Codex Secundair Onderwijs - COC
Codex Secundair Onderwijs - COC
Codex Secundair Onderwijs - COC
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
Onderafdeling 2 : Vaststelling van het totale werkingsbudget en de voorafnamen<br />
Art. 324. §1.Voor het begrotingsjaar 2009, dat de kredieten omvat voor het schooljaar<br />
2008-2009, is het startbedrag voor de werkingsmiddelen voor het buitengewoon<br />
secundair onderwijs 23.865.000 euro.<br />
§2. De berekening van het werkingsbudget vanaf begrotingsjaar 2010 gebeurt als volgt:<br />
1° vanaf begrotingsjaar 2010 tot en met begrotingsjaar 2015 wordt het werkingsbudget<br />
voor het buitengewoon secundair onderwijs jaarlijks berekend op basis van de kredieten<br />
die in de algemene uitgavenbegroting van de Vlaamse Gemeenschap van het vorige<br />
begrotingsjaar als werkingsbudget bestemd zijn voor het buitengewoon secundair<br />
onderwijs, vermeerderd met 30 % van de loonkosten van de leden van het<br />
vastbenoemde meesters-, vak- en dienstpersoneel van het buitengewoon secundair<br />
gemeenschapsonderwijs van het vorige begrotingsjaar;<br />
2° voor het begrotingsjaar 2016 wordt het werkingsbudget voor het buitengewoon<br />
secundair onderwijs berekend op basis van de kredieten die in de algemene<br />
uitgavenbegroting van de Vlaamse Gemeenschap van het vorige begrotingsjaar als<br />
werkingsbudget bestemd zijn voor het buitengewoon secundair onderwijs, vermeerderd<br />
met 60 % van de loonkosten van de leden van het vastbenoemde meesters-, vak- en<br />
dienstpersoneel van het buitengewoon secundair gemeenschapsonderwijs van het<br />
vorige begrotingsjaar;<br />
3° voor het begrotingsjaar 2017 wordt het werkingsbudget voor het buitengewoon<br />
secundair onderwijs berekend op basis van de kredieten die in de algemene<br />
uitgavenbegroting van de Vlaamse Gemeenschap van het vorige begrotingsjaar als<br />
werkingsbudget bestemd zijn voor het buitengewoon secundair onderwijs, vermeerderd<br />
met de volledige loonkosten van de leden van het vastbenoemde meesters-, vak- en<br />
dienstpersoneel van het buitengewoon secundair gemeenschapsonderwijs van het<br />
vorige begrotingsjaar;<br />
4° vanaf 2018 wordt het werkingsbudget voor het buitengewoon secundair onderwijs<br />
jaarlijks berekend op basis van de kredieten die in de algemene uitgavenbegroting van<br />
de Vlaamse Gemeenschap van het vorige begrotingsjaar als werkingsbudget bestemd<br />
zijn voor het buitengewoon secundair onderwijs.<br />
§3. Voor het begrotingsjaar 2009 wordt het bedrag van 23.865.000 euro<br />
vermenigvuldigd met de aanpassingscoëfficiënten A1 en A2.<br />
Vanaf begrotingsjaar 2010 wordt het bedrag, verkregen na de toepassing van §2,<br />
vermenigvuldigd met de aanpassingscoëfficiënten A1 en A2.<br />
De coëfficiënten A1 en A2 worden als volgt berekend :<br />
1° A1 = 0,6 + 0,4 (punten 1/punten 0), waarbij :<br />
a) punten 1 = het totale aantal punten voor schoolkenmerken, zoals berekend na de<br />
toepassing van artikel 326, voor de leerlingen van het buitengewoon secundair<br />
onderwijs op 1 februari van het vorige schooljaar;<br />
b) punten 0 = het totale aantal punten voor schoolkenmerken, zoals berekend na de<br />
toepassing van artikel 326, voor de leerlingen van het buitengewoon secundair<br />
onderwijs op 1 februari van het voorlaatste schooljaar;<br />
2° A2 = Cx-1/(Cx-2), waarbij :<br />
322 Artikel 5, §1, 2° : Decreet van 4/7/2008 betreffende de werkingsbudgetten in het secundair onderwijs en tot<br />
wijziging van het decreet basisonderwijs wat de werkingsbudgetten betreft. In de codificatie is hier de bepaling<br />
schoolkenmerken voor het buitengewoon onderwijs hernomen, en zonder inhoudelijke wijzigingen.<br />
Codificatie betreffende het secundair onderwijs/173