WET EN MENS - van Dick Wortel
WET EN MENS - van Dick Wortel
WET EN MENS - van Dick Wortel
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
welbespraaktheid, een onevenredig grote invloed op het verloop <strong>van</strong> de vergadering te<br />
hebben. De vertegenwoordiger <strong>van</strong> de vakbeweging moest zich er<strong>van</strong> bewust zijn dat zijn<br />
stem evenveel rechten had als die <strong>van</strong> de anderen. Er was geen vetorecht en wanneer de<br />
stemmen staakten had niemand, ook de voorzitter niet, een grotere invloed op het<br />
uiteindelijke advies. Er was geen verplichting om te komen tot een unaniem advies. Als één<br />
of twee leden <strong>van</strong> de commissie zich niet konden verenigen met het advies dat de<br />
meerderheid wilde uitbrengen dan moest er in het verslag daar uitdrukkelijk aantekening <strong>van</strong><br />
worden gemaakt. De vertegenwoordigers moesten er dus op letten dat zij niet door de<br />
beroepsvertegenwoordigers in de commissie zouden worden platgewalst door hun<br />
(vermeende) overwicht aan kennis.<br />
De vertegenwoordigers <strong>van</strong> de vakbeweging waren ook geen volstrekt neutrale, onpartijdige<br />
figuren in de commissie. Zij waren gehouden om regelmatig ruggespraak te hebben met<br />
hun vakcentrale en met de vakbond die binnen de SW actief was: de AbvaKabo en het C.F.O.<br />
Ze moesten terdege rekening houden met de belangen <strong>van</strong> de WSW-werknemers. De<br />
rechtspositie en de doelgroep waren daar<strong>van</strong> de belangrijke onderdelen. Net als alle andere<br />
standpunten die door of namens de vakbeweging worden ingenomen, moesten ook de<br />
activiteiten <strong>van</strong> de vakbewegingsvertegenwoordiger controleerbaar en beïnvloedbaar zijn.<br />
Voortdurend hadden de vertegenwoordigers ervoor te waken dat de kwalitatieve en<br />
kwantitatieve werkgelegenheid voor gehandicapte werknemers behouden werd.<br />
Een belangrijk punt was het aanstellingsbeleid, waar het commissielid zich mee moest<br />
bemoeien. De aanstellingen in de A- of de B-categorie waren voor hem punten <strong>van</strong> aandacht.<br />
Voor de A-categorie gold een proeftijd <strong>van</strong> twee maanden, die met tweemaal twee maanden<br />
kon worden verlengd, dus maximaal zes maanden. Gezien de rechtsonzekerheid <strong>van</strong> werknemers<br />
in de proeftijd was het nodig dat de vertegenwoordigers goed in de gaten hielden dat<br />
daar geen misbruik <strong>van</strong> werd gemaakt. Het Burgerlijk Wetboek (artikel 1639n) was immers<br />
<strong>van</strong> toepassing. Voor de B-categorie gold een test- en trainingsperiode <strong>van</strong> een jaar. Tijdens<br />
die periode kreeg men geen loon, maar behield men de uitkering. Steeds vaker bleek het voor<br />
te komen dat werknemers een test- en trainingsperiode kregen voorgeschreven terwijl zij<br />
eigenlijk tot de A-categorie behoorden. De vertegenwoordiger diende daar stelling tegen<br />
nemen.<br />
Een ander groot probleem waarmee de vertegenwoordiger werd geconfronteerd waren de<br />
gigantische wachtlijsten. Het was voor de toelatingscommissie <strong>van</strong> groot belang ervoor te<br />
zorgen dat zij alle aanvragen onder ogen kreeg. De belangen <strong>van</strong> het management en die <strong>van</strong><br />
de groep waarvoor de WSW is bedoeld, liepen door het regeringsbeleid ver uiteen. Het management<br />
werd gedwongen steeds efficiënter te werken en had dus alle belang bij werknemers<br />
die een goede arbeidsprestatie konden leveren. De tendens op de arbeidsmarkt om voor gelijkwaardige<br />
functies beter gekwalificeerde arbeidskrachten aan te trekken vond men versterkt<br />
terug in de werkverbanden. Dat zou kunnen leiden tot “Moord op de Sociale werkvoorziening”,<br />
zoals de kop <strong>van</strong> een artikel uit het FNV-magazine (30 oktober 1987) luidde. Bij de<br />
aanstelling dreigde de voorkeur uit te gaan naar lichtgehandicapten of zelfs naar mensen<br />
zonder handicap (langdurig werklozen).<br />
In een poging om kostendekkend te gaan draaien werden er door sommige SW-instellingen<br />
allerlei constructies bedacht, die het mogelijk moesten maken dat niet-gehandicapten werknemers<br />
in de sociale werkvoorziening aan de slag gingen. De vakcentrales waarschuwden<br />
daartegen. Deze niet-gehandicapten namen daar de leukste en interessantste functies in.<br />
Bovendien werd daardoor het tempo opgejaagd. Zo werkte dat nu eenmaal wanneer een paar<br />
mensen die alles konden ook in de productie aangesteld zouden worden. Het gevolg was een<br />
toename <strong>van</strong> het ziekteverzuim, sfeerverslechtering en het wegvallen <strong>van</strong><br />
5