RUG01-001458187_2011_0001_AC
RUG01-001458187_2011_0001_AC
RUG01-001458187_2011_0001_AC
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
veiligheidsonderzoeken uit met het oog op de aflevering van veiligheidsmachtigingen. 206 Dit<br />
wordt verduidelijkt door een respondent die lid is van het Comité I en werd ons bevestigd door de<br />
stagiair-diplomaat. Beide respondenten stellen dat niet alle diplomaten een veiligheidsmachtiging<br />
nodig hebben, maar enkel wanneer zij met geclassificeerde info in contact komen of in een<br />
‘gevoelige omgeving’ werken. Het is mogelijk dat op basis van het gevoerde onderzoek tot het<br />
besluit wordt gekomen dat de diplomaat in kwestie onvoldoende garanties biedt op het vlak van<br />
integriteit en veiligheid en hij/zij dus geen veiligheidsmachtiging krijgt. Die beslissing wordt<br />
formeel ter kennis gesteld, en de persoon in kwestie heeft dan de tijd om in beroep te gaan bij het<br />
beroepsorgaan. 207 Dit beroepsorgaan inzake veiligheidsmachtigingen, -attesten en -adviezen,<br />
waarvan de griffiefunctie wordt waargenomen door de administratie van het Vast Comité I, is<br />
onder andere bevoegd voor geschillen die betrekking kunnen hebben op het domein van de<br />
veiligheidsmachtigingen. 208<br />
3. De verbindingsofficier VSE-FOD Buitenlandse Zaken<br />
De VSE houdt er contacten op na met alle FOD’s die relevant zijn bij haar werking. Dit gebeurt<br />
door de aanstelling van verbindings- of ‘liaisonofficieren’. De functie van verbindingsofficier<br />
VSE- Buitenlandse Zaken komt in verschillende interviews, waaronder dat met de heer Dassen<br />
en de stagiair-diplomaat, naar voor als de officiële contactpersoon tussen de VSE en de FOD<br />
Buitenlandse Zaken. We hebben getracht deze persoon te traceren via de officiële kanalen zoals<br />
de website van de VSE en de FOD Buitenlandse Zaken, maar konden de functie zelf officieel niet<br />
terugvinden. 209 De heer Dassen wees ons er op dat de informatie waartoe de verbindingsofficier<br />
toegang krijgt eigenlijk beperkt is:<br />
206 JANSSENS, S., JANSSEN, C., en DE MAN, N., ‘De staatsveiligheid. Nieuwe uitdagingen, nieuwe strategie’,<br />
Politeia, 1996,13-14.<br />
207<br />
VAN LAETHEM, W., ‘Ik onbetrouwbaar? Rechtsmiddelen tegen het gebruik van Intelligence in het<br />
bestuursrecht’, Orde van de dag, 2008, 38.<br />
208 Beroepsorgaan inzake veiligheidsmachtigingen, veiligheidsattesten en veiligheidsadviezen, Activiteitenverslag<br />
2007, Brussel, 4.<br />
209 De stagiair-diplomaat beloofde ons te polsen of deze persoon bij deze studie betrokken kon worden en beweert de<br />
vragen die wij in het kader van deze masterproef hadden voorbereid te hebben doorgespeeld. Ook de poging tot<br />
contactname via de FOD Buitenlandse Zaken en de VSE draaide echter op niets uit. Er werd ons meegedeeld dat de<br />
verbindingsofficier niet bereid was tot medewerking aan onze studie.<br />
84