Deel 1: 2 februari 1795 - s-Gravendeel
Deel 1: 2 februari 1795 - s-Gravendeel
Deel 1: 2 februari 1795 - s-Gravendeel
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
weder zieke toezend.<br />
Waarover gedelibereert zijnde, is unaniem, geresolveert zodanige missive te<br />
schrijven, en de secretaris zulks gelast.<br />
Vervolgens rapporteert een lid van de tevoren benoemde commissie, den<br />
burger Bijvank (vermits Diepenhorst abzent was) dat zij zich eerst hadden<br />
vervoegt bij De Bruijn de Neeve alwaar bleek dat die burger er weinig van wist,<br />
doe vervolgens bij Van Lith denwelke zig bij zijn woord hield en zeide niet te<br />
zullen betalen, voor hij effect van justitie had bekomen, dat zijlieden sterk<br />
hadden beweerd daarmede niet te stellen hadden, en in geval hij niet wilde<br />
betalen, de municip. genoodzaakt zou zijn de weg van regten te moeten<br />
inslaan.<br />
Dat zij voorts waren gegaan bij den notaris Felders, en hem die zaak<br />
hadden voorgesteld, waarop denzelven had gezegt, dat hij waarschijnelijk wel<br />
zoude moeten betalen, dog dat hij er nog eens nader over zoude denken, en<br />
dat de commissie dan nog maar eens aan moest komen.<br />
Dat zij vervolgens hem de keuren van de Landen van Strijen hadden laten<br />
lezen, en hij daarover had geadvijseert (gelijk er ook duidelijk in te zien is) dat<br />
de municip. het regt heeft, ingeval dezelve niet worden geobserveert, de<br />
bekeuringen te doen, en dan daarvan kennis geven aan de bailliuw, voorts dat<br />
de herber-giers niet verpligt kunnen worden, om iemand te logeeren, vermits<br />
zij geen logementhouders zijn, en wan-neer er imand op dit dorp een acte als<br />
logementhouder hadde, geen herbergier imand zoude mogen logeeren.<br />
Voorts rapporteert de secretaris dat hij met de schout had gesproken, en<br />
ook met de procureur Verhoeff (vermits hij daar evenwel moest wezen) over<br />
het geld van de bewuste arresten, en dat Verhoeff hem had geadvijseert, dat<br />
het een paal boven water was, en dus Van Lith moest betalen, dat de Municp<br />
haar zaak niet was, of de justitie geviolaert, was ja dan neen, dog dat hij<br />
intusschen van Lith er nog wel eens zoude spreeken.<br />
Voorts zegt de secretaris dat hij gisteren van Verhoeff een brief ontfangen<br />
had, met een concept sertificaat voor Simon de Kievit en Zeger Robbemond,<br />
waaruit bleek dat hij geen zwarigheid maakte, al wierd aan Zeger Robbemond<br />
ook een certificaat gegeven dat hij onvermogend is, eenige proceskosten,<br />
mitsgaders de zegels daartoe betrekkelijk te dragen, alschoon bezat zijn vader<br />
al iets, dog waarover nader wierd gedelibereert en de Municip. bleef<br />
zwarigheid stellen om zodanig certificaat aan S. Robbemond te geven, uit<br />
hoofde den ordonnantie van trouwen en begraven, wel degelijk citeeren, dat<br />
de kinderen in beide gevallen, volgens de staat van haar ouders zegels moeten<br />
gebruiken, en dus wanneer de zoon of dogter ofschoon nog niets voor zig<br />
zelven bezittende, en den ouders bezitten bijvoorbeeld f 12000:-:-, zoodanige<br />
zoon of dogter wel degelijk in de classis van f 30:-:- zoude moeten trouwen of<br />
werden begraven, kunnende dus dit niet overeenbrengen, dat in dit geval de<br />
vader iets bezittende, aan de zoon een certificaat zoude kunnen werden<br />
gegeven, om op pro deo te werden bediend, zonder dat voor de municip.<br />
naderhand daaruit wel eens de grootste onheilen zouden kunnen voorkomen,<br />
en wierd vervolgens eenparig geresolveert, gemelde zwarigheid door den<br />
secretaris per missive aan Verhoeff te doen voordragen, en in geval hij die na<br />
genoegen den municip. konde uit den weg ruimen, dan noch aan het verzoek<br />
notulenboeken <strong>1795</strong>-1813 1