Met stijgende verbazing - Hans Vervoort
Met stijgende verbazing - Hans Vervoort
Met stijgende verbazing - Hans Vervoort
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
`Celebes,' zei ik.<br />
`Celebes?' herhaalde hij verbaasd, `0 Celébes. Ja precies.<br />
0, je weet het nog allemaal. Maar dan moet je ook<br />
nog weten wat er toen gebeurd is. Ik weet nog dat hij en<br />
ik bovenop de brandtoren stonden...'<br />
`Ja,' zei ik en beleefde het weer. We waren vroeg klaar<br />
met onze avondtaak, maar pas om negen uur mocht er getafeltennist<br />
worden, als alle andere groepen ook klaar<br />
waren. Het resterende halfuur moest dus gevuld worden.<br />
We besloten een eind te gaan wandelen. Welter liep achteraan.<br />
Hij was geen atleet, maar sterk gebouwd en een<br />
halve kop groter dan wij. Het wandelen verveelde hem.<br />
Hij had een zware stok gevonden waarmee hij tegen de<br />
bomen sloeg en paddestoelen wegkeilde. `Vangen, dikke!'<br />
Bert mompelde `Nee, dank je.' 'Wat zeg je, Bulletje?'<br />
We zwegen en liepen wat harder voor hem uit.<br />
Bij de brandtoren ging Welter onmiddellijk de trap op.<br />
We keken naar zijn brede achterwerk en bleven staan.<br />
`Waar blijven jullie nou?'<br />
`Mag dat wel?' vroeg Bert.<br />
`Iémand moet toch kijken of er brand is,' riep hij terug.<br />
Ik lachte, een doodenkele keer maakte hij wel een<br />
aardige opmerking.<br />
We beklommen de toren en hingen gedrieën over de<br />
reling, om over het dak van het bos heen te kijken.<br />
Welter had er al snel genoeg van.<br />
`Hé Celebes,' zei hij tenslotte, `licht dat nou op, die<br />
vlek van jou, 's nachts ?'<br />
Ik kon het niet meer hebben.<br />
`Hou op,' zei ik.<br />
`Wat zei je, Celebes,' vroeg hij dreigend.<br />
Het schemerde, het was eind april, heel in de verte<br />
was boven de zwarte boomtoppen een kerktorentje te<br />
zien. Ik haalde diep adem, bukte me, greep hem bij een<br />
been en donderde hem met één wanhopige krachtsinspanning<br />
over de reling. Hij riep iets, er klonk een doffe<br />
klap en tegelijk een scherp geluid, alsof een tak knapte.<br />
Verbijsterd stond ik stil. Wat had ik gedaan?<br />
`Jezus,' zei ik terwijl ik de trap afholde.<br />
Hij lag doodstil op zijn rug.<br />
Bert stond even later naast me te hijgen.<br />
`Wat is er gebeurd ?' riep hij.<br />
`Ik heb hem eroverheen gegooid,' zei ik, `Jezus wat<br />
stom.'<br />
Ik was bang om dichterbij te komen. Misschien hield<br />
hij zich alleen maar stil.<br />
`We graven een kuil,' zei Bert, `we graven een kuil