04.09.2013 Views

Deel 1: 2 februari 1795 - s-Gravendeel

Deel 1: 2 februari 1795 - s-Gravendeel

Deel 1: 2 februari 1795 - s-Gravendeel

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

het Anker gezegt, dat 'er in de vergadering niet van gesproken is, dan alleen<br />

door twee leden, die 'er wat veel over leijden te rammelen, en die waren Koen<br />

van Strijen en Arij de Vlaming, waarop hij, schout, had gerepliceerd, als dit<br />

waar is, dat Vermaas dat heeft gezegt, dan ben ik niet in staat, om de<br />

decreten, bij de Municip. genomen, te kunnen mainteneeren, en dan oordeel<br />

ik ook, dat Vermaas in de boete vervallen is, bij de wet bepaald van niets uit<br />

de vergadering te mogen zeggen, en hij zou dan ook gelogen hebben, vermits<br />

het decreet collegialiter genomen is.<br />

De leden der Municipaliteit dit berigt gehoort hebbende, stonden verbaast,<br />

en den burger Vermaas vorderde, dat Hendrik Bouman op het oogenblik<br />

zoude geciteert worden voor de vergadering. Denzelven gecompareert zijnde,<br />

wierd door Vermaas aan hem gevraagt, wat dat hij aan hem hadde gezegt,<br />

waarop door Bouman wierd geantwoord, ik heb je te Dord gesproken en doe<br />

heb ik tegen Uw gezegt, ik dagt dat wij goede vrienden waren, en ik weet ook<br />

nog niet beter, maar het is tog ongelukkig, dat gijl. ons zo naar reikt en daar 't<br />

haast niet moogelijk is dat wij altijd op ons tijd kunnen afvaren en aankomen.<br />

Maar vraagde Vermaas daarop aan Bouman: heb ik ook aan uw gezegt dat 'er<br />

maar twee leden der Municip. waren die daarover rammelden, namelijk Van<br />

Strijen en de Vlaming, waarop hij antwoorde, neen. Doe zeide de Vlaming<br />

daarop, maar Bouman, wie heeft het u dan gezegt, je hebt in presentie van de<br />

schout en secretaris gezegt, dat Vermaas zeide, dat ik en van Strijen de luij<br />

waren die daarover rammelden, en derhalven zal je hier de man noemen,<br />

hetzij Vermaas of een ander.<br />

Bouman zei daarop, ja ik weet dat niet meer wie het mij heeft gezegt, ik kan<br />

dat zo lang niet onthouden. Neen, zeide de Vlaming daarop, daar is het niet<br />

mee genoeg, je zult de man noemen, of anders hou ik u voor denzelven en je<br />

kund verzekerd zijn dat wij 't 'er niet bij zullen laten zitten.<br />

Vervolgens nog eenigen woordenwisselingen geschied zijnde, zeide Hendrik<br />

Bouman, dat hij 't verzonnen had, en derhalven excus vraagde, en dat hij voor<br />

't vervolg voorzigtiger zou zijn, 't welk van dat gevolg was, dat door<br />

tusschenkomst van de andere leden, de burgers de Vlaming en Van Strijen,<br />

alsmede Vermaas daarmede genoegen namen, dog hem, H. Bouman<br />

waarschuwden van zig, voor zulke of zoortgelijke dingen in 't vervolg te<br />

wagten, want als het weer voorviel, hij 'er dan zoo gemakkelijk niet zoude<br />

afkomen.<br />

Vervolgens is de vergadering gescheiden.<br />

Aldus geresumeert, gearresteert en geteekent, den 21e september 1796, het<br />

2e jaar de Bataavsche Vrijheid.<br />

H. Pasman, schout T. van de<br />

Koppel, sec.<br />

Vergadering gehouden door de Municipaliteit van 'G<br />

<strong>Gravendeel</strong> en Leer-Ambagt op Woensdag den 21e<br />

September 1796, het 2e jaar der Bataavsche vrijheid.<br />

Vrijheid Gelijkheid Broederschap<br />

De notulen der voorgaande vergadering zijn geresumeerd, gearresteerd en<br />

geteekent.<br />

notulenboeken <strong>1795</strong>-1813 1

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!