12.07.2015 Views

tweede periodieke rapport - Kinderrechtencommissariaat

tweede periodieke rapport - Kinderrechtencommissariaat

tweede periodieke rapport - Kinderrechtencommissariaat

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

genomen die niet de nodige waarborgen bieden ? Naast hetbevoegdheidsprobleem van de Franse Gemeenschap bestaat ook een probleemmet betrekking tot de toepassing van de wet van 8 april 1965 betreffende dejeugdbescherming en inzake de opvang van minderjarigen van wie de zaakaan de rechter is onttrokken en die daarna worden opgesloten;- aanpassingen nodig voor de aanpak van de jeugddelinquentie in hetvooruitzicht van de opheffing van artikel 53 van de wet van 8 april 1965betreffende de jeugdbescherming op grond waarvan minderjarigen voorlopig ineen huis van arrest kunnen worden geplaatst.Met betrekking tot kinderen die op grond van een beschermingsmaatregel van dejeugdrechtbank genomen overeenkomstig de wet van 8 april 1965 betreffende dejeugdbescherming in een bewaakte opvoedingsinrichting worden geplaatst, moet overigensworden opgemerkt dat het decreet van 4 maart 1991 inzake hulpverlening aan de jeugd, datde tenuitvoerlegging van dergelijke maatregelen regelt, erin voorziet dat de opvang in eengesloten regime alleen kan worden toevertrouwd aan een instelling die tot de groepoverheidsinstellingen voor jeugdbescherming behoort. Deze opvang is voorbehouden aan dejongere die vervolgd en geplaatst wordt ter uitvoering van een rechterlijke beslissing die eendergelijke plaatsing uitdrukkelijk voorschrijft.Voorts geniet de jongere geplaatst in een Overheidsinstelling voor jeugdbescherming, teweten een instelling voorbehouden aan delinquenten, bijzondere rechten.Het gaat vooreerst om het recht op toegang tot de groep overheidsinstellingen. Eenoverheidsinstelling kan alleen weigeren een jonge delinquent op te vangen wegensplaatsgebrek. Deze waarborg is erop gericht te voorkomen dat een rechter moet vaststellendat geen enkele instelling de jongere wenst op te vangen en hij bijgevolg verplicht is hem teplaatsen in een strafinrichting zoals bepaald in artikel 53 van de wet van 8 april 1965.De jongere heeft het recht kennis te krijgen van het reglement van de instelling waar hijgeplaatst wordt.Over jongeren die meer dan 45 dagen in een overheidsinstelling worden opgenomen, moeteen medisch-psychologisch verslag worden opgemaakt. Binnen vijfenzeventig dagen terekenen van de datum van opvang moet dit verslag aan de plaatsende overheid en aan debevoegde administratie worden meegedeeld. Dit eerste verslag moet door trimestriëleverslagen en studies worden aangevuld.De plaatsing in gesloten regime komt vanzelfsprekend overeen met een vrijheidsberoving. Deopvang in gesloten regime is onderworpen aan beperkingen :- slechts een overheidsinstelling kan zorgen voor de opvang in geslotenregime;- de opvang in gesloten regime is uitsluitend voorbehouden aan jongeren dieeen als misdrijf omschreven feit hebben gepleegd;- de jongere kan alleen op grond van een rechterlijke beslissing in eengesloten regime worden geplaatst;- de instelling waarin de jongere wordt geplaatst, moet pedagogische eneducatieve opdrachten kunnen vervullen en hiertoe over de nodige middelenbeschikken.Geplaatste jongeren genieten nog andere rechten, zoals het recht contacten te onderhoudenen over zakgeld te beschikken ...

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!