvvde

“Mijn trouwe onderdanen, zo noem ik ze vaak. De meeste mensen denken niet zo vaak aan
hun voeten. Deed ik trouwens ook nooit. Maar eigenlijk is dat raar. Zonder voeten zou je,
letterlijk, geen stap verder komen... Door die diabetes ben ik veel meer aandacht aan mijn
voeten gaan besteden, maar ik vind eigenlijk dat iedereen dat zou moeten doen. Eert uw
onderdanen! ...”
Schoenen
In het algemeen geldt dat goede schoenen prettig moeten zitten, voldoende steun geven en
geen extra druk op bepaalde plaatsen van de voet veroorzaken. De pasvorm is dus belangrijk.
Hier vindt u tips die u kunnen helpen bij het kiezen van de juiste schoenen.
Koop schoenen aan het eind van de dag, als uw voeten iets zijn opgezet: zo voorkomt u dat
u uw schoenen te krap koopt.
Pas altijd beide schoenen in de winkel. Bij sommige mensen is de ene voet groter dan de
andere. Koop daarom altijd schoenen in de maat van de grootste voet.
Let niet alleen op de schoenmaat: maat 40 van merk A is niet altijd even groot als maat 40
van merk B. Let daarom vooral op de pasvorm en ga er niet van uit dat een bepaalde maat u
zal passen.
Pas de schoenen zoals u ze ook gaat dragen. Trek de veters goed aan en strik ze op de
juiste manier. Alleen dan kunt u goed aanvoelen of de schoenen goed zitten.
Ga altijd staan en loop een tijdje in de winkel rond als u de schoenen aan hebt. Als u loopt of
staat, staan de voeten altijd iets meer naar voren, waardoor u goed kunt voelen of de
schoenen niet te krap zitten. Uw tenen moeten in uw schoen vrij kunnen bewegen, zowel in
de breedte als in de hoogte. Als uw tenen en nagels in de knel zitten, kunnen er pijnklachten
ontstaan. Als u twijfelt of de schoenen te krap zitten, koopt u ze dan liever niet. Te krappe
schoenen kunnen wondjes veroorzaken.
Geloof niemand die u vertelt dat de schoenen wel zullen ‘uitlopen’. Schoenen worden niet
groter naarmate u ze langer draagt. Wel kan het bovenleer iets soepeler worden en zich
aanpassen aan het model van uw voeten. Koop daarom alleen schoenen die u direct goed
passen.
Kies voor schoenen met een goede sluiting op uw wreef, liefst een vetersluiting. De sluiting
mag niet knellen of irriteren.
Ook een goede, stevige hielomsluiting (contrefort) is belangrijk. Hoe steviger de achterkant
van de schoen, hoe minder kans u hebt dat u enkels zwikken. De hielomsluiting mag niet met
de duim in te duwen zijn.
Zorg ervoor dat de hakhoogte zodanig is dat uw kuit ontspannen is tijdens het dragen. De
hakhoogte mag maximaal 3 cm zijn.
Kies ook voor een brede hak. Hoe breder de hak, hoe stabieler u op uw voeten staat.
Een buigbare onderzool is het beste, bij voorkeur van rubber. Dit zorgt voor meer
schokdemping en meer grip.
Zorg ervoor dat de zool buigt waar uw voorvoet buigt, zodat een goede afwikkeling mogelijk
is. Test dit door de schoen met uw hand te buigen.
Kies liever niet voor laag uitgesneden schoenen. Dit soort schoenen geeft geen of weinig
steun, waardoor de schoenen slippen bij de hiel. Om dit slippen te voorkomen wordt bij deze
schoensoort snel gekozen voor een kleinere maat, waardoor de tenen weer in de knel
komen.
Let op stiksels, naden of versieringen op of in de schoen. Deze geven niet mee en worden
ook niet soepeler. Hierdoor kunnen drukplekken ontstaan. Voel altijd even met uw hand in de
schoen om te bepalen of de binnenkant voldoende glad is afgewerkt.
Kies bij voorkeur voor een leren schoen. Leer zorgt voor een goede ventilatie, een soepelere
pasvorm en is duurzaam.
Als u moeite hebt met het aantrekken van uw schoenen, kunt u kiezen voor elastische veters.
Deze kunt u van tevoren op de juiste lengte en spanning strikken, waardoor u een soort
instapschoen krijgt.
Wissel uw schoenparen om de dag af. Zo krijgen ze de kans om te drogen.