RUG01-001458187_2011_0001_AC
RUG01-001458187_2011_0001_AC
RUG01-001458187_2011_0001_AC
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
“Als de diplomatieke wereld bepaalde informatie niet wil vrijgeven, dan komt die<br />
niet ter kennis van de verbindingsofficier. De verbindingsofficier regelt eigenlijk<br />
enkel de contacten en fungeert als tussenpersoon die vragen doorspeelt. De<br />
verbindingsofficier is geen operationele agent, deze rekruteert ook geen<br />
diplomaten.”<br />
We betreuren dat we in deze thesis louter het bestaan van de functie kunnen opwerpen, en dat<br />
verder weinig gezegd kan worden over de inhoud en werking van deze functie zelf. In het<br />
bijzonder omdat de liaisonofficier VSE- Buitenlandse Zaken een heel centrale rol speelt in het<br />
onderhouden van contacten tussen twee, door uiterste discretie gekenmerkte diensten.<br />
4. De expert in internationale betrekkingen<br />
Binnen de Veiligheid van de Staat werd in 2006 een ondersteuningscel opgericht die uit<br />
verschillende experten bestond, één daarvan is de expert internationale betrekkingen. 210 In het<br />
B.S. lezen we dat de expert internationale betrekkingen op eigen initiatief advies kan geven over<br />
het door de Veiligheid van de Staat ontwikkelde beleid aangaande de internationale relaties met<br />
andere buitenlandse inlichtingendiensten, met internationale organisaties of met Belgische<br />
diplomatieke posten in het buitenland. De heer Dassen wees er tijdens een interview op dat het<br />
normaal is dat alle contacten tussen de VSE-FOD Buitenlandse Zaken (diplomaten) via officiële<br />
tussenschotten verlopen. Vanuit de diplomatie heerst immers heel sterk de idee dat men<br />
'accountable' moet blijven. Functies zoals de expert externe betrekkingen bieden volgens de heer<br />
Dassen een bijzonder interessant perspectief: hierdoor kan een dialoog ontstaan tussen de VSE en<br />
FOD- Buitenlandse Zaken op het beleidsniveau. De heer Dassen wees er wel op dat die dialoog<br />
eerder op algemeen niveau wordt gehouden. Het gaat om een rudimentaire wederzijdse<br />
kennisname van de activiteiten waar beide partijen voornamelijk mee bezig zijn en het geven van<br />
advies omtrent samenwerking.<br />
210 K.B. van 5 december 2006 betreffende het algemeen bestuur en de ondersteuningscel van de Veiligheid van de<br />
Staat, B.S., 8 december 2006.<br />
85