Deel 1: 2 februari 1795 - s-Gravendeel
Deel 1: 2 februari 1795 - s-Gravendeel
Deel 1: 2 februari 1795 - s-Gravendeel
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
daartoe bij het lot verkozen de burgers H. Pasman en Arij Kse Smits.<br />
De commissie bij de vorige vergadering benoemt, ten einde zig bij Kluit te<br />
vervoegen, doet raport, daarin bestaande, dat zij aan hem hadden gecommuniceert<br />
datgeen 't welk zij in hunne commissie naar 's Hage hadden ontmoet,<br />
zooals in de vorige notulen is te zien, dat Kluit had gezegt, dat hij wel wenste<br />
dat het anders was, maar dit niet zoo zijnde, 'er niets verder aan te doen was,<br />
dan alleen dat hij door den advokaat Van der Meij een brief zoude doen<br />
schrijven aan de president van het Provintiaal bestuur van Holland, alsmede<br />
een aan de Municipaliteit alhier, om zooveel mogelijk als het provintiaal<br />
bestuur bijeen is, de zaak te doen verhaasten.<br />
Vermits de paarden maandag den 1e Augustus volgens aanschrijving te<br />
Dordrecht moeten worden geleverd, is nodig geoordeeld een commissie te<br />
benoemen om die leverantie bij te wonen, en zijn daartoe bij 't lot verkozen de<br />
burgers Lodewijk Bongers en Koen Janse van Strijen, dog welke laatste zijn<br />
commissie heeft overgegeven aan den burger T. Lamme.<br />
Vervolgens is de vergadering gescheiden.<br />
Aldus geresumeert, gearresteert en geteekent den 1e Augustus 1796, het<br />
tweede jaar der Bataavsche Vrijheid.<br />
H. Pasman, schout T. van de Koppel, secretaris<br />
Vergadering gehouden den 1e Augustus 1796,<br />
het tweede jaar der Bataavsche Vrijheid<br />
Vrijheid Gelijkheid Broederschap<br />
De notulen der voorgaande vergadering zijn geresumeert, gearresteert en<br />
geteekent.<br />
Bovengenoemde burgers heden de leverantie der paarden te Dordrecht<br />
bijgewoond hebbende, raporteerden dat de drie welke voor ons waren gekogt<br />
zijn goedgekeurd, dog dat het vierde, 't welk 'S<strong>Gravendeel</strong> en Cillershoek<br />
zamen moest leveren, was afgekeurd.<br />
De schout communiceert dat bij hem is geweest G.J. Hageman, bediende<br />
ter recherge alhier met de zetting van 't brood, dog dat hij geweigerd had<br />
dezelve aan te nemen, welk doen van de schout algemeen wierd goedgekeurd.<br />
Vervolgens stelde hij voor hoe te handelen ingeval andere dorpen in dezen<br />
Waard dezelve eens mogten aannemen, of eenige van dezelve, of wij 't dan ook<br />
zouden doen, waarop gedelibereert zijnde, is geresolveert dat al was het dat al<br />
die plaatsen dewelke met ons de verbintenis op Mijnsherenland hebben aangegaan,<br />
dezelve aannamen, wij ons daar niet aan zullen bekreunen, dewijl 'er<br />
begrepen wierd dat wij geen orders daaromtrent van de stad Dordrecht<br />
behoefde af te wagten, maar in geval 'er orders uit den Haag kwamen, bij<br />
decreet genomen, dat zulks geheel iets anders was, en wij dan nog tijts genoeg<br />
hadden.<br />
Nog communiceert de schout dat hij per missive van Vermaat had vernomen<br />
dat het Provintiaal Bestuur heden weder extraordinair was beschreven en<br />
stelde vervolgens voor om een commissie derwaarts te zenden ten einde<br />
nogmaals te insteeren op afdoening van onze zaak wegens de gevraagde<br />
belasting, zoals het Provintiaal bestuur hadde belooft aan eene vorige<br />
commissie, blijkens de notulen van den 13e Julij l.l., waarop gedelibereert<br />
notulenboeken <strong>1795</strong>-1813 1