Deel 1: 2 februari 1795 - s-Gravendeel
Deel 1: 2 februari 1795 - s-Gravendeel
Deel 1: 2 februari 1795 - s-Gravendeel
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
gemainteneert.<br />
Waarover gedelibereert zijnde, is unaniem geresolveert, om aan de commissie<br />
te berigten, dat op zijn tijt rapport aan de grondvergadering zal worden<br />
gedaan.<br />
Voorts communiceert de voorzitter, dat drie à vier burgers, den als<br />
geweigerd hebben, als J. in 't Veld, Frans van Gemert, de wed. Willem van<br />
Gemert en de wed. Jan Verkerk.<br />
Is goedgevonden om die drie eerste personen door de bode te laten aanzeggen<br />
uit naam der municip., dat zij zullen hebben te zorgen om voortaan<br />
hunne as te geven, terwijl bij verdere nalatigheid, zij de nadelige gevolgen<br />
daaruit voortvloeijende zigzelven zullen hebben te wijten, hetwelke van dat<br />
gevolg is geweest, dat zij ze hebben gegeven.<br />
Is geresolveert een commissie te benoemen, ten einde zig bij Kluit te<br />
vervoegen, om de rest van de secretarie over te nemen, en zijn daartoe<br />
benoemd de burgers C. Verijp en Koen van Strijen.<br />
De burger Bongers communiceert dat hij den dijkgraaf en penningmeester<br />
van Nieuw Bonaventura had gesproken, dewelke hem hadde gezegt dat er nog<br />
een plank van 18 duim breed op de keerplank diende gezet te worden agter de<br />
kerk, waarover gedelibereert zijnde, is goedgevonden, om de directie daarvan<br />
aan den burger Bongers over te laten.<br />
Zijn gecompareert eenige burgers uit Renoishoek, welke zeiden ter ore te<br />
zijn gekomen, dat er heden morgen tegen hunne zaak was ingewerkt, en<br />
verzogten dat den municip daarin zoude voorzien, waarover met de voormelde<br />
burgers gedelibereert zijnde, is best gekeurt, om er aan den grondeigenaar,<br />
den heer Van Brienen over te schrijven, en is den secretaris gelast zodanig een<br />
missive in gereedheid te brengen.<br />
Edog, verder over die zaak gedelibereert zijnde, is geresolveert, om er met<br />
den burger Kluit, als ontfanger der erfpachten voor Van Brienen in<br />
Renoishoek over te spreken, en is daartoe benoemt met de secretaris de<br />
burgers Van Strijen en Diepenhorst, dewelke zig nog dienzelfden avond ten<br />
huize van Kluit vervoegden, dog hem niet thuis vonden, en vervolgens nog al<br />
eens voornemens waren om zig ten voorsz. einde bij hem te vervoegen, dog<br />
doe vernamen dat hij belet hadde, en dus die commissie hun werk niet ten<br />
uitvoer konde brengen, dan dat het ondertusschen tijt wierd dat de brief<br />
wierde verzonden, dog dat evenwel te voren door Kluit aan de schout was<br />
gezegt dat hij had vernomen dat er een commissie van de municipaliteit bij<br />
hem aan huis was geweest, doe hij niet thuis was, en dat de schout hem doe<br />
de last van die commissie had te kennen gegeven, waarop hij hadde gezegt,<br />
voor eenige jaren een brief over diezelfde materie te hebben geschreven aan<br />
Van Brieven, dat hij die copie eens zoude opzoeken en aan hem, schout,<br />
diezelfde dag bezorgen, dog daarvan niets gekomen zijnde, en hij Kluit, aan<br />
Pieter Vervoorn naderhand gezegt hebbende, dat hij zig met die zaak niet<br />
bemoeijde.<br />
Is bovengemelde missive aan den burger Van Brienen den 27e april verzonden.<br />
Vervolgens nog gedelibereert zijnde, over het verzoek van de commissie uit<br />
de grondvergadering, nameljk om het 14e artijkel van de dorpskeuren in<br />
notulenboeken <strong>1795</strong>-1813 1