RUG01-001458187_2011_0001_AC
RUG01-001458187_2011_0001_AC
RUG01-001458187_2011_0001_AC
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
De Veiligheid van de Staat vestigde gedurende de periode van de Tweede Wereldoorlog in<br />
Londen en werd belast met het organiseren van de samenwerking tussen de Britse diensten en de<br />
verzetsgroepen in België.<br />
Vanaf 1945 richtte de Veiligheid van de Staat zich zowel op extreem-links als extreem-rechts en<br />
wordt haar bevoegdheid geleidelijk gevoelig uitgebreid tot contraspionage, subversie en<br />
terrorisme. Tijdens deze periode was er nog steeds niet voorzien in een duidelijk wettelijk kader,<br />
noch in een volwaardig statuut. De activiteiten van de dienst werden voornamelijk geregeld door<br />
K.B.’s en M.B.’s en dienstnota’s. 72 In 1964 bracht Administrateur-Generaal Caemaex een nota<br />
uit, waarbij hij de Openbare Veiligheid voorzag van een ruime definitie, en de taken van de<br />
Veiligheid van de Staat omschreef.<br />
De jaren ’80 van de 20 ste eeuw werden geteisterd door een plaag van terrorisme en banditisme<br />
(CCC, FRAP, Bende van Nijvel, ..). Als reactie hierop, en omwille van een duidelijk gebrek aan<br />
wetgeving van toepassing op de Staatveiligheid werd in 1991 een parlementaire<br />
onderzoekscommissie opgericht. De VSE zou echter nog moeten wachten tot de Wet van 30<br />
november 1998 73 alvorens een wettelijk kader te bekomen.<br />
b. Wettelijke basis<br />
De werking van de Belgische politie- en inlichtingendiensten ondervond meer dan eens kritiek in<br />
de jaren tachtig. Zoals reeds vermeld werd naar aanleiding hiervan een parlementaire<br />
onderzoekscommissie in het leven geroepen, die belast werd met het onderzoek naar de wijze<br />
waarop de bestrijding van het banditisme en terrorisme werd georganiseerd in ons land. Na twee<br />
jaar, op 30 april 1990 legde ze haar rapport neer waarin de VSE werd omschreven als “een<br />
duistere, mythische en gesloten dienst, waarvan de werking geenszins duidelijk is” 74 . Dit rapport<br />
72 DE CLERCK, S., en HUYGH, J., ‘Een kleine geschiedenis van de wetgeving op de inlichtingendiensten’ in De<br />
Staatsveiligheid: Essays over 175 jaar Veiligheid van de Staat, COOLS, M., DASSEN, K., LIBERT, R., en<br />
PONSAERS, P., (eds.), Brussel, Politeia, 2005, 186.<br />
73 Wet van 30 november 1998 houdende de regeling van de inlichtingen- en veiligheidsdiensten, B.S., 18 december<br />
1998.<br />
74 ARNOU, L., ‘Strafrechtspleging in de 21 e eeuw. Beknopt overzicht van de inhoud en de beleidsvoorstellen van het<br />
verslag van de Bendecommissie’, R.W., 1991, 971.<br />
34