Jaarverslag 2008 - De Oever

5.1. Missierealiserend niveau - CAT.1BIS
PRIAC 3. Timemanagement: Tegen december
2009 kan ieder teamlid een evenwicht
vinden tussen het administratieve werk/
aanwezigheid op de bureau en de begeleidingscontacten
met jongeren/ aanwezigheid
in de leefgroep
Door deze Priac te volgen zijn we bewuster geworden
van het evenwicht (administratief werk, bureauwerk
enerzijds en begeleidingscontacten met jongeren
anderzijds) dat niet altijd gehaald wordt. In de eerste
fase zijn er 3 werkdomeinen (verslaggeving, dienstoverdracht
en dagboek) geselecteerd om te scoren naar
tijdsinvestering. Deze scoring geeft aan dat een rustige
werkomgeving en gepland werken voorwaarden zijn om
rond verslaggeving efficient bezig te zijn. Ook hebben
we de dienstoverdrachten uitgeprobeerd aan de hand
van getypte overdrachten met een duidelijke tijdsafbakening,
wat een duidelijke tijdsbesparing tot gevolg
heeft. Ook is duidelijk geworden dat dagboeknotities in
een meer beknoptere en meer gestructureerde vorm
efficiënter en sneller werkt. Een verdere en nog meer
doorgedreven evaluatie en bijsturing van deze gedane
scoring wordt verder gepland waaruit we hopen te kunnen
komen tot een nog efficienter werken op bovenstaande
domeinen,waardoor er meer tijd en ruimte komt
voor de effectieve contacten met de jongeren. Deze
Priac wordt nog verder gevolgd in 2009.
3. ACTIES
ACTIE 1. Verder zetten van het participatief
werken met jongeren
In 2007 hebben we een Priac rond participatief werken
uitgewerkt om te komen tot een betere communicatie
met de jongeren. Het participatief werken en denken
met jongeren is zeker een bewust aandachtspunt
gebleven. Het onderhandelen met jongeren, zowel op
individueel vlak als op groepsvlak is aangehouden. Het
loslaten van het nastreven van een door begeleiding
gewenst resultaat van een opgezette onderhandeling
met jongeren is niet altijd makkelijk, zeker niet binnen
een team dat door de talrijke wisselingen zelf nog erg
zoekend is.
Ook de wekelijkse groepsgesprekken, waar jongeren
de ruimte krijgen om eigen ideeën en voorstellen naar
voren te brengen en samen met begeleiding te
bespreken, zijn goed ingeburgerd in de werking en
geven jongeren ruimte in het participatief zoeken.
Ook in het hanteren van een bredere participatie bij het
opstellen van het hulpverleningstraject (handelingsplan)
bij de aanvang van de begeleiding en bij de evolutiebesprekingen
om de zes maanden geeft jongeren meer
de ruimte om hun eigen mening en wensen te vertalen
in hun eigen doelen en hun eigen te doorlopen traject.
ACTIE 2. Het uurroostersysteem verder
evalueren
Het gehanteerde uurroostersysteem is regelmatig op
de teamvergadering geëvalueerd. Er wordt gekozen
voor het huidig gehanteerd systeem met de langere
diensten op zondag en de teamvergaderingsdag.
De zaterdagdienst wordt wel opgesplitst. Afspraak is dat
we met het vernieuwde team dit uurroostersysteem nog
blijven hanteren met een regelmatige evaluatie hiervan
(om de zes maand) op teamniveau.
ACTIE 3. Contextbegeleiding verhogen en
tandemwerking Contextbegeleiding/ Individuele
begeleiding
Deze omschakeling is een grote aanpassing geweest
waar we nog steeds zoekende in zijn. Van de individuele
begeleid(st)ers vraagt dit meer inzet en verantwoordelijkheid,
wat een opwaardering van het individueel
begeleiderschap oplevert en een positief gevoel
aan de individuele begeleiding bezorgt. Voor de
contextbegeleiding betekent dit meer overleg met de
context en met consulenten, wat zeker positief ervaren
wordt, doordat men meer verbindend kan werken in
functie van het welzijn van de jongere. Het overleg
tussen individuele begeleid(st)er en de contextbegeleidster
is zeer belangrijk, waarbij enkel de relevante info
nog moet doorgegeven worden. Voor de teamverantwoordelijke
is het takenpakket wel uitgebreid, maar
de halftijdse vrijstelling uit de uurrooster geeft hier ook
meer ruimte voor.
JAARVERSLAG 2008 - DE OEVER VZW
27