RUG01-001458187_2011_0001_AC

More documents

Recommendations

Info

de lidstaten structurele en culturele verschillen tussen inlichtingen- en veiligheidsdiensten, en datzelfde geldt voor de diplomatieke wereld. 230 Als de tijd nog niet rijp is voor een internationale (lees Europese) samenwerking tussen inlichtingen- en veiligheidsdiensten, dan kan men verwachten dat de tijd evenmin rijp is voor een pleidooi voor een verhoging van de openlijke samenwerking tussen de wereld van de inlichtingen- en veiligheidsdiensten en die van de diplomatieke wereld op Europees niveau. Europa is dus zeker op dat vlak nog steeds een ‘broos’ instituut. Het is belangrijk dat men zich daar bewust van wordt. De organisaties die een dreiging vormen voor de veiligheid en de democratie in Europa putten hier ongetwijfeld winst uit. We menen dat die nationale prioriteitenstelling op lange termijn nefast is voor de globale Europese aanpak van veiligheidsproblemen. Een eerste aanzet tot multilaterale samenwerking kan gezien worden in de oprichting van een Joint Situation Centre binnen de EU, gesitueerd binnen het algemeen secretariaat, kortweg SITCEN. 231 Dit is een dienst die inlichtingen produceert en daarbij gevoed wordt door de deelstaten. We zouden spreekwoordelijk kunnen zeggen dat het SITCEN een ‘Europese hofleverancier’ van inlichtingen is. Frankrijk, Duitsland, Spanje, Zweden het Verenigd Koninkrijk, Nederland en Italië hebben reeds een nationale inlichtingenanalist gedetacheerd. Een volgende meer officiële aanzet tot samenwerking op Europees niveau tussen inlichtingen- en veiligheidsdiensten en de diplomatieke wereld zou eruit kunnen bestaan om naar analogie van de conventie van Wenen een Europees verdrag te ontwerpen dat door de deelstaten kan ondertekend worden. De ‘European mindedness” zou gestimuleerd kunnen worden door de idee om in het kader van ernstige dreigingen officiële samenwerkingsakkoorden tussen nationale inlichtingen- en veiligheidsdiensten en de diplomatieke wereld in te richten, zolang daarbij maar rekening gehouden wordt met de erkenning van elkaars eigenheid. Zo ver zijn we natuurlijk niet en we zijn ons hiervan terdege bewust. Vooraleer een echte Europese samenwerking op gebied van inlichtingen- en veiligheidsdiensten en de diplomatieke wereld een feit is, zal er nog veel water naar de Europese zee moeten vloeien. De grotere lidstaten met sterker uitgebouwde inlichtingen- 230 MULLER-WILLE, B., For our eyes only? Shaping an intelligence community within the EU, Paris, The European Union Institute for Security Studies, 2004, 15-16. 231 Ibid., 29. 112
en veiligheidsdiensten zullen eerst bereid moeten zijn in dit verhaal mee te stappen. Kortom, deze masterproef houdt op basis van de opgedane bevindingen een pleidooi voor de verdere uitbouw op Europees niveau van de positieve kant van samenwerking tussen beide werelden, terwijl we niet mogen vergeten dat de diplomatieke wereld op Europees niveau ook het voorwerp van heimelijke operaties blijft zijn. Het is deze laatste verwevenheid die in de toekomst niet enkel door nationale inlichtingen- en veiligheidsdiensten mag bestreden worden, maar meer internationale aandacht verdient. 113
Page 1 and 2:
FACULTEIT RECHTSGELEERDHEID Inlicht
Page 3 and 4:
Verklaring inzake toegankelijkheid
Page 5 and 6:
LIJST MET GEBRUIKTE AFKORTINGEN ADI
Page 7 and 8:
INHOUDSTAFEL VOORWOORD…………
Page 9 and 10:
2.3.2 ‘Purposive sampling’ of d
Page 11 and 12:
INLEIDENDE BESCHOUWINGEN 1. Situeri
Page 13 and 14:
men met stijgende zekerheid zeggen
Page 15 and 16:
strategische opties voor een mogeli
Page 17 and 18:
De onderzoeksvragen die in deze mas
Page 19 and 20:
3. Praktijkgericht onderzoek en rel
Page 21 and 22:
We moeten vandaag, twee jaar later,
Page 23 and 24:
DEEL I: ONDERZOEKSKADER 1.1 Inleidi
Page 25 and 26:
(AIVD) bijvoorbeeld heeft een duide
Page 27 and 28:
samenwerking met andere (inter)nati
Page 29 and 30:
mede door de technische evolutie di
Page 31 and 32:
§2. Actoren in het Belgische inlic
Page 33 and 34:
werd ingeschakeld om de controle op
Page 35 and 36:
vormde de basis voor een aantal reg
Page 37 and 38:
We kunnen uit de organisatiestructu
Page 39 and 40:
van de oorlog. Slechts een jaar lat
Page 41 and 42:
c. Organisatiestructuur Figuur 4: O
Page 43 and 44:
contacten met de Belgische en de bu
Page 45 and 46:
Hoewel het OCAD een belangrijke act
Page 47 and 48:
§ 2.2.1 Het politieke gezag: MCIV
Page 49 and 50:
de controle op de naleving van de t
Page 51 and 52:
19 e eeuw was het mogelijk om voor
Page 53 and 54:
posten worden geaccrediteerd bij de
Page 55 and 56:
verhouding tussen staten (1961) zor
Page 57 and 58:
onderscheid gemaakt tussen aanvaard
Page 59 and 60:
Ten eerste: Inlichtingen- en veilig
Page 61 and 62: dienst maakte daartoe gebruik van a
Page 63 and 64: democratie kan een mogelijk gevolg
Page 65 and 66: enadering. Het zijn precies de type
Page 67 and 68: verzadigingspunt (‘saturatiepunt
Page 69 and 70: de steekproeftrekking helemaal niet
Page 71 and 72: ons te woord te staan op voorwaarde
Page 73 and 74: Wat betreft het luik Belgische inli
Page 75 and 76: daarom voor zich dat de respondente
Page 77 and 78: onderzoekers, maar is het resultaat
Page 79 and 80: 2.7 Methodologische beperkingen Hie
Page 81 and 82: hebben we oog voor de mate waarin d
Page 83 and 84: uitgevoerd door een speciale sectie
Page 85 and 86: “Als de diplomatieke wereld bepaa
Page 87 and 88: door te trekken valt naar buitenlan
Page 89 and 90: stagiairs er dus op attent gemaakt
Page 91 and 92: “Men dient steeds in het achterho
Page 93 and 94: hangen. Dus je kan ook nooit vragen
Page 95 and 96: gelegenheid maakt namelijk de dief
Page 97 and 98: deze praktijk gedurende de Koude Oo
Page 99 and 100: §3.3 Veiligheidsmachtiging intrekk
Page 101 and 102: §4.3 Systematische screening De sy
Page 103 and 104: situationele argumenten voor aangeb
Page 105 and 106: DEEL IV: ALGEMENE CONCLUSIE EN REFL
Page 107 and 108: Buitenlandse Zaken stuurt. Deze rap
Page 109 and 110: te kunnen realiseren. Een systemati
Page 111: de relatie in het kader van multila
Page 115 and 116: CRESWELL, J., Qualitative inquiry a
Page 117 and 118: Intelligence, security and policing
Page 119 and 120: SWANBORN, P., Basisboek sociaal ond
Page 121 and 122: K.B. van 8 maart 1940 tot de inrich
show all

RUG01-001458187_2011_0001_AC

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

Delete template?

Save as template?