gebruiken van iemand anders. Door succeservaringen, klein of groot, neemt het zelfvertrouwentoe en daarmee de mogelijkheid om nieuwe succeservaringen op te doen. Bijdit leerproces speelt mee dat iedereen een andere leerstijl heeft, waar Wessel de Vriesook op wijst in de bijdrage over Discus. Het is van belang hier op aan te sluiten, netzoals het van belang is om aan te sluiten op de “herstelfase” 100 van de cliënt, zoals deSBWU probeert doen. Haalbare doelen, kleine stappen, vergroten de kans op succes, eenervaring die van groot belang is voor het zelfrespect. Vandaar dat Wessel de Vries er voorpleit om kleine stappen te nemen en hij benadrukt het belang van hier de tijd voor tenemen. Op die manier kunnen cliënten succeservaringen opdoen, soms voor het eerstin hun leven.In deze paragraaf hebben we een aantal regie versterkende instrumenten en interventiesbesproken, door zelfinzicht te krijgen, door zingeving te bespreken en dooreigen leerstijlen en eigen krachten te ontdekken.De cliënt aan het stuur, competenties voor zelfsturingAls we kijken naar de kwaliteitscriteria van MOVISIE gaat het bij “eigen regie” vooralover (de mate van) het kennen van “eigen kracht”, “steunbronnen” en “beperkingen”,het beschikken over “informatie”, het kunnen maken van “keuzen”, het “zelfredzaamzijn” en het “hebben van invloed en verantwoordelijkheid”. Als het gaat over “ontwikkelingsgerichtondersteunen” gaat het vooral over het “ontdekken van eigen kracht enmogelijkheden” en de “grenzen” daarvan, “het leren omgaan met beperkingen”, “hetervaren van ruimte om te leren”, het “ervaren van verbetering”, en de ruimte om “foutente mogen maken”. De competenties of vaardigheden die NuNN van taakvrijwilligers eistzijn wat praktischer ingesteld. Daarbij gaat het onder andere om “een beetje overwicht”,“ondersteunend (zijn) voor anderen”, “voor jezelf opkomen”, “van je af kunnen bijten”,“afspraken nakomen”, “consequent zijn”, “regelmatig langs blijven komen” en “anderenkunnen corrigeren, waaronder ook vrienden, daar moet je boven staan: je bent een goeievent, maar je doet niet de dingen die je moet doen.” Voor JES zijn weer andere dingen vanbelang: “betrouwbaarheid”, “jezelf zijn” en “je eigen dingen kunnen regelen”. En als jedaar hulp bij nodig hebt, “dat je die inschakelt”. Hoewel het gaat om diverse (soorten)competenties, zijn drie hoofdgroepen te onderscheiden: het hebben dan wel verkrijgenvan zelfinzicht, het ontdekken van de eigen leerstijl en het versterken van sociale vaardigheden.100 SBWU, 2009, pp. 3164 Samensturing in de maatschappelijke opvang
SamenvattingIn dit hoofdstuk is de kanteling van de cliënt beschreven. Eerst is ingegaan op de achtergrondvan cliënten en hun levensaverij. Daarop volgend is specifiek aandacht besteedaan het sociale netwerk en mogelijkheden om die te versterken. Aansluitend zijn eenaantal instrumenten en interventies beschreven waarmee cliënten onderling of metondersteuning van professionals kunnen werken aan zelfinzicht, het ontdekken vaneigen krachten en zingeving. Om hiervoor ondersteuning te krijgen, is het nodig datbewoners onderkennen dat ze die ondersteuning nodig hebben. Voor cliënten bestaatde kanteling vooral uit het enerzijds erkennen van de noodzaak van ondersteuning,zoals Ferdinand van de Velde schrijft “dat direct zelfstandig wonen mogelijk te hooggegrepen zou zijn als hij nog nooit zijn eigen potje had gekookt” en anderzijds dezeondersteuning gebruiken om samen te kunnen sturen en gezamenlijk te produceren.In het volgende hoofdstuk gaan we, na de bijdragen over NuNN en de beschrijving vanherstel en ervaringsdeskundigheid door Martijn Kole, in op de rol van de professional bijhet ontwikkelen en of gebruiken van deze competenties.Samensturing in de maatschappelijke opvang 65
- Page 1 and 2:
Samensturing in demaatschappelijke
- Page 3 and 4:
Samensturing in demaatschappelijke
- Page 5 and 6:
VoorwoordIn de titel van dit boek s
- Page 7 and 8:
ppHoofdstuk 3: De kanteling van cli
- Page 10 and 11:
InleidingCliënten moeten regie voe
- Page 12:
vinden. Deze wijziging van inzicht
- Page 15 and 16: deze week wel genoeg bier gedronken
- Page 17 and 18: tenondersteuners fungeren als verbi
- Page 19 and 20: De participatieladderParticipatie v
- Page 21 and 22: tiebenadering het risico herbergt t
- Page 23 and 24: Actief op je handen zitten: doen do
- Page 25 and 26: nog steeds heel moeilijk om me er e
- Page 27 and 28: je nooit hebt kunnen denken dat ze
- Page 29 and 30: Over de drempel - Adri PalsNiet mee
- Page 31 and 32: en van zijn positie had gedaan, dus
- Page 33 and 34: −−Gesubsidieerd door de gemeent
- Page 35 and 36: Op dit moment wordt Trimbos onderzo
- Page 37 and 38: de toegang tot organisaties is bepe
- Page 39 and 40: gebrek aan privacy in JES maakt dat
- Page 41 and 42: Kenmerkend is dat instituten naar b
- Page 43 and 44: afwijkend gedrag en op datgene wat
- Page 45 and 46: eïnvloed worden op het niveau van
- Page 47 and 48: jij kan zo goed eten koken, kan je
- Page 49 and 50: niet alleen henzelf helpen, maar oo
- Page 51 and 52: Samen je leven op de rails krijgen.
- Page 53 and 54: eperkt voor in het overzicht. Slech
- Page 55 and 56: sporen van steun aan de jongeren zi
- Page 57 and 58: In 1999 wees het Catharijnehuis in
- Page 59 and 60: Ontwikkeling en samenwerkingNaast f
- Page 62 and 63: Hoofdstuk 3De kanteling van cliënt
- Page 64 and 65: wensbanden en, in de ogen van de da
- Page 68 and 69: De NuNN, opvang in zelfbeheer - Kar
- Page 70 and 71: vanuit betrokkenheid. Vanuit die pr
- Page 72 and 73: −−−−Zelfstandig werkenAnder
- Page 74 and 75: zelfbeheer. De rollen zijn in hoge
- Page 76 and 77: tussen het persoonlijke en het func
- Page 78 and 79: geformuleerd, bijvoorbeeld werk zoe
- Page 80 and 81: iets voelde en al helemaal geen lev
- Page 82 and 83: elatie proberen op te bouwen dient
- Page 84: ervaringsdeskundigheid inhoudt en w
- Page 87 and 88: vidu en zijn omgeving en op de gren
- Page 89 and 90: Duidelijke afspraken over wie zich
- Page 91 and 92: Eerder beschreven we al dat het voo
- Page 93 and 94: egie versterken” zijn dat: uitgaa
- Page 96 and 97: Cliënt Centraal - Ferdinand van de
- Page 98 and 99: Er zijn overheden en verzekeraars d
- Page 100 and 101: Tot slotIn gesprek gaan met de cli
- Page 102 and 103: werken. Om ze de kunst af te kijken
- Page 104 and 105: Een zelfde benadering spreekt uit h
- Page 106 and 107: leving omwille van adequate redenen
- Page 108 and 109: woningen aan de zelfde doelgroep di
- Page 110 and 111: De bewoner is cliënt van het hele
- Page 112 and 113: Hoofdstuk 5De kanteling van onderzo
- Page 114 and 115: Het praktijkdeel van het onderzoek
- Page 116 and 117:
Paul Gendreau, Claire Goggin en Pau
- Page 118:
ook zij dat het samen onderzoek doe
- Page 121 and 122:
we dit onderzoek en de rol daarbij
- Page 123 and 124:
Meerwaarde voor de medeonderzoekers
- Page 125 and 126:
kwaliteit van het onderzoek. De ond
- Page 127 and 128:
Tot besluitDe werkwijze in Combatin
- Page 129 and 130:
Inhoud masterclassBij het ontwerp o
- Page 131 and 132:
Enige bijzondere uitvloeisels van d
- Page 134 and 135:
Hoofdstuk 6Samensturing, samenvatti
- Page 136 and 137:
ken. Ook belangrijk is kennis over
- Page 138:
ConclusieSamensturing is een veelom
- Page 142 and 143:
Over de auteursMax A. Huber is juni
- Page 144 and 145:
Matthijs Verbeek volgde de opleidin
- Page 146 and 147:
BibliografieBijdragenMax Huber & Ti
- Page 148 and 149:
ppBerg, N. van de, Buster M. & Wiff
- Page 150 and 151:
Family Group Conferencing For Homel
- Page 152:
Websitesppwww.eigen-kracht.nlppwww.