05.05.2014 Views

Integrale Tekst - Onderwijsraad

Integrale Tekst - Onderwijsraad

Integrale Tekst - Onderwijsraad

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

king op de verschillende ‘typen’ leraren die naast elkaar bestaan binnen de verschillende<br />

onderwijssectoren als basisschool, vmbo en havo/vwo, bve-sector en op verschillen in<br />

takenpakketten tussen leraren binnen één school. In feite komt deze taakdifferentiatie<br />

voort uit de behoefte van leraren aan meer afwisseling en waardering en doet recht aan<br />

het feit dat ook in het lerarenberoep, door toenemende deskundigheid, er sprake is van<br />

een geleidelijke opbouw in complexiteit (Verloop & Lowyck, 2003). Op veel scholen<br />

wordt inmiddels horizontale functiedifferentiatie ingezet. Dit is echter veel minder het<br />

geval waar het gaat om verticale functiedifferentiatie, waarbij er een indeling is in het<br />

leraarschap op verschillende uitvoeringsniveaus. Scholen in het primair en voortgezet<br />

onderwijs passen verticale functiedifferentiatie nog maar op beperkte schaal toe<br />

(Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen, 2002b). Dit is niet zo vreemd,<br />

want het lerarenberoep heeft, in tegenstelling tot veel andere beroepen, in het verleden<br />

nooit een dergelijke formele opbouw gekend. Scholen die functiedifferentiatie vorm willen<br />

geven, moeten daarom nadenken over hoe zij het onderwijs willen organiseren en<br />

daaraan gerelateerd de wijze waarop zij het onderwijspersoneel dat betrokken is bij het<br />

primaire proces, inzetten.<br />

Op de ontwikkeling van verticale functiedifferentiatie is door deskundigen op verschillende<br />

manieren gereageerd. Verloop & Lowyck (2003) constateren dat in voorstellen<br />

omtrent verticale functiedifferentiatie vaak drie functieniveaus worden onderscheiden,<br />

namelijk de junior-leraar, de leraar en de senior-leraar, waarbij het senior-leraarschap na<br />

tien à vijftien jaar bereikbaar is. Volgens de auteurs is het belangrijk dat de stappen naar<br />

een hoger functieniveau niet automatisch plaatsvinden. Zij vinden dat bevordering naar<br />

een hoger functieniveau – gekoppeld aan een hoger salarisniveau – afhankelijk is van het<br />

functioneren van de leraar op het huidige niveau. Daarbij spelen volgens hen zaken een<br />

rol zoals de bijdrage van de leraar aan onderwijsontwikkeling in de school, maar ook de<br />

mate waarin de leraar door aanvullende scholing zelf de voorwaarden heeft geschapen<br />

voor het functioneren op een hoger niveau.<br />

In deze context speelt beloningsdifferentiatie een belangrijke rol. Beloningsdifferentiatie<br />

kan in principe berusten op vier pijlers. Traditioneel vindt beloning plaats op basis van de<br />

positie van de werknemer (de functieschaal). Bij een dergelijk beloningssysteem komt er<br />

jaarlijks een vaste, door anciënniteit te verdienen periodiek bij. Differentiatie en variatie<br />

in beloning kunnen vervolgens gekoppeld worden aan prestatie (feitelijk werkgedrag of<br />

output in afgelopen periode) en potentieel (actuele of ontwikkelbare inzetbaarheid). Bij<br />

invoering van beloningsdifferentiatie kan elk van deze pijlers meer of minder meespelen<br />

in het loon dat aan personeelsleden wordt betaald. In veel organisaties worden de regels<br />

voor de positie van de werknemer en de periodiciteit centraal vastgesteld. Er is dan<br />

sprake van een weinig flexibel beloningssysteem. De andere twee pijlers van prestatie en<br />

potentieel worden vaker gebruikt om decentraal beloningsdifferentiatie toe te kennen<br />

(Thijssen, 1997). Uit recent onderzoek blijkt dat aan het koppelen van beloning aan prestatie<br />

of potentie ook risico’s verbonden zijn. Omdat leraren verschillende en vaak tegenstrijdige<br />

doelen moeten nastreven, bestaat het gevaar dat zij zich op die doelen gaan<br />

concentreren die gemeten worden en andere uit het oog verliezen. Bovendien kan een<br />

dergelijk beloningssysteem concurrentie tussen leraren aanmoedigen, wat ten koste kan<br />

gaan van de onderlinge samenwerking (Waterreus, 2003). De raad constateert dat scholen<br />

en instellingen in het primair en voortgezet onderwijs en de bve-sector beloningsdifferentiatie<br />

nog maar weinig toepassen. Met het oog op de stimulering van de professionaliteit<br />

van leraren, als onderdeel van integraal personeelsbeleid, vraagt de raad zich<br />

46 <strong>Onderwijsraad</strong>, oktober 2003

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!