WET EN MENS - van Dick Wortel
WET EN MENS - van Dick Wortel
WET EN MENS - van Dick Wortel
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
anenpool was bestemd voor iedereen die minimaal drie jaar werkzoekend was en voor wie<br />
geen ander arbeidsmarktinstrument, zoals scholing of een werkervaringsproject, met als doel<br />
om bemiddeling naar een reguliere baan mogelijk te maken.<br />
De regelgeving schreef voor dat gemeenten verantwoordelijk waren voor het opzetten <strong>van</strong><br />
een stichting, waarin de banenpool werd ondergebracht. In het bestuur daar<strong>van</strong> hadden veelal<br />
ook maatschappelijke groeperingen en/of werknemers- en werkgeversorganisaties zitting.<br />
Op 26 juli 1991 werden de statuten <strong>van</strong> de Stichting Weerwerk gepasseerd voor notaris<br />
Stöger te Den Haag ten overstaan <strong>van</strong> de burgemeesters <strong>van</strong> Leiden, C.H. Goekoop, <strong>van</strong><br />
Voorschoten, P. Cannegieter en <strong>van</strong> Leiderdorp, A.J.A.L. Bruggeman. Doel <strong>van</strong> de stichting<br />
was betaald werk te bieden aan moeilijk bemiddelbare werkloze jongeren en het bevorderen<br />
<strong>van</strong> werkervaring, vorming en scholing <strong>van</strong> de werknemers ter versterking <strong>van</strong> hun positie op<br />
de arbeidsmarkt en doorstroming naar ander werk. Zij trachtte haar doelstelling te bereiken<br />
door het aanbieden <strong>van</strong> een dienstverband voor onbepaalde tijd, het detacheren <strong>van</strong> werknemers,<br />
het bevorderen <strong>van</strong> “boventallige” arbeidsplaatsen, het scheppen <strong>van</strong> voorwaarden voor<br />
het ontwikkelen <strong>van</strong> scholingsmogelijkheden en samenwerking met al die organisaties die<br />
kunnen bijdragen aan het doel <strong>van</strong> de stichting. Het bestuur werd voorgezeten door de wethouder<br />
<strong>van</strong> de gemeente Leiden die de werkloosheidsbestrijding in zijn portefeuille had.<br />
Voorts bestond het bestuur uit twee leden te benoemen door de burgemeesters en wethouders<br />
<strong>van</strong> de gemeenten Alkemade, Leiden, Leiderdorp, Oegstgeest, Voorschoten en Zoeterwoude,<br />
één lid, voor te dragen door een representatieve werkgerversorganisatie en één lid, voor te<br />
dragen door een representatieve werknemersorganisatie.<br />
De banenpool<br />
De banenpool was een redelijk succes. In Rotterdam waren in 1995 3100 personen in dienst,<br />
dat betekende dat er gemiddeld 100 banen per maand gecreëerd werden; landelijk werden er<br />
in de periode 1990-1994 21.400 banen gerealiseerd. Een banenpoolmederwerker had een contract<br />
voor onbepaalde tijd met de banenpoolstichting, die zijn werkgever was. Kwam iemand<br />
zonder werk te zitten, dan was de stichting verplicht om naar een nieuwe banenpoolbaan op<br />
zoek te gaan. Het dienstverband bleef gedurende die periode in stand. De banenpoler<br />
verdiende blijvend het minimumloon en bouwde geen pensioen op. De minster redeneerde dat<br />
de doorstroming naar hetr vrije bedrijf belemmerd zou worden, wanneer de banenpooler meer<br />
zou gaan verdienen.<br />
De banen dienden ‘additioneel’ te zijn, dat wil zeggen toevoegd, niet bestaand. De medezeggenschapscommissie<br />
of de OR moet voor een baan zijn instemming verlenen. Daarna<br />
werd de baan nog getoetst door een toetsingscommissie. Voorts waren de eisen dat het werk<br />
op functieschaal 1 stond, omdat het minimumloon betaald moest worden. Hoger<br />
gekwalificeerd werk werd afgewezen, omdat men anders onderbetaald zou zijn. Om dezelfde<br />
reden mocht de banenpooler nooit eindverantwoordelijkheid dragen en werden er ook geen<br />
opleidings- en ervaringseisen gesteld. De betrokken instelling diende het personeelsverloop<br />
<strong>van</strong> de laatste drie jaar op te geven. Nam bijvoorbeeld het aantal reguliere plaatsen in een<br />
bedrijf af en het aantal additionele toe, dan zou dat kunnen duiden op verdringing en werd de<br />
baan “afgetoetst”. De baan mocht dan ook niet regulier in de organisatie voorkomen of<br />
onlangs wegbezuinigd zijn. Ook daarbij was drie jaar de norm. Een congiërgebaan op een<br />
school, die tien jaar daarvoor was wegbezuinigd, kon dus door middel <strong>van</strong> de banenpool weer<br />
terugkeren. Tenslotte mochten de banen niet concurrerend zijn naar de markt, zo was men<br />
terughoudend met betrekking tot schoonmaakfuncties in de schoonmaak, omdat men anders<br />
61