Zorgboek diabetes type 1 - Bvvde
Zorgboek diabetes type 1 - Bvvde
Zorgboek diabetes type 1 - Bvvde
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
14. Zelfcontrole<br />
Samenvatting<br />
Een belangrijk behandeldoel is het op een goed peil houden van uw bloedglucose. Om dit te<br />
kunnen doen is het nodig dat u regelmatig uw bloedglucose meet. Meten is immers weten.<br />
Door regelmatig uw bloedglucose te meten, kunt u controleren of de behandeling goed verloopt.<br />
Eventueel kunt u de behandeling aanpassen. Op die manier helpt het meten u om een zo<br />
normaal mogelijk leven te leiden.<br />
Zelfcontrole is op zichzelf niet zo moeilijk. Sommige mensen vinden het echter moeilijk om in<br />
gezelschap te testen.<br />
U meet volgens een schema dat u met de arts of de <strong>diabetes</strong>verpleegkundige hebt afgesproken. Dit<br />
schema verschilt per persoon. In bepaalde gevallen moet u extra testen, zoals bij een hypo.<br />
Een <strong>diabetes</strong>dagboek kan handig zijn om overzicht te houden op het verloop van de<br />
behandeling. In het dagboek noteert u de uitslagen van uw metingen, wanneer u medicijnen<br />
gebruikt, wanneer u eet en een aantal bijzonderheden, bijvoorbeeld dat u gesport hebt.<br />
Het testen zelf verloopt in een aantal stappen. U prikt bloed, brengt dit bloed aan op een<br />
teststrookje en leest het teststrookje af met de bloed-glucosemeter.<br />
Meten is weten<br />
Reguleren van de bloedglucose<br />
Een hoofddoel van de behandeling van <strong>diabetes</strong> is om uw bloedglucose zo normaal mogelijk te<br />
houden: niet te hoog en niet te laag. Om dit te bereiken past u onder meer uw voeding aan en<br />
gebruikt u medicijnen (insuline of tabletten). U doet dit voor een groot deel zelf. Anders gezegd:<br />
u ‘reguleert’ zelf uw bloedglucose.<br />
Bloedglucosetest: zelfcontrole<br />
Bij dit reguleren van uw bloedglucose hoort dat u zo nu en dan uw bloedglucose controleert. Dit<br />
heet zelfcontrole. U doet dit door uw bloedglucose te testen: de bloedglucosetest. Door te<br />
testen weet u precies hoe hoog uw bloedglucose is, en dus of de behandeling goed verloopt. Er<br />
wordt daarom wel gezegd: meten is weten.<br />
“Ik test mezelf overal, net waar ik op dat moment ben. Het kan me niets schelen of mensen<br />
het zien of niet. De meeste mensen reageren er trouwens heel goed op. Zeker als je het<br />
even uitlegt begrijpen ze het snel. Als ik met m’n hockeyploegje in de kleedkamer zit test ik<br />
ook altijd, voor en na de wedstrijd. Daar worden vaak grapjes over gemaakt. Zo, zeggen ze<br />
dan, is het weer tijd voor de dopingcontrole?”<br />
Doel<br />
Zelfcontrole<br />
U doet aan zelfcontrole om te weten hoe hoog uw bloedglucose is. Deze is niet altijd hetzelfde.<br />
Dit hoeft ook niet, want ook bij mensen zonder <strong>diabetes</strong> verandert de hoeveelheid glucose in<br />
het bloed. Het is een soort golfbeweging, met kleine pieken en dalen.<br />
De regel is: de pieken mogen niet te hoog zijn en de dalen niet te diep. De bloedglucose moet<br />
dus binnen bepaalde boven- en ondergrenzen blijven. De meting is bedoeld om dit te<br />
controleren.