RUG01-001458187_2011_0001_AC
RUG01-001458187_2011_0001_AC
RUG01-001458187_2011_0001_AC
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
vormde tijdens de interviews een soort van ‘checklist’. 180 Met behulp hiervan kon snel gezien<br />
worden of de belangrijkste onderwerpen tijdens het interview al dan niet aan bod gekomen<br />
waren. De vragen die werden gesteld kwamen in psychologische volgorde, wat wil zeggen dat ze<br />
door de respondenten als logisch werden ervaren. Zo werden de te behandelen thema’s<br />
chronologisch geordend: eerst kwamen enkele algemene vragen over inlichtingen- en<br />
veiligheidsdiensten en/of diplomatie (afhankelijk of de informant tot de inlichtingenwereld dan<br />
wel dot de diplomatieke wereld behoorde), vervolgens kwam de relatie inlichtingen- en<br />
veiligheidsdiensten en de diplomatieke wereld aan bod. Eveneens werd erop gelet dat eerst de<br />
‘makkelijke/neutrale’ en pas daarna ‘de moeilijke/gevoelige’ topics aan bod kwamen, wat de<br />
antwoordbereidheid van de respondent opmerkelijk verhoogde. 181<br />
Op het einde van het interview werd steeds aan de respondent gevraagd of hij nog aanvullende<br />
opmerkingen of vragen had. Ook werd vermeld dat wanneer hij later nog iets bedenkt dat<br />
belangrijk kan zijn voor de onderzoeker hij ons steeds telefonisch of via mail kon bereiken.<br />
Verder vertelden we duidelijk wat er met de gegevens zou gebeuren in de toekomst.<br />
2.3.5 ‘Informed consent’ en bijkomende bemerkingen over de afname<br />
Deontologisch gezien wordt aan het principe van ‘Informd Consent heel veel belang<br />
gehecht. 182 ‘Informed consent’ wordt gedefinieerd als de onafhankelijk impliciet of expliciet<br />
uitgedrukte toestemming van de respondent om deel te nemen aan een onderzoek nadat deze<br />
goed en volledig werd ingelicht over het project. 183 Het afnemen van semi-gestructureerde diepteinterviews<br />
met de “key informants” in sectoren zoals de inlichtingen- en veiligheidsdiensten, die<br />
gekenmerkt worden door een waas van “geheimdoenerij” rond hun concrete operationele werking<br />
maakte ons van meet af aan heel alert bij de voorbereiding van de interviews. 184 Het spreekt<br />
180 BAARDA, D., DE GOEDE, M., KALMIJN, M., Basisboek enquêteren en gestructureerd interviewen, Houten,<br />
Educatieve partners, 2000, 18.<br />
181 BAARDA, D., DE GOEDE, M, en THEUNISSEN, J., o.c.,250-255.<br />
182 ISRAEL, M., (2004) ‘Ethics and the governance of criminological research in Australia: a report for the New<br />
South Wales Bureau of Crime Statistics and Research’ [WWW]. NSW Bureau of Crime Statistics and Research:<br />
http://www.lawlink.nsw.gov.au/lawlink/bocsar/ll_bocsar.nsf/vwFiles/R55.pdf/$file/R55.pdf [20/07/2010]<br />
183 HART, H., BOEIJE, H., HOX, J., ‘Introductie: wetenschap als communicatieproces’ in Onderzoeksmethoden, ’T<br />
HART, H., BOEIJE, H., HOX, J., (eds.), Amsterdam, Boom, 49-50.<br />
184 Voorbeelden van vroeger onderzoek rapporteerde reeds een terughoudendheid in deze sector om openlijk over de<br />
werkzaamheden te praten (zie bijvoorbeeld VAN ALTERT en TEMMERMAN).<br />
74