WET EN MENS - van Dick Wortel
WET EN MENS - van Dick Wortel
WET EN MENS - van Dick Wortel
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
uitgesloten om alle zaterdagen te sluiten. Echter dan moest de arbeidstijd <strong>van</strong> 9 uur en 12<br />
minuten per dag worden opgevoerd. Dit leek de vakbeweging voor werknemers in de GSWregeling<br />
te lang. Men zou dan ook plaatselijk zorgvuldig moeten overwegen of de werktijd zó<br />
lang moet duren, temeer omdat men er vooral ook nog rekening mee moet houden, dat de<br />
werknemers naar en <strong>van</strong> de werkplaatsen en de objecten vervoerd moeten worden. De lonen<br />
<strong>van</strong> de GSW ondergingen dus geen wijziging als gevolg <strong>van</strong> de arbeidstijdverkorting.<br />
Ongeacht hoe men de werktijd wilde spreiden, zullen 48 uurlonen per week worden betaald.<br />
Overigens lag het in het voornemen <strong>van</strong> de staatssecretaris om met ingang <strong>van</strong> 1 januari 1962<br />
de arbeidsduur terug te brengen tot 45 uur per week. Echter was er ook de bepaling dat in zeer<br />
bijzondere gevallen een directe invoering <strong>van</strong> de 45-urige werkweek in overweging kon<br />
worden genomen. Dit kon echter alleen maar gebeuren op grond <strong>van</strong> de plaatselijke situatie<br />
en door tussenkomst <strong>van</strong> de betrokken rijksconsulent en vergezeld <strong>van</strong> een advies <strong>van</strong> de<br />
GSW-commissie (De Vakbeweging 1961, 218).<br />
Kritiek uitte de vakbeweging op die circulaire <strong>van</strong> de staatssecretaris in verband met de<br />
invoering <strong>van</strong> de vijfdaagse werkweek. In deze circulaire drong hij aan op het treffen <strong>van</strong><br />
maatregelen, die er op moesten zijn gericht om productieverlies dat het gevolg kon zijn <strong>van</strong><br />
de arbeidstijdverkorting zo veel mogelijk tegen te gaan. Die maatregelen moesten volgens<br />
hem vooral worden gezocht in de sfeer <strong>van</strong> een doelmatige organisatie <strong>van</strong> de uitvoering <strong>van</strong><br />
de diverse werkzaamheden, opvoering <strong>van</strong> de efficiëncy door o.a. geleidelijke verbetering <strong>van</strong><br />
productie- en werkmethoden en een goede selectie <strong>van</strong> werkobjecten. Hij achtte dit <strong>van</strong><br />
belang voor de sociale werkplaatsen en in het bijzonder voor een juiste revalidatie <strong>van</strong> de<br />
werknemers. De vakcentrales benadrukten het grote belang <strong>van</strong> de leidinggevende staf, die<br />
begrip moet hebben voor de velerlei psychologische en ethische facetten die aan de<br />
tewerkstelling in GSW-verband zijn verbonden. “De leidinggevende leeft immers met de<br />
geplaatste werknemers mee. Dat kan men altijd zeggen <strong>van</strong> de topleiding”, aldus de centrales,<br />
“men dient toch niet uit het oog te verliezen, dat men het niet met gezonde werknemers te<br />
doen heeft, maar met gehandicapten in al hun schakeringen, die mogelijk ook thuis met<br />
moeilijkheden te kampen hebben en waarover men op het werk piekert” (Jaarverslag 1961,<br />
36).<br />
Per 1 januari 1962 werden de lonen voor de GWS-werknemers met 5% verhoogd. Tevens<br />
werd de werktijd verkort <strong>van</strong> 46 tot 45 uur. In die nieuwe lonen en uitkeringsbepalingen<br />
waren bepalingen opgenomen die op een week omgerekende invaliditeitsrente, inclusief de<br />
toeslagen, niet hoger mocht zijn dan een bedrag gelijk aan het vastgestelde loon, inclusief de<br />
huurcompensatie, vermeerderd met f 10,- per week. Aangezien de rente met toeslagen in takt<br />
bleef en rechtstreeks aan de betrokkene werd uitbetaald, moest op het loon een aftrek worden<br />
toegepast ter grootte <strong>van</strong> het eventuele surplus. Die maatregel <strong>van</strong> staatssecretaris Roolvink<br />
had niet de instemming <strong>van</strong> de vakcentrales. Mensen die in de GSW-regeling waren opgenomen,<br />
waren alleen gehandicapt en “het zou heus niet zo verschrikkelijk zijn wanneer zij op<br />
grond <strong>van</strong> deze tekortkoming daarvoor een zekere compensatie zouden krijgen. Men zou<br />
zulks kunnen zien als een soort smartegeld”, aldus secretaris Langezaal <strong>van</strong> de N.V.V.afdeling<br />
(Jaarverslag 1961, 4). Dat de belangstelling voor deze mensen naar het vrije bedrijf<br />
zou worden afgeremd, leek de vakbeweging onjuist: “Deze gehandicapten zullen over het<br />
algemeen nimmer in het vrije bedrijf kunnen en mogen terugkeren”.<br />
HOOFDSTUK 3<br />
THEO DE WILDE IN DE WSW-COMMISSIE<br />
23