12.07.2015 Views

tweede periodieke rapport - Kinderrechtencommissariaat

tweede periodieke rapport - Kinderrechtencommissariaat

tweede periodieke rapport - Kinderrechtencommissariaat

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

eerste verschijning voorstellen de beschikkingen van de overeenkomsten met betrekking tothun minderjarige kinderen te wijzigen wanneer deze volgens hem strijdig zijn met debelangen van deze laatsten. Hij kan ambtshalve beslissen om de kinderen te horenovereenkomstig artikel 931, derde tot zevende lid, van het Gerechtelijk Wetboek. De rechterkan de beschikkingen van de overeenkomsten die kennelijk strijdig zijn met de belangen vande minderjarige kinderen, laten schrappen of wijzigen.De overeenkomsten kunnen worden herzien en gewijzigd. Wanneer de echtgenoten nieuwe enonvoorzienbare omstandigheden aanvoeren waardoor hun toestand, de toestand van een vanhen of die van hun kinderen wordt gewijzigd, kunnen zij tijdens de rechtspleging een voorsteltot wijziging van hun oorspronkelijke overeenkomst aan de rechter voorleggen. De bevoegderechter kan de beschikkingen betreffende de kinderen (ouderlijk gezag en bijdrage aan hetlevensonderhoud) na de echtscheiding steeds herzien. Indien de toestand na de echtscheidingwijzigt, zijn de partijen derhalve niet langer eeuwig gebonden door de overeenkomstengesloten voor de echtscheiding.Sedert de wetswijzigingen wordt met de belangen van het kind rekening gehouden tijdens devolledige procedure tot echtscheiding door onderlinge toestemming en zelfs na uitspraak vande echtscheiding ingeval de toestand wijzigt.Reeds voor de hervorming ingevoerd bij de wet van 30 juni 1994 werd in de rechtspraak overhet algemeen de mogelijkheid aanvaard om de overeenkomsten betreffende de kinderen inrechte te herzien als hun belang ernstig in het gedrang kwam. Vreemd genoeg wordt dus hetbeginsel van herziening van de overeenkomst in de rechtspraak gehuldigd, maar is de wetvan 30 juni 1994 terzake restrictiever door die herziening afhankelijk te stellen van nieuwe enonvoorzienbare omstandigheden die de toestand van de kinderen ingrijpend wijzigen.Enerzijds is het begrip onvoorzienbare omstandigheden restrictiever en anderzijds wordt geenrekening gehouden met wijzigingen in de toestand van de ouders, zoals ontslag uit eenbetrekking of stijging van de inkomsten van de ouder die onderhoudsgeld moet betalen. Dewet creëerde derhalve een discriminatie ten aanzien van kinderen van ouders gescheiden opgrond van bepaalde feiten, van wie de toestand alleen al op grond van hun eigen belang konworden gewijzigd.Overeenkomstig de wet van 20 mei 1997 is de herziening van de overeenkomsten betreffendede kinderen afhankelijk van nieuwe omstandigheden die buiten de wil van de partijenontstaan en die hun toestand of die van hun kinderen ingrijpend wijzigen. In deze wet iseveneens bepaald dat de rechter, door de echtscheiding uit te spreken, de beschikkingeninzake de minderjarige kinderen homologeert. Die beschikkingen maken dan ook integraaldeel uit van het vonnis en zijn op identieke wijze uitvoerbaar. Daaruit volgt dat partijen dieonderhandse overeenkomsten hebben gesloten, niet langer een beroep moeten doen op dejustitie teneinde hen uitvoerbaar te maken.De auteurs hebben verschillende meningen omtrent de vraag of deze nieuwe bepaling, diebetrekking heeft op latere wijzigingen van de overeenkomsten betreffende de minderjarigekinderen, door de rechtbank moet worden bekrachtigd.* Echtscheiding op grond van bepaalde feitenDe wetten van 30 juni 1994 en van 20 mei 1997 hebben ook de procedure inzakeechtscheiding op grond van bepaalde feiten gewijzigd.Er moet worden opgemerkt dat de rechter voortaan op de zitting tot inleiding van deechtscheiding het volledig of gedeeltelijk akkoord kan bekrachtigen dat de partijen hebbengesloten met betrekking tot de voorlopige maatregelen inzake hun persoon, hun onderhouden hun goederen. Bij gebreke van enig akkoord verwijst de rechter de zaak naar deterechtzitting van de voorzitter in kort geding. De voorzitter van de rechtbank (of de rechterdie het ambt van voorzitter waarneemt) die in kort geding uitspraak doet over de voorlopigemaatregelen betreffende de persoon en de goederen van de kinderen tijdens het geding tot

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!