Met stijgende verbazing - Hans Vervoort
Met stijgende verbazing - Hans Vervoort
Met stijgende verbazing - Hans Vervoort
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
ond het biljart.<br />
De verpleger was nergens te zien, maar beneden in de<br />
hal vond ik hem.<br />
`Hij wil nu wel blijven,' vertelde ik, `maar geen injecties.'<br />
`Injecties?'<br />
`Knock-out-injecties.'<br />
Hij lachte. `Welnee, dat zijn vitamine-injecties, dat<br />
doen we een doodenkele keer als het niet anders kan. Ja,<br />
meneer Maas zag ons dat doen en hij begon meteen te<br />
roepen dat hij niet wilde. Maar ik heb het hem uitgelegd,<br />
dat is hij weer vergeten natuurlijk. Nee, we geven vitaminetabletjes<br />
en soms een slaappilletje. Hij kan een slaaptablet<br />
krijgen als hij dat nodig heeft.'<br />
We liepen naar boven.<br />
`Knap dat u hem zover heeft weten te krijgen,' zei hij,<br />
`wij mogen mensen niet vasthouden, dus we zijn helemaal<br />
afhankelijk van hun motivatie, ziet u.'<br />
`Maar hebben jullie dan niets om ze tegen te houden?<br />
Hoe help je dan mensen over een crisis heen?'<br />
`Ja, dat is een groot probleem,' gaf hij toe, `ze moeten<br />
het zelf willen, anders staan we machteloos. We hebben<br />
ook niet de mankracht om zo lang met een patiënt te<br />
praten als u nu doet.'<br />
Bert slikte met graagte een paar slaaptabletten, we<br />
praatten nog een uur met hem totdat hij zich slaperig<br />
begon te voelen en leidden hem naar de slaapzaal. Het<br />
rook er naar snot, er werd gesnurkt.<br />
Het was tien uur toen we buiten stonden.<br />
`Mensenkinderen,' zei Theo, terwijl hij zich het zweet<br />
van het voorhoofd wiste, `wat een narigheid. Weet je<br />
waar ik nou zin in heb? Een stevige borrel, verdomme.'<br />
We doken het dichtstbijzijnde café in, bestelden in snel<br />
tempo drankjes, aten er voor het goede doel een paar<br />
porties leverworst bij, en werden steeds somberder.<br />
Het schuldgevoel drukte zwaar op ons, Bert een open<br />
gevangenis inpraten omdat we het in eigen kring niet<br />
aankonden, was het niet puur gemakzucht? Van de<br />
weeromstuit werden we kwaad op de kliniek, hoe was<br />
het in vredesnaam mogelijk dat er geen enkele opvang<br />
was voor nieuwe patiënten in de eerste hausse van hun<br />
ontwenningscrisis? Waarom moest het aan een paar toevallige<br />
bezoekers overgelaten worden om hem plat te<br />
praten?<br />
We dachten terug aan Bert en legden elkaar uit hoe<br />
vreemd het was dat we in al die uren geen echt contact<br />
met hem hadden gehad. Hij wilde eruit en wij wilden<br />
dat niet, het was niets anders geweest dan een gevecht