08.09.2013 Views

WET EN MENS - van Dick Wortel

WET EN MENS - van Dick Wortel

WET EN MENS - van Dick Wortel

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

ambtelijke vertegenwoordigers, te weten <strong>van</strong> de gemeente, de rijksconsulent en het arbeidsbureau,<br />

en drie vertegenwoordigers <strong>van</strong> de werknemersorganisaties, te weten het N.V.V., het<br />

C.N.V. en de K.A.B., de voorloper <strong>van</strong> het N.K.V. Vanaf dit moment was er een formele<br />

betrokkenheid <strong>van</strong> de vakbeweging in het geheel <strong>van</strong> de sociale werkvoorziening. In grote<br />

lijnen meende het landelijke overlegorgaan <strong>van</strong> de drie vakcentrales N.V.V., K.A..B. en<br />

C.N.V., de Raad <strong>van</strong> Vakcentrales, bij monde <strong>van</strong> J. Roukema (De Vakbeweging 1952, 235),<br />

dat de nieuwe regeling “doortrokken is <strong>van</strong> de sociale opvattingen, die het ministerie <strong>van</strong><br />

Sociale Zaken zo sterk hebben gekenmerkt”. Natuurlijk bleef er nog wel wat te wensen over.<br />

Zo zou de vakbeweging graag zien dat deze arbeiders onder de werkingssfeer <strong>van</strong> de sociale<br />

verzekering zouden worden gebracht. Er waren geen redenen meer waarom de gemeenten<br />

bezwaar zouden kunnen hebben tegen het uitvoeren <strong>van</strong> de regeling. Het subsidiepercentage<br />

was verhoogd tot 95% voor werken bestemd voor arbeiders in groep I, de tijdelijk werkloos<br />

zijnde personen, en tot 90% voor werken, die uitgevoerd konden worden door arbeiders uit<br />

groep II, de langdurig werkloos zijnde personen.<br />

“Het zaad ligt klaar om gezaaid te worden”, schreef Roukema, “Dat onze mensen er<strong>van</strong><br />

weten te profiteren”.<br />

Van Mastrigt schreef in het jaarverslag over 1951 (p. 22) dat op 29 juni 1952 [sic!] de<br />

installatie plaats vond <strong>van</strong> de Commissie voor de Gemeentelijke Sociale Werkvoorzieningsregeling<br />

voor handarbeiders. Deze Commissie had ten doel om mindervalide arbeiders aan werk<br />

te helpen.<br />

In 1951 kwam de Commissie vijf maal bijeen “om verschillende werkobjecten te<br />

bespreken” en om de mensen daarvoor aan te wijzen. Het loon voor deze mensen was 30%<br />

boven hun sociale Bijslagsregeling en kon in sommige gevallen zelfs hoger zijn.<br />

Van Mastrigt nam zitting in deze Commissie Sociale Werkvoorziening voor<br />

Handarbeiders. Daarnaast zat hij ook in de Plaatselijke Revisie Commissie, Commissie<br />

Werkverruiming Hoofdarbeiders en in de Raad voor Bescherming Bevolking (Jaarverslag<br />

1952, 9). In het jaarverslag over 1952 verzorgde hij voor het eerst een verslag <strong>van</strong> deze<br />

Commissie voor Sociale Werkvoorzing voor Handarbeiders.<br />

In dat zelfde jaar werd nog een andere belangrijke ontwikkeling gestart. In juni vond er een<br />

congres plaats <strong>van</strong> de Nederlandse Vereniging Sociale Zorg voor Mindervaliden, de A.V.O.<br />

Daar werd gesproken over de tewerkstelling <strong>van</strong> mindervaliden in industrie en bedrijf, in<br />

beschutte werkplaatsen en door middel <strong>van</strong> huisarbeid. Het ging verder over loonvaststelling,<br />

de invaliditeitsrente, die kon worden ingetrokken als de mindervalide in de beschutte werkplaats<br />

of thuis meer dan een derde verdiende <strong>van</strong> het loon dat hij placht te verdienen, toen hij<br />

nog niet invalide was. Daar werd ook gesproken over de sociale wetgeving, die in het ene<br />

geval wel op mindervaliden <strong>van</strong> toepassing waren en in andere gevallen niet. Er heerste chaos<br />

op dat gebied en het congres meende dat er moest worden gestudeerd op maatregelen die<br />

enige orde konde scheppen. De minister <strong>van</strong> Sociale Zaken, Joekes, luisterde aandachtig toe<br />

en beloofde de problematiek te zullen bestuderen. In november 1951 liet de minister een<br />

schrijven uitgaan naar de Sociaal-Economische Raad (S.E.R.), waarin hij meedeelde dat er bij<br />

de regering herhaaldelijk op werd aangedrongen om de blinden, die hetzij in een<br />

werkinrichting voor blinden, hetzij thuis werkten, zo veel mogelijk onder de bepalingen <strong>van</strong><br />

de sociale wetgeving te laten vallen. Hij vroeg de S.E.R om advies over de vraag “of het<br />

inderdaad wenselijk moet worden geacht de blinden en andere, met name te noemen groepen<br />

mindervaliden, onder de werking <strong>van</strong> de sociale verzekeringswetten te brengen, en zo ja, op<br />

welke wijze dit zou kunnen worden verwezenlijkt” (De Vakbeweging 1952, 292). De S.E.R<br />

stelde een commissie in met drie werkgeversvertegenwoordigers, drie<br />

werknemersvertegenwoordigers, een voorzitter <strong>van</strong> een Raad <strong>van</strong> Arbeid en een directeur <strong>van</strong><br />

9

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!