Libellen in de Wellemeersen - Natuurpunt
Libellen in de Wellemeersen - Natuurpunt
Libellen in de Wellemeersen - Natuurpunt
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
Gomphus pulchellus (Selys, 1840)<br />
Plasrombout<br />
Biotoop<br />
De Plasrombout is <strong>in</strong> ons land vooral te v<strong>in</strong><strong>de</strong>n aan eer<strong>de</strong>r grote<br />
plassen, zoals <strong>in</strong> diverse groeven, ou<strong>de</strong> rivierarmen en vijvers, bij<br />
voorkeur op een zandige, maar ook en lemige of kleiige bo<strong>de</strong>m.<br />
De plassen hebben een spaarzame drijven<strong>de</strong> en on<strong>de</strong>rgedoken<br />
watervegetatie. Ge<strong>de</strong>elten van <strong>de</strong> oevers hebben een kale bo<strong>de</strong>m.<br />
In m<strong>in</strong><strong>de</strong>re mate ook kalmere <strong>de</strong>len van rivieren, beken en<br />
kanalen. Van alle rombouten is <strong>de</strong> Plasrombout het m<strong>in</strong>st af-<br />
hankelijk van stromend water, maar heeft waarschijnlijk wel zuur-<br />
stofrijk water nodig.<br />
Imago’s<br />
Imago’s wor<strong>de</strong>n vaak ver van het water waargenomen en bij het<br />
water wor<strong>de</strong>n zel<strong>de</strong>n grote aantallen gezien. Patrouilleren<strong>de</strong><br />
mannetjes vliegen laag langs oevers van plassen, kanalen en<br />
beekjes. Over het par<strong>in</strong>gsgedrag is we<strong>in</strong>ig bekend, waarnem<strong>in</strong>g<br />
van tan<strong>de</strong>ms zijn uiterst zeldzaam. De par<strong>in</strong>g v<strong>in</strong>dt vaak plaats <strong>in</strong><br />
ruigtes op enige afstand van het water. De eieren kunnen door het<br />
vrouwtje op twee manieren wor<strong>de</strong>n afgezet. Ze kan <strong>in</strong> <strong>de</strong> vegetatie<br />
gaan zitten, waar ze een grote klomp eieren uitperst die aan het<br />
achterlijf blijft plakken. Hierna vliegt ze naar het water en strijkt <strong>de</strong><br />
eieren met korte dopen<strong>de</strong> beweg<strong>in</strong>gen van het achterlijf op het<br />
water, om hierop terug te vliegen en een nieuwe klomp te persen.<br />
Copula Gomphus pulchellus – Foto Joost Mertens<br />
Bij <strong>de</strong> twee<strong>de</strong> manier zet ze <strong>de</strong> eieren af met een frequentie van<br />
één ei om <strong>de</strong> twee secon<strong>de</strong>n. Mogelijk verkiest ze <strong>in</strong> stromend wa-<br />
ter <strong>de</strong> eerste manier, <strong>in</strong> rustiger water <strong>de</strong> twee<strong>de</strong>. Het mannetje is<br />
bij <strong>de</strong> eiafzet aanwezig. Het contact met het water maakt <strong>de</strong> eieren<br />
kleverig, waardoor zij aan planten of op <strong>de</strong> bo<strong>de</strong>m blijven vast-<br />
zitten.<br />
Biotoop van <strong>de</strong> larven<br />
De larven leven <strong>in</strong>gegraven <strong>in</strong> een bij voorkeur bo<strong>de</strong>m van leem of<br />
an<strong>de</strong>r fijn sediment. Zij zijn vaak met leem besmeurd en zoeken<br />
vaak <strong>de</strong> plaatsen op waar een <strong>de</strong>trituslaag van afgestorven plan-<br />
tenresten ligt. Vermoe<strong>de</strong>lijk heeft dit te maken met het groter<br />
voedselaanbod en bescherm<strong>in</strong>g tegen predatie van vissen.<br />
Vliegtijd<br />
Van beg<strong>in</strong> mei tot e<strong>in</strong>d augustus, maar <strong>de</strong> grootste aantallen tus-<br />
sen e<strong>in</strong>d mei en beg<strong>in</strong> juli.<br />
Verbreid<strong>in</strong>gsvermogen<br />
Uit on<strong>de</strong>rzoek blijkt dat <strong>de</strong> Plasrombout tamelijk plaatstrouw is.<br />
Zwervers buiten <strong>de</strong> populatiegebie<strong>de</strong>n zijn zeldzaam. De uitbrei-<br />
d<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> soort <strong>in</strong> <strong>de</strong> 20 e eeuw dankt zij voornamelijk aan weg-<br />
aanleg en <strong>de</strong> bijhoren<strong>de</strong> afgrav<strong>in</strong>gen. Hierdoor ontston<strong>de</strong>n heel<br />
wat geschikte biotopen en kon het areaal noordwaarts wor<strong>de</strong>n<br />
uitgebreid.<br />
Geken<strong>de</strong> waarnem<strong>in</strong>gen voor 1996<br />
Een zwervend mannetje werd door DUMONT waargenomen op<br />
18/06/1964, jagend langs <strong>de</strong> spoorwegberm aan <strong>de</strong> Kle<strong>in</strong>e<br />
Zavelput (WMD 34).<br />
Waarnem<strong>in</strong>gen <strong>in</strong> <strong>de</strong> perio<strong>de</strong> 1996-2007<br />
Tussen 2 en 9 juni 2002 werd een mannetje gezien aan <strong>de</strong> Kle<strong>in</strong>e<br />
Zavelput (WMD 34). Tussen 12 en 15 augustus 2002 verbleven<br />
twee <strong>in</strong>dividuen, vermoe<strong>de</strong>lijk ook mannetjes, aan <strong>de</strong> Depotvijver<br />
(WMD 18). Gezien geen tekenen van voortplant<strong>in</strong>g wer<strong>de</strong>n<br />
gevon<strong>de</strong>n, g<strong>in</strong>g het ook hier om zwerven<strong>de</strong> dieren.<br />
Bescherm<strong>in</strong>g<br />
In het algemeen gaat <strong>de</strong> Plasrombout er niet op achteruit en is een<br />
directe bescherm<strong>in</strong>g niet nodig.<br />
Besluit<br />
De waargenomen Plasrombouten <strong>in</strong> <strong>de</strong> <strong>Wellemeersen</strong> betreffen<br />
stuk voor stuk zwerven<strong>de</strong> dieren.<br />
68<br />
Gomphus pulchellus