Deel 1: 2 februari 1795 - s-Gravendeel
Deel 1: 2 februari 1795 - s-Gravendeel
Deel 1: 2 februari 1795 - s-Gravendeel
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
Waarop de vergadering is gescheiden tot genoemde dingsdagavond ten vijf<br />
uuren.<br />
Aldus geresumeert, gearresteert en geteekent<br />
den 1e November 1796, het tweede jaar der Bataavsche vrijheid<br />
H. Pasman, schout T. van de Koppel, sec.<br />
Vergadering der Municipaliteit van 'S <strong>Gravendeel</strong> en Leer-<br />
Ambagt gehouden op dinsdag den eersten november 1796,<br />
het tweede jaar der Bataavsche vrijheid<br />
Vrijheid Gelijkheid Broederschap<br />
De notulen der voorgaande vergadering zijn geresumeert, gearresteerd en<br />
geteekent.<br />
De schout geeft kennis dat bij hem was ingekomen een missive van den<br />
collecteur J.J. Rouffaer, welken missive door hem aan den secretaris wierd<br />
overgeven en vervolgens door denzelven gelezen werdende, was van inhoud als<br />
volgt.<br />
Aan de Municipaliteit van 'S <strong>Gravendeel</strong><br />
'S <strong>Gravendeel</strong>, den 31e Oktober 1796<br />
Medeburgers!<br />
Het worde mij zo ik hoop en vriendelijk verzoeke ten goede gehouden, dat ik de<br />
vrijheid gebruike thans ulieder werksaamheden een oogenblik te storen met zo<br />
ik vertrouw, mijne billijke aanmerking voor te dragen, op 't aan mij toegezonden<br />
taxatie billet in de dorpschuld, van dato 20 october 1796, bij hetwelk ik<br />
getaxeert ben geworden op twintig guldens.<br />
Ik heb op den gewone plaats ten affixie gelezen ulieder publicatie van den 16e<br />
october l.l. en is mij daarbij voorgekomen, dat ik uit ulieder woorden "om naar<br />
hunne beste kennis en wetenschap en op den eed in den aanvang hunner<br />
bediening gedaan alle ingezetenen in hunne plaats en jurisdictie zo na mogelijk<br />
evenredig na deszelfs gegoetheid te taxeeren", moet stellen, dat den ophef,<br />
belasting of omslag, niet worden gedragen uit eenigen anderen hoofde dan<br />
alleen naar ieders gegoetheid, dat ik meen te zijn, roerende en onroerende<br />
goederen, imand in onbezwaarden eigendom toebehorende, en op welke grond<br />
mijne taxatie dan ook is of behoorde te geschieden.<br />
Ik heb niet ten oogmerk ulieder doen te bedillen, nog iets te doen dat tot<br />
vertraging van dit plan reets lang en dikwerft vertraagd zouden kunnen<br />
strekken, maar mijn doelwit is eniglijk ulieden mijne reets bij u bekende<br />
gegoetheid te doen blijken, opdat ik daardoor naar den zin, van de hier voor<br />
aangehaalde woorden van ulieder publicatie op een na zo na mogelijke<br />
evenredigheid met mijne medeburgeren aangeslagen zoude kunnen worden.<br />
Ik heb tot bewijs van mijne omstandigheden, mij alleen te beroepen op vier leden<br />
van ulieder vergadering, die geadsisteert hebben bij de commissie van<br />
onderzoek van de geldheffing van 6 pr.c. in het vorig jaar, ten behoeve van den<br />
lande geheven, die zo ik mij wel herinner zijn geweest de burgers H. Pasman,<br />
A.K. Smits, Arij Jse de Vlaming en den secretaris T. van de Koppel.<br />
Naardat ik aan dezelve commissie (dat geweest is den 22e junij l.l.) mijne<br />
quitantien had vertoont van hetgene ik van mijne inkomsten als gaarder<br />
notulenboeken <strong>1795</strong>-1813 1