20.06.2013 Views

Untitled - Stichting Papua Erfgoed

Untitled - Stichting Papua Erfgoed

Untitled - Stichting Papua Erfgoed

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

De reis naar Nederland en het verblijf in Leiden betekenden een confrontatie<br />

met vele zaken die me volkomen onbekend waren. Ik had, om maar iets te<br />

noemen, nog nooit een elektrische trein gezien of een badgeiser, die me de<br />

eerste keer de grootste moeite opleverde om er warm water uit te produceren.<br />

Ik had nooit een haard gezien, terwijl de verkeerstekens Latijn voor me waren.<br />

Ik presteerde het bijna een halfjaar lang op mijn fiets in de verkeerde richting<br />

een straat met eenrichtingsverkeer in te rijden!<br />

Toch had ik in dit opzicht weinig aanpassingsmoeilijkheden. Ik verbaasde me<br />

niet al te zeer. Evenmin zoals lang daarna over Newyorkse wolkenkrabbers of<br />

over de peniskokers van de Bergpapoea's.<br />

Waar ik me wél over verbaasde waren de gewoonten van de mensen onder wie<br />

ik me nu bevond. Je kon hier niet otigevraagd binnenlopen, zoals je dat op<br />

Java met de open huizen gewend was. Je moest altijd aanbellen om te weten te<br />

komen of je welkom was. Wennen diende je ook even aan het gemis van een fles<br />

in de kleinste kamer van het huis; closetpapier was in Indië iets totaal onbekends.<br />

Het was september 1931 toen ik in Leiden arriveerde en daar, voor het eerst,<br />

op kamers ging wonen. Mijn eerste kamer in Leiden was in een steeg, de Molensteeg<br />

16a, gelegen boven de werkplaats van een schoenmaker, die de hele dag<br />

uit volle borst zong. Een kamer bleek in het studentenj argon een kast te heten.<br />

Je moest er, zo uit Indië, wel even aan wennen. Zo was verkassen verhuizen en<br />

een bomvrije kast een kamer waarop je vrij meisjes mocht ontvangen. De hospita<br />

werd ploertin genoemd.<br />

Indologie kon je in Nederland alleen studeren aan de Rijksuniversiteit van<br />

Leiden of aan die van Utrecht. Het was een studie van vijf jaar, af te sluiten<br />

met een economisch of taalkundig doctoraal examen indologie, waarvoor een<br />

aparte studierichting in het leven was geroepen, de Verenigde Faculteiten der<br />

Rechtsgeleerdheid, Letteren en Wijsbegeerte.<br />

De Leidse school vertegenwoordigde wat men, met een voor mij altijd onbegrepen<br />

naam en dat nog eens versterkt door de praktijk van het Binnenlands<br />

Bestuur in Indië, de 'ethische richting' noemde van de opleiding van aanstaande<br />

BB'ers, de Europese bestuursambtenaren. De Utrechtse school, drie jaar na<br />

Leiden in 1925 opgericht als tegenpool van de Leidse opleiding, heette liberaalconservatief<br />

te zijn en werd door tegenstanders van deze, voor een belangrijk<br />

deel door de Indische ondernemerswereld gefinancierde universitaire opleiding,<br />

ook wel smalend de olie- of suikerfaculteit genoemd. Leiden zou de aanstaande<br />

bestuursambtenaren te ethisch, te slap op hun taak in Indië voorbereiden.<br />

Utrecht zou bestuursfunctionarissen creëren die krachtiger de Nederlandse positie<br />

in Indië zouden handhaven en niets moesten hebben van de 'huilerige<br />

ethiek' van Leiden. Het leek allemaal erg overdreven. Ik moet eerlijk bekennen<br />

in mijn studententijd nooit iets gemerkt te hebben van een scherpe tegenstelling<br />

Leiden-Utrecht. Nog minder heb ik in mijn bestuurspraktijk in Indië en Nieuw-<br />

Guinea kunnen ontdekken of je in het bestuurswerk te doen had met afgestudeerden<br />

van de Leidse dan wel de Utrechtse school Het BB-korps in Indië<br />

respecteerde zowel Leiden als Utrecht. In de keuze tussen beide werd je door<br />

het ministerie van Koloniën geheel vrijgelaten. Ik koos Leiden. Niet omdat ik<br />

een ethische dromer zou zijn, maar meer om zuiver opportunistische redenen.<br />

22

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!