Deel 1: 2 februari 1795 - s-Gravendeel
Deel 1: 2 februari 1795 - s-Gravendeel
Deel 1: 2 februari 1795 - s-Gravendeel
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
onder andere met de schout van Strijen had gesproken, dewelke ook daarvan<br />
overtuigt zijnde, aan hem hadde gezonden een copie missive, zooals dezelve<br />
door de municipaliteit van Strijen aan het wetgevend lighaam deze week zal<br />
werden gezonden, welke copie missive door de secretaris wierd gelezen, en<br />
inhield de inconveniënten dewelke uit de verdeling van ons district zoals het<br />
nu is gedaan, voortvloeijen en hetwelk zeer wel zouden kunnen worden veranderd,<br />
wanneer de districten meer uit naast elkander gelegene dorpen werden<br />
gecomposeert en de hoofdplaatzen zo na mogelijk in het midden gebragt,<br />
verzoekende dat zij elk in hare wijsheid zodanige verandering en verbetering<br />
daarin gelieven te maken als nodig geoordeelt zal worden te behoren.<br />
Waarop gedelibereert zijnde, is goedgevonden zich met deze copie missive<br />
hoofdzakelijk te conformeren, doch met bijvoeging dat, het zij er onverhoopt<br />
geen verandering in moge komen, of dat aan het verlangen der municip.<br />
werde voldaan, in beide gevallen door hunl. moge werden gedecreteert, dat de<br />
kosten door alle de grondvergaderingen van zodanig gelijkelijk werden<br />
gedragen.<br />
Wordende de secretaris gelast zodanige missive ten spoedigste te expediëren,<br />
alsmede den schout van Strijen mede per missive kennis te geven van<br />
deze resolutie en hem bedanken voor zijne genomen moeite.<br />
Is gecompareert den Burger La Fosse van Dordrecht, op wiens Last was<br />
gedagvaart de Bailliuw Kluit, dewelke de reden te kennen gaf, waarom hij<br />
zulks hadde gedaan, daarin bestaande, dat hij aan Kluit nu omtrent 2½<br />
Jaren geleden, een Sabel hadde verkocht voor ƒ 14.10.-, dat hij (omdat Kluit<br />
niet omzag om hem te betalen) in 't najaar 1797 aan de Schipper Hendrik<br />
Bouman had gegeven een gequiteerde Rekening daarvan, met verzoek dat hij<br />
bij Kluit zoude gaan en vragen om betaling, dat Bouman zulks had gedaan, en<br />
de Bailliuw zeide, ik zal de quitantie maar houden, ik kom morgen of overmorgen<br />
in de stad en dan zal ik hem wel betalen. Dat hij hem Eenige tijd daarna<br />
ziende voorbijgaan, aan hem vraagde, of Bouman hem den quitantie had<br />
gegeven, hij daarop zeide Ja, maar ik heb nu zoo veel geld niet bij mij, als ik<br />
weer in de Stad kom, zal ik Uw voldoen.<br />
Dat er voorts een geruimen tijd was verloopen, en hij niet na hem om zag, hij<br />
hem ontmoetede bij de scheepstimmerwerf van Jan Schouten, en er hem<br />
weder over aansprak.<br />
Dat hij doe aan hem hadde gezegd: Ik zal 'er de Schipper over spreken, ik<br />
betaal zoo veele Rekeningen in een jaar, en ik heb quitantie van uw, dus weet<br />
ik niet regt of ik Uw betaald heb of niet.<br />
Dat hij daarop tot hem had gezegt: dan zullen wij zamen de Schipper gaan<br />
spreken, die zal ons wel zeggen wat er van de zaak is, zoud gij nu zeggen dat<br />
Gij niet weet of Gij mij betaald heb of niet?<br />
Dat de Bailliuw vervolgens ware ingegaan in de herberg aan het hekken<br />
daar Bloot heeft gewoond, en aldaar een Glas bier commandeerde, dat hij 'er<br />
ook inging en zulks deed, dat zij daar eenige tijd vertoeft hebbende, de<br />
Bailliuw aan hem vroeg, of hij verder gaan moest, hij daarop had geantwoord:<br />
Ja, ik ga met Uw, om de Schipper te spreken.<br />
Dat de bailliuw daarop hadde gezegt: dat is niet nodig, en nu verdoem ik<br />
het om Je te betalen; dat dit het is 't geen hij aan de Municipaliteit had te<br />
notulenboeken <strong>1795</strong>-1813 1