Zorgboek diabetes type 1 - Bvvde

Was regelmatig uw handen met water en zeep. In elk geval voor u gaat koken, na aanraking
met rauw vlees en als u naar het toilet bent geweest.
Gebruik steeds schone messen, lepels en snijplanken.
Zet bederfelijke producten meteen na gebruik terug in de koelkast.
Bewaar kliekjes altijd in de koelkast en niet langer dan 2 dagen.
Bewaar geen resten van afhaalmaaltijden.
Neem elke dag een schone vaatdoek.
Praktische tips
Misverstanden
Tot de koolhydraten behoren ook verschillende soorten suiker. Vroeger werd gedacht dat suiker
de bloedglucose erg snel verhoogt. Het werd mensen met diabetes daarom ontraden om suiker
te gebruiken. Fabrikanten maakten om deze reden allerlei suikervrije producten, zoals snoep,
koek en gebak. Onderzoek heeft echter aangetoond dat suiker de bloedglucose niet sneller of
sterker laat stijgen dan andere koolhydraten. Er is dus geen reden om suiker te vermijden, zolang u
er maar voor zorgt dat de hoeveelheid koolhydraten in evenwicht is met de insuline of de tabletten.
Het maakt niet om wat voor suiker het gaat: wit of bruin, kandij, rietsuiker enzovoort.
Suikervrij gebak, chocolade en dergelijke worden afgeraden. Ze bevatten vaak de zoetstoffen
die energie bevatten (zogenaamde polyolen), veel verzadigd vet en extra calorieën. Ze kunnen
diarreeklachten veroorzaken. Als u wilt snoepen kunt u dit beter doen door iets uit een maaltijd
weg te laten en in plaats daarvan een klein puntje gewoon gebak te nemen.
Light frisdrank en zoetjes kunnen wel handig zijn: ze leveren geen calorieën, dus ze kunnen u
helpen om af te vallen of op een goed gewicht te blijven. Ook zijn ze handig als u aan frisdrank
en suiker ‘geen koolhydraten wilt besteden’.
Op andere tijden eten
Een uurtje eerder of later eten is meestal geen probleem. De tabletten of de insuline gebruikt u
dan ook een uurtje eerder of later. Als u echt veel later eet dan anders, bijvoorbeeld vanwege
een diner, wordt het wat anders. U kunt met uw diëtist, arts of diabetesverpleegkundige
overleggen wat u in zulke situaties het beste kunt doen.
Uit eten
Er is geen enkel bezwaar om uit eten te gaan. U kunt de gewone voedingsadviezen
aanhouden. Als u onzeker bent over een bepaald gerecht, kunt u vragen wat er precies in zit,
zodat u kunt bepalen of u het wilt hebben of niet.
Feestje
Ook een feestje hoeft geen probleem te zijn. U kunt bijvoorbeeld een tussenmaaltijd overslaan
en dan op het feestje wat hapjes nemen. Vertel eventueel degene die het feestje geeft dat
speciale diabetesproducten niet nodig zijn, of dat u een suikervrije of light frisdrank juist wel
prettig zou vinden.
Op reis
Als u op reis gaat verandert u veel gewoonten, ook wat het eten betreft. Bijvoorbeeld: u eet op
andere tijden, u eet een ander soort voedsel enzovoort.
Ramadan en vasten
Bij sommige geloven zijn er perioden waarin minder wordt gegeten en gedronken. Dit wordt
‘vasten’ genoemd. Voorbeelden zijn de islamitische Ramadan en de katholieke Vasten. Zowel