Libellen in de Wellemeersen - Natuurpunt
Libellen in de Wellemeersen - Natuurpunt
Libellen in de Wellemeersen - Natuurpunt
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
Sympetrum flaveolum (L<strong>in</strong>naeus, 1758)<br />
Geelvlekhei<strong>de</strong>libel<br />
Biotoop<br />
De Geelvlekhei<strong>de</strong>libel is te v<strong>in</strong><strong>de</strong>n bij vrijwel elk type stilstaand<br />
water van allerlei grootte en aard. Zeer voedselrijke en onbegroei-<br />
<strong>de</strong> milieus wor<strong>de</strong>n vaak geme<strong>de</strong>n. Bij <strong>de</strong> voortplant<strong>in</strong>gswateren is<br />
er meestal een bre<strong>de</strong> gor<strong>de</strong>l van vegetatie van on<strong>de</strong>r an<strong>de</strong>re<br />
zeggen (Carex ssp.), russen (Juncus ssp.), biezen (Scirpus ssp.) of<br />
ook paar<strong>de</strong>nstaart (Equisetum). De voorkeur gaat hierbij uit naar<br />
ondiepe, snel opwarmen<strong>de</strong> plassen met een sterk wisselen<strong>de</strong><br />
waterstand. Deze plassen vallen tij<strong>de</strong>ns <strong>de</strong> zomer meestal droog.<br />
Ook <strong>in</strong> drassige graslan<strong>de</strong>n v<strong>in</strong>dt voortplant<strong>in</strong>g plaats.<br />
Imago’s<br />
Vers uitgeslopen imago’s versprei<strong>de</strong>n zich naar allerlei zonnige<br />
plekjes om daar geslachtsrijp te wor<strong>de</strong>n. In dit stadium wor<strong>de</strong>n<br />
soms grote trekvluchten gemaakt, met hon<strong>de</strong>r<strong>de</strong>n <strong>in</strong>dividuen<br />
samen. Het voortplant<strong>in</strong>gsgedrag van <strong>de</strong> Geelvlekhei<strong>de</strong>libel is<br />
vergelijkbaar met dat van an<strong>de</strong>re hei<strong>de</strong>libellen. Mannetjes bezetten<br />
een zitplaats bij water en wachten op vrouwtjes. De par<strong>in</strong>g v<strong>in</strong>dt<br />
plaats <strong>in</strong> <strong>de</strong> omr<strong>in</strong>gen<strong>de</strong> vegetatie en duurt vaak een halfuur. De<br />
eiafzet vangt aanvankelijk <strong>in</strong> tan<strong>de</strong>m aan, waarbij het vrouwtje met<br />
herhaal<strong>de</strong> dippen<strong>de</strong> beweg<strong>in</strong>gen <strong>de</strong> eieren afzet. Als het mannetje<br />
loslaat gaat het vrouwtje alleen door, waarbij hij haar vliegend of<br />
zittend bewaakt.<br />
De eieren wor<strong>de</strong>n gewoonlijk afgezet op natte plekken, droog ge-<br />
vallen oevers en mod<strong>de</strong>r, vaak <strong>in</strong> lage, halfopen vegetatie.<br />
Dergelijke plekken staan ’s zomers droog en komen pas <strong>in</strong> <strong>de</strong> w<strong>in</strong>-<br />
ter on<strong>de</strong>r water te staan.<br />
Biotoop van <strong>de</strong> larven<br />
De levenscyclus is eenjarig. De larven komen <strong>in</strong> het voorjaar uit<br />
het ei en kunnen zich b<strong>in</strong>nen twee maan<strong>de</strong>n ontwikkelen. Zij leven<br />
tussen <strong>de</strong> waterplanten.<br />
Vliegtijd<br />
Door hun snelle ontwikkel<strong>in</strong>g kunnen <strong>de</strong> larven al vroeg uitsluipen.<br />
De eerste imago’s wor<strong>de</strong>n soms al <strong>in</strong> mei en beg<strong>in</strong> juni gevon<strong>de</strong>n,<br />
wat heel vroeg is voor een hei<strong>de</strong>libel. De meeste verschijnen voor-<br />
al <strong>in</strong> augustus.<br />
Verbreid<strong>in</strong>gsvermogen<br />
Zowel <strong>in</strong> België, als <strong>in</strong> <strong>de</strong> rest van Europa fluctueert <strong>de</strong> aanwezig-<br />
Mannetje Geelvlekhei<strong>de</strong>libel - Foto Henk Wallays<br />
heid van Sympetrum flaveolum <strong>in</strong> <strong>de</strong> tijd. De soort wordt bepaal<strong>de</strong><br />
jaren talrijk, neemt dan af om bijna volledig te verdwijnen, en wordt<br />
dan terug vrij algemeen waargenomen. Vermoe<strong>de</strong>lijk komen die<br />
toename overeen met kolonisatiegolven van dieren uit Oost-<br />
Europa.<br />
In 1995 vond zo’n kolonisatie plaats, toen <strong>in</strong> juli door een oostelijke<br />
strom<strong>in</strong>g een ware <strong>in</strong>vasie van hei<strong>de</strong>libellen op gang kwam. In<br />
<strong>de</strong>ze zwermen vlogen ook <strong>in</strong>dividuen mee van Sympetrum danae,<br />
Sympetrum sangu<strong>in</strong>eum en Sympetrum vulgatum. Na <strong>de</strong>rgelijke<br />
<strong>in</strong>vasies volgen doorgaans vestig<strong>in</strong>gen op nieuwe locaties. De<br />
afname nadien zou te wijten kunnen zijn aan het ger<strong>in</strong>ge<br />
voortplant<strong>in</strong>gssucces waardoor populaties <strong>in</strong> België zich op veel<br />
plaatsen niet <strong>in</strong> stand kunnen hou<strong>de</strong>n.<br />
Geken<strong>de</strong> waarnem<strong>in</strong>gen voor 1996<br />
Tij<strong>de</strong>ns <strong>de</strong> observatieperio<strong>de</strong> van DUMONT varieer<strong>de</strong> <strong>de</strong> aanwe-<br />
zigheid van Sympetrum flaveolum sterk. Zij was algemeen <strong>in</strong><br />
1958-1959 en verdween nadien 9 jaar om dan weer te verschijnen<br />
op het e<strong>in</strong><strong>de</strong> van <strong>de</strong> waarnem<strong>in</strong>gsperio<strong>de</strong> <strong>in</strong> 1969-1970.<br />
De waarnem<strong>in</strong>gen situeer<strong>de</strong>n zich steeds aan of <strong>in</strong> <strong>de</strong> omgev<strong>in</strong>g<br />
van <strong>de</strong> bomputten op het Arendsveld (WMD 101).<br />
DUMONT stel<strong>de</strong> tevens vast dat <strong>in</strong> jaren dat Sympetrum flaveolum<br />
talrijk is, Sympetrum striolatum schaarser is. Dit hangt vermoe<strong>de</strong>-<br />
lijk samen met <strong>de</strong> verschillen<strong>de</strong> trekricht<strong>in</strong>gen van bei<strong>de</strong> soorten;<br />
Sympetrum flaveolum komt uit het oosten, Sympetrum striolatum<br />
uit het zui<strong>de</strong>n.<br />
Waarnem<strong>in</strong>gen <strong>in</strong> <strong>de</strong> perio<strong>de</strong> 1996-2007<br />
In 1996, 2000, 2001, 2004 en 2007 wer<strong>de</strong>n geen waarnem<strong>in</strong>gen<br />
van <strong>de</strong> Geelvlekhei<strong>de</strong>libel opgetekend en slechts kle<strong>in</strong>e aantallen<br />
<strong>in</strong> 1998 en 2002. De overige jaren was ze algemeen en werd<br />
eiafzet en par<strong>in</strong>g vastgesteld, evenals uitsluipen<strong>de</strong> <strong>in</strong>dividuen.<br />
Uit <strong>de</strong> v<strong>in</strong>dplaatsen blijkt dui<strong>de</strong>lijk <strong>de</strong> voorkeur van <strong>de</strong>ze soort voor<br />
kle<strong>in</strong>e, droogvallen<strong>de</strong> plassen en drassige wei<strong>de</strong>n.<br />
De wisselwerk<strong>in</strong>g tussen <strong>de</strong> aantallen van striolatum en flaveolum<br />
is ook nu vrij dui<strong>de</strong>lijk af te lezen uit <strong>de</strong> waarnem<strong>in</strong>gen.<br />
De piek van <strong>de</strong> vliegperio<strong>de</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> <strong>Wellemeersen</strong> ligt tussen het<br />
laatste <strong>de</strong>ca<strong>de</strong> van juli en het eerste <strong>de</strong>ca<strong>de</strong> van september.<br />
Bescherm<strong>in</strong>g<br />
De Geelvlekhei<strong>de</strong>libel is een soort die leeft op <strong>de</strong> overgang van nat<br />
naar droog. Verdrog<strong>in</strong>g, kanalisatie en dra<strong>in</strong>age verkle<strong>in</strong>en het<br />
aanbod aan drassige biotopen en vormen een bedreig<strong>in</strong>g. Ook<br />
eutrofiër<strong>in</strong>g heeft waarschijnlijk een negatief effect.<br />
Besluit<br />
De aanwezigheid van Sympetrum flaveolum fluctueert <strong>in</strong> <strong>de</strong> tijd.<br />
De soort wordt bepaal<strong>de</strong> jaren talrijk, neemt dan af om daarna<br />
bijna volledig te verdwijnen, en wordt dan opeens terug vrij<br />
algemeen waargenomen. Na een <strong>in</strong>vasie uit Oost-Europa volgt<br />
doorgaans een afname die zou te wijten kunnen zijn aan het<br />
ger<strong>in</strong>ge voortplant<strong>in</strong>gssucces waardoor populaties <strong>in</strong> België zich op<br />
veel plaatsen niet <strong>in</strong> stand kunnen hou<strong>de</strong>n. Dit is <strong>in</strong> <strong>de</strong><br />
<strong>Wellemeersen</strong> niet an<strong>de</strong>rs. De voorkeur van <strong>de</strong>ze soort gaat <strong>in</strong> het<br />
reservaat uit naar kle<strong>in</strong>e, droogvallen<strong>de</strong> plassen en drassige<br />
wei<strong>de</strong>n.<br />
86<br />
Sympetrum flaveolum