Jaarverslag 2008 - De Oever

38
5.1. Missierealiserend niveau - CAT.1
A. Evaluatie 2008
1. ALGEMENE EVALUATIE
VAN HET WERKJAAR 2008
Als we terugkijken naar 2008 stellen we vast dat we ook
dit werkjaar in Het luik geconfronteerd worden met
nieuwe uitdagingen, veranderingen en onvoorziene
omstandigheden. Dank zij het engagement en de
"kracht" van het team, zijn we er in gelukt om de
vooropgestelde teamdoelen (priac en acties) te realiseren.
Een hoge bezetting, met 12 kinderen in huis, betekent
veel drukte en legt de knelpunten bloot van onze infrastructuur:
te klein en vooral te onoverzichtelijk.
Wijzigingen in de samenstelling van de leefgroep (twee
kinderen vertrekken, terwijl vier kinderen worden
opgenomen), vragen ook telkens tijd en extra aandacht
voor het garanderen van een veilig en betrouwbaar
leefklimaat.
De evolutie van de verzwaring van de problematieken
bij de opgenomen kinderen blijft zich verder zetten. Zo
worden we geconfronteerd met de opname van twee
kinderen met een autistische problematiek. Hoe hiermee
omgaan? In hoeverre kunnen we, met onze personeelsomkadering,
ervaring en deskundigheid,
de juiste zorg bieden voor deze kinderen?
HET LUIK
Ook in de context van de kinderen (vooral bij de ouders)
worden we geconfronteerd met veel beweging, onvoorspelbaarheid
en zware problematieken. Psychiatrische
problematieken en ouders die kampen met verslavingsproblemen,
maken de contextbegeleiding nog moeilijker.
Een (onverwachte) confrontatie met seksueel
grensoverschijdend gedrag binnen de leefgroep, brengt
binnen het team een boeiend leerproces op gang.
De kwaliteit van de verslaggeving (handelingsplan, evolutieverslag,
eindverslag) is verbeterd maar blijft een
aandachtspunt en zal ook in 2009 aandacht vragen binnen
de teambesprekingen. Het is een groeiproces wat
nog niet teneinde is. In de cliëntbesprekingen op het
team wordt meer diepgang vastgesteld. De nieuwe leidraad
die we hierbij gebruiken is een goed hulpmiddel.
Het pakket van de praktisch-huishoudelijke taken van
de leefgroepbegeleiding is omvangrijk en steeds moeilijker
te combineren met de andere taken. Stilstaan bij
de vraag, in hoeverre moeten we de praktischehuishoudelijke
taken van de leefgroepbegeleiding bijsturen
en verminderen?, wordt een actie voor 2009.
2. PRIAC'S
PRIAC 1. Tegen einde 2008 is er een verbeterde
communicatie binnen de begeleiding
(individuele begeleid(st)er-jongere) met
vooral aandacht voor verhoogde openheid,
inspraak en participatie
Aan de hand van de methodiek uit het DJINN - rapport
(participatieprocessen in de Bijzondere Jeugdzorg),
hebben we een participatieanalyse uitgevoerd.
Doel: zicht krijgen op en versterken van de inspraak en
participatie van de kinderen in drie ontwikkelingsruimtes:
1. Materiële- en verzorgingsruimte (hier ligt de focus op
de infrastructuur, de verzorging en het materieel aanbod):
hebben de kinderen iets te zeggen over de infrastructuur,
indeling van hun kamers, over het eten,
de algemene verzorging,...?
2. Leer-, activiteits- en ervaringsspeelruime: hier ligt
de focus op de ruimte die kinderen hebben/krijgen voor
individuele ontplooiing (inspraak bij invulling vrije tijd,
sportkampen, schoolkeuzen, tv-programma's, internet,...)
3. Hulpverleningsruimte(hierbij gaat het om de participatie
bij bv intake, begeleidingsgesprekken, verslaggeving;
kunnen de kinderen hun dossier inkijken of